Corporate Governance en Corporate Litigation - CGCL (RB58)
Summary
Uitwerkschema's en samenvatting per onderwerp Corporate Governance & Corporate Litigation - CGCL
85 views 2 purchases
Course
Corporate Governance en Corporate Litigation - CGCL (RB58)
Institution
Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR)
Schema's per onderwerp voor tijdens het tentamen, waarin alle hoorcolleges, literatuur, jurisprudentie én oefententamens verwerkt zijn. Op het tentamen gebruikte ik dit document om direct naar het onderwerp van de betreffende vraag te gaan en daar alle informatie over dat onderwerp te vinden inclu...
, Bevoegdheden AV ................................................................................................................................................................23
Rechten aandeelhouders ......................................................................................................................................................23
Rechten minderheidsaandeelhouders ............................................................................................................................23
Certificaathouders ................................................................................................................................................................24
De algemene vergadering van aandeelhouders AVA ...........................................................................................................24
Afgeleide schade ..................................................................................................................................................................25
Doorbraak van aansprakelijkheid.........................................................................................................................................26
Directe doorbraak (vereenzelviging) ...............................................................................................................................26
Indirecte doorbraak (OD) ................................................................................................................................................27
Uitkoopregeling ....................................................................................................................................................................28
Bijzondere uitkoopprocedure na openbaar bod .............................................................................................................30
Geschillenregeling ................................................................................................................................................................30
Raad van commissarissen ................................................................................................................................................ 31
Samenstelling RvC ................................................................................................................................................................31
Taak RvC ...............................................................................................................................................................................32
Functioneren RvC..................................................................................................................................................................32
Verschillen one tier board en two tier board ........................................................................................................................33
Europees en internationaal perspectief ........................................................................................................................... 33
Incorporatieleer vs. werkelijke zetelleer ...............................................................................................................................33
2
, Vennootschap
Organen in de vennootschap
1. Een orgaan is een uit een of meer personen bestaande functionele eenheid die door de wet of de statuten met
beslissingsbevoegdheid in vennootschappelijke aangelegenheden is bekleed. De wet somt de organen op in art.
2:78a/189a BW, maar wet geeft geen definitie van het begrip ‘orgaan’.
2. Organen nemen besluiten die vervolgens rechtsgevolgen hebben voor de vennootschap.
3. De belangrijkste organen binnen de vennootschap zijn:
• Algemene vergadering;
- Benoeming/ontslag bestuurders/commissarissen.
- Structuurwijzigingen → statutenwijziging, omzetting, zetelverplaatsing, fusie, splitsing.
- Alle bevoegdheid (binnen wet/statuten) niet aan bestuur of anderen toegekend (art. 2:107/217 BW).
• Bestuur (incl. one tier board);
- Besturen van de vennootschap (art. 2:129/239 BW).
• RvC (als ingesteld);
- Toezicht houden op het bestuur (art. 2:140/150 BW).
- Bij structuurvennootschappen: benoeming/ontslag bestuurders (art. 2:162/272 BW).
- Bij structuurvennootschappen; benoemen
• Soms: Vergadering van prioriteitsaandeelhouders;
• Soms: gemeenschappelijke vergadering van bestuur & RvC;
• Omstreden: OR; niet gebonden aan rechtspersoon, maar aan onderneming.
Agency theorie
1. Agency theorie is ontwikkeld door Jensen & Meckling
• Deze theorie gaat ervan uit dat een belanghebbende geld ter beschikking stelt aan een ander en
vervolgens de lasthebber handelingen te laten verrichten, bijvoorbeeld te gaan ondernemen. Zij
beschrijven deze agency relatie (verhouding) als een contract waarbij een of meer personen (principalen)
de agenten inschakelen om bepaalde dingen te doen namens hen, waarbij degene agent een bepaalde
beschikkingsbevoegdheid heeft.
• Je moet daarbij rekening houden dat het de agenten niet altijd de belangen van de principaal op de beste
manier zal behartigen.
• De kosten die hieruit ontstaan zijn zogeheten agency costs en bestaan uit (i) kosten die de principaal
moet maken om te zorgen dat agent doet wat principaal wil en (ii) kosten van het feit dat de agent toch
zijn eigen gang zal gaan.
2. Drie niveaus waarin agency problemen spelen, tussen:
• Aandeelhouders en bestuurders;
• Meerderheidsaandeelhouders en minderheidsaandeelhouders;
• Vennootschap en de bij haar betrokken partijen.
3. Naar Nederlands recht zijn de aandeelhouders niet de eigenaar van de vennootschap, maar rechthebbende op het
aandeel, waaraan bepaalde zeggenschapsrechten en vermogensrechten is de eigenaar van de onderneming.
4. Kritiek op agency theorie:
• Is gericht op voorkomen van fouten en niet op bevorderen van de welvaart;
• Remedies werken misbruik van bestuurders in de hand;
• Veronderstelt dat aandeelhouders residual claimants zijn, maar ondernemersrisico wordt niet alleen door
aandeelhouders gedragen;
Vennootschappelijk belang
1. Tot 1960: De oude opvatting van tot 1960 was dat de NV een contract was tussen de aandeelhouders, als een soort
bijzondere vorm van een maatschap.
• De aandeelhouders zijn hierin soeverein en delegeren hun taken aan ‘lasthebbers’ (bestuurders) die
moeten handelen naar het belang van de lastgevers (aandeelhouders) à De bevoegdheid van
bestuurders was een ‘afgeleide’ van aandeelhouders.
• Bestuurders waren destijds dus ondergeschikt aan aandeelhouders.
2. 20e eeuw: In de 20e eeuw veranderen (sociaal-) economische ontwikkelingen het recht. Er vindt een groei van de
ondernemingen plaats.
• Daarmee veranderen ook de taken en verantwoordelijkheden van bestuurders.
• Daarnaast groeit het aantal aandeelhouders, waardoor het aandelenbezit zich uitspreidt en het moeilijk
wordt om gezamenlijk als AV macht over het bestuur uit te oefenen. Dit komt door (i) kennisachterstand,
(ii) dat aandeelhouders elkaar niet kennen en (iii) omdat zij minder betrokken zijn en de opkomst van de
AV daalt.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Lisaquant. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.