Kindermishandeling En Verwaarlozing Over De Levensloop, Een Introductie
All documents for this subject (20)
Seller
Follow
Stuviamail
Reviews received
Content preview
Literatuur hoorcollege 1
De kleine gids – hoofdstuk 1
Er was eerder een dierenbescherming (1877) dan een kinderbescherming (1899) in Nederland. Mensen
keken in het verleden naar kinderen als bezit van ouders en verzekering van inkomen en verzorging op
de oude dag. Mary Ellen was een van de eerste kindermishandelingszaken die in de media kwam. Dit
was een meisje uit New York die ernstig mishandeld en verwaarloosd was. De oprichter van de
dierenbescherming heeft zich toen over deze zaak gebogen, waardoor het meisje uit huis geplaatst
werd en de moeder in de gevangenis.
Cort van der Linden werd in 1896 gevraagd een nieuwe wetgeving voor verwaarloosde en criminele
jongeren uit te denken, daarna werd hij minister, waardoor hij deze wet uit kon voeren. In het
wetsvoorstel ‘het vraagstuk van de verzorging van verwaarloosde kinderen’ stond:
Verenigingen die zich bezig hielden met kinderbescherming
Inventarisatie van maatregelen in omringende landen
Aanbevelingen (oprichting overkoepelend orgaan voor jeugdinstanties)
Dit leidde tot de Nederlandsche bond tot Kinderbescherming (1899). Er werd toen voornamelijk
gesproken over verwaarlozing dat plaatsvond door de industrialisatie, verstedelijking en immigratie
waardoor de kinderen uitgroeiden tot criminelen. Kindermishandeling werd dus gezien als bedreiging
voor de maatschappij.
Kinderwetten 1905
De eerste poging om het welzijn van kinderen te verbeteren was het Kinderwetje van Houten (1838),
waarbij kinderen onder de 12 jaar geen fabrieksarbeid mochten uitvoeren. Dit werd nauwelijks
nageleefd. In 1901 kwam de Leerplichtwet, waarbij kinderen van 6 tot 12 jaar naar school moesten,
daarnaast werd alle kinderarbeid tot 12 jaar verboden. De overheid kreeg een nieuwe
verantwoordelijkheid in de Kinderwetten van 1905:
Burgerlijke kinderwet: ging over de ouderlijke macht en de eventuele instelling van voogdij.
Strafrechtelijke kinderwet: ging over aanpak van kinderen, die een misdrijf hadden gepleegd
Kinderbeginselenwet: ging over de oprichting van instanties die de praktische uitvoering van
de eerste twee wetten in handen kregen.
Kinderen waren niet langer het bezit van ouders, opvoeden werd een plicht.
Jaren 60: omslag, ontdekking van kindermishandeling
Mishandeling was voor de jaren 60 een aspect van ouderlijke verwaarlozing. De Amerikaanse
kinderarts (Kempe) legde in 1962 een verband tussen ziekten en botbreuken en kindermishandeling.
Hij gaf aan dat de botten verborgen mishandelingen konden vertellen. Jaren na de publicatie werd in
Nederland gesteld dat niet alleen artsen, maar ook maatschappelijk werkers en kinderbeschermers
geactiveerd moesten worden, maar hoe was niet duidelijk. In 1967 verscheen een artikel dat 120
kinderen per jaar overleden aan gevolgen van kindermishandeling en tenminste 1200 kinderen per jaar
ernstig werden mishandeld. Er werd geschat dat dit 10% was van alle mishandelde kinderen.
Door de oprichting van de Vereniging tegen Kindermishandeling in 1970, ging de overheid in 1972
bureaus oprichten met vertrouwensartsen die ontwikkelden tot Advies- en Meldpunten
Kindermishandeling (AMK).
Jaren 70 en 80: betuttelende aanpak kindermishandeling
Hulpverleners gingen de problemen in een gezin in het geheim oplossen, vaak ook zonder dat de
ouders wisten dat er een onderzoek ingesteld was.
Eind vorige eeuw: wetgeving verbetert rechtspositie van ouder en kind
In 1992 werd de Wet op de jeugdhulpverlening ingevoerd. Deze wet moest de versnipperde
hulpverlening verbeteren. Waarbij de verantwoordelijkheid van jeugdhulp ging naar de provincies.
,Hulpverlening moest zo tijdig, licht en kort mogelijk zijn (zo-zo-zo-beleid). In de jaren 90 kwam de
term huiselijk geweld. Vanaf 2015 heeft de gemeente de verantwoordelijkheid over de jeugdzorg en
hiermee veranderde ook de meldpunten kindermishandeling.
Begin deze eeuw: roep om preventieve aanpak
Mensen wilde meer preventie voor kindermishandeling vanuit de jeugdhulpverlening. Ze zaak van
Savanna (meisje dat werd mishandeld en dood ging terwijl er een ondertoezichtstelling was) zorgde
voor het Savanna-effect meer alerte beleidsvoering van de jeugdzorg en een toename van het
aantal begeleidingen door gezinsvoogden.
De RAAK-aanpak is de reflectie en actiegroep aanpak kindermishandeling (opgericht in 2000) en is
grote invloed geweest op het voorkomen en aanpakken van kindermishandeling. Tien stellingen van
RAAK:
1. Geweld tegen kinderen is ontoelaatbaar
2. Kindermishandeling verplicht melden
3. Aanpak kindermishandeling gaat boven privacy van de ouders
4. Steun bij opvoeding voor elke ouder
5. Maatregelen bij bedreigde ontwikkeling
6. Werken met kinderen als beroep: beter opleiden en betalen
7. Op school: kind is een persoon, burger en leerling
8. De rechten van het kind in de grondwet
9. Het kind heeft recht op eigen verantwoordelijkheden
10. Aparte minister voor jeugdbeleid vereist.
De RAAK-aanpak kende vijf niveaus:
1. Algemene preventie voor iedereen
2. Preventie voor gezinnen in risicosituaties
3. Specifieke preventie gericht op ouders en kinderen die op grond van risicofactoren
geselecteerd worden
4. Ingrijpen bij vroege signalen gericht op individuele gezinnen waarin al problemen voordoen
5. Daadwerkelijke bescherming en hulpverlening bij vermoedens of constatering van
kindermishandeling
2010 en verder: veiligheid en handelen centraal
Het is de taak van de overheid kinderen veiligheid te bieden wanneer ouders dat niet of niet toereikend
doen. In het Actieplan Aanpak Kindermishandeling van 2012-2016 stonden drie dingen centraal:
1. Voorkomen
2. Krachten bundelen door multidisciplinaire aanpak
3. Aanpakken van fysieke mishandeling en seksueel misbruik
Daarnaast werd er een wettelijke meldcode ingevoerd
2015-2018: landelijke jeugdagenda
Deze agenda werd werkende weg gevuld en uitgewerkt met een apart deel over veiligheid en
bescherming van kinderen. Gemeenten hebben door de decentralisatie de verantwoordelijkheid om
maatregelen te voorzien om kindermishandeling en huiselijk geweld te bestrijden en passend
hulpaanbod te organiseren.
2019-2021: actieprogramma geweld hoort nergens thuis
Het doel hiervan is het terugdringen van huiselijk geweld en kindermishandeling en de schade
beperken en de generationele overdracht te doorbreken. Hierin kwamen die actielijnen samen:
1. Eerder en beter in beeld: omgeving alert maken op signalen, verbeterde meldcode
2. Stoppen en duurzaam oplossen: strafmaat voor kindermishandeling verhogen, slachtoffers snel
en duurzaam veilig gesteld worden, samenwerken, passende hulp, meer informeren scholen.
3. Specifieke groepen: extra aandacht voor specifieke groepen zoals loverboys, seksueel geweld,
kwetsbare kinderen, scheidingen.
,De kleine gids – hoofdstuk 5
Ouders kunnen hun kinderen ook onbewust mishandelen. Met de term huiselijk geweld wordt niet
verwezen naar de plaats van het geweld, maar naar de relatie tussen pleger en slachtoffer. Slachtoffers
kunnen zich vaak niet onttrekken aan de situatie, omdat er een afhankelijkheidspositie is.
Lichamelijke mishandeling
Dit betreft alle vormen van lichamelijk geweld tegen een kind. Ook eenmalig, dus één keer een klap
uitdelen is al kindermishandeling. Bijna alle onderzoeken geven een negatief effect van lichamelijke
straffen. Voorbeelden van lichamelijke mishandeling zijn het shaken-baby-syndroom, Münchhausen
by proxy (beweren dat het kind ziek is) en foetale mishandeling (alcohol drinken in zwangerschap).
De NODOK-procedure is het Nader Onderzoek naar de Doodsoorzaak van Kinderen om de
rouwverwerking van nabestaanden te ondersteunen. Uit dit onderzoek kan blijken of er sprake is
geweest van kindermishandeling.
Psychische mishandeling
Dit is het vijandig gedrag van de ouders tenopzichte van het kind. Een bijzondere vorm hiervan is het
stellen van onredelijk hoge eisen voor het kind.
Lichamelijke verwaarlozing
Hierbij hebben de ouders geen oog voor de verzorging van het kind op gebied van eten, kleding,
onderdak en hygiëne. Ook het blootstellen aan gevaarlijke situaties, een gevaarlijke of ongezonde
leefomgeving, ontkennen van ziekte of weinig toezicht valt hieronder.
Psychische verwaarlozing
Dit is het stelselmatig geen aandacht of genegenheid krijgen. Overbescherming is ook een vorm
hiervan.
Ook getuigen zijn van huiselijk geweld is kindermishandeling. Dit komt veel voor in Nederland.
Seksueel misbruik
Seksueel geweld kan veel vormen aannemen. Vaak bevindt het slachtoffer zich in een
afhankelijkheidspositie. Vrouwen maken dit meer mee dan mannen. Groomers zijn mensen die
kinderen online benaderen, vertrouwen te winnen, te chanteren, isoleren en vervolgens misbruiken.
Schadelijke traditionele praktijken
Dit is een internationaal begrip voor geweld, verminking en onderdrukking voortkomend uit
traditionele opvattingen over seksualiteit en man-vrouw verhoudingen.
Vrouwelijke genitale verminking/ meisjesbesnijdenis; dit wordt in sommige tradities/ landen
(Egypte en Somalië) om de maagdelijkheid te beschermen, voor een beter huwelijk of
reinheid.
Eergerelateerd geweld en eerwraak: dit komt veel voor in groepen waarbij de familie-eer
belangrijk is. Vaak hebben mannen de plicht om de familie-eer te beschermen en vrouwen zijn
bezit van de mannen.
Huwelijksdwang; dwang kan een rol spelen bij het aangaan van een huwelijk, maar ook
binnen een huwelijk. Dit laatste wordt in Nederland ook wel huwelijkse gevangenschap
genoemd.
Eerwraak; dit is het doden van iemand die de eer heeft geschaad. De pleger geeft zich aan bij
de politie.
, Glaser, D. (2002). Emotional abuse and neglect (psychological maltreatment)
697–714.
Emotionele verwaarlozing en mishandeling worden niet altijd meegenomen in onderzoek, omdat dit
moeilijk te definiëren en te onderzoeken is. Echter, de gevolgen van de vertraagde herkenning hiervan,
leidt er toe dat kinderen langer mishandeld en verwaarloosd worden, waardoor het ingrijpen moeilijker
wordt en invasiever. Er zijn een aantal criteria voor een overkoepelende definitie van emotionele
mishandeling en verwaarlozing:
Emotionele mishandeling en verwaarlozing beschrijft een relatie tussen de ouder en het kind
(in plaats van een gebeurtenis).
De interacties karakteriseren de relatie op elk moment
De interacties zijn schadelijk door het aanbrengen van een beperking aan de emotionele
gezondheid en ontwikkeling van het kind
Emotionele mishandeling en verwaarlozing includeert het toebrengen en nalaten van iets
Emotionele mishandeling en verwaarlozing bevatten geen fysiek contact.
De APSAC framework geeft 6 vormen van psychologische mishandeling:
Verbaal en non verbaal afwijzen of neerhalen
Terroriseren (kind in gevaar brengen)
Exploiteren: aanmoedigen van het kind om ongebruikelijke/passende gedragingen te leren
Negeren van emotionele responsen
Isoleren van het kind
Mentale, fysieke, medische en educationele verwaarlozing
Maar dit geeft nog veel verwarring. Een andere manier is om niet te kijken naar de handelingen of
relatie van de ouder en het kind, maar naar wat het kind is en of dit herkend en gerespecteerd wordt.
Een kind is:
Een persoon die bestaat
Heeft eigen attributies
Kwetsbaar, afhankelijk en snel ontwikkelend
Een individu die de baas is over eigen gevoelens, gedachten en percepties
Een sociaal wezen die steeds meer gaat interacteren met de omgeving in de eigen sociale
context.
Er worden 5 categorieën gegeven van emotionele verwaarlozing en mishandeling
1. Emotionele afwezigheid, niet responsief en verwaarlozen: ouderlijke insensitiviteit, ouders
zijn niet in staat adequaat te reageren op de emotionele behoeften van het kind
2. Negatieve attributies en misattributies naar het kind: sommige kinderen nemen deze attributies
over als hun eigen.
3. Niet in de ontwikkeling passende interacties met het kind: te hoge verwachtingen,
overbescherming, limitatie, blootstelling aan traumatische gebeurtenissen en interacties.
4. Falen om de individualiteit en psychologische grenzen van het kind te herkennen: zoals
Münchhausen by Proxy
5. Falen om het kind te ondersteunen in sociale adaptatie: zoals psychologische verwaarlozing
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Stuviamail. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.40. You're not tied to anything after your purchase.