Gedrag in organisaties Samenvatting H8 T/m H12 en 14 t/m 16
350 views 2 purchases
Course
Gedrag in organisaties
Institution
Hogeschool Van Amsterdam (HvA)
Book
Gedrag in organisaties
Samenvatting studieboek Gedrag in organsiaties van Stephen P.Robbins en Timothy A.Judge (H8 t/m 12 en H14 t/m 16) - ISBN: 9789043019248, Druk: 10, Uitgavejaar: 2011 (Kort en bondig)
Gedrag in organisatie
Hoofdstuk 8
Groep: twee of meer individuen die met elkaar in contact staan en wederzijds
afhankelijk zijn, die samenkomen om bepaalde doelstellingen te verwezenlijken.
Formele groepen: ingebed in de organisatiestructuur en krijgen opdrachten en
taken.
Informele groepen: groeperingen die los staan van de organisatiestructuur.
Bevelgroep: werknemers die onder een bepaalde manager vallen.
Taakgroepen: mensen die samen een opdracht uitvoeren in de organisatie
Vriendengroepen: ontstaan buiten het werk om.
Waarom sluiten mensen zich bij groepen aan?
Veiligheid, status, eigenwaarde, affiliatie, macht, doelen bereiken.
Vijf-fasenmodel van groepsontwikkeling:
Fase 1: Formeren, onzekerheid over doel, structuur en leiderschap.
Fase 2: Stormfase, weerstan tegen beperkingen, conflict over de leiding.
Fase 3: normerende fase, ontwikkeling van innige relaties, samenhang.
Fase 4: performen, uitvoeren vaan taken
Fase 5: uiteengaan, voorbereiding op ontbinding
Groepseigenschappen:
- Rollen. (Rolindentiteit: attitudes en gedragingen. Rolperceptie: ons idee
over het gedrag dat we horen te vertonen. Rolverwachtingen:
verwachtingen van anderen over je gedrag. Rolconflict: individu wordt
geconfronteerd met uiteenlopende verwachtingen.)
- Normen: gedragsstandaards die door de groepsleden worden gedeeld.
(conformisme: respecteren van de groepsnormen. Referentiegroepen:
groepen waar je toe behoort of hoopt te behoren.)
- Status: sociaal bepaalde positie of rang die anderen toekennen aan
groepen of groepsleden. Status komt voort uit drie mogelijke bronnen: 1.
Macht over anderen. 2. Het vermogen een bijdrage te leveren aan de
doelen. 3. Persoonlijkheidskenmerken. Groepsleden met een hoge status
hebben meer vrijheid om van de normen af te wijken dan andere
groepsleden.
- Omvang. Lijntrekken: neiging minder in te spannen bij collectieve
inspanningen.
- Groepscohesie: mate waarin de leden zich tot elkaar aangetrokken
voelen en gemotiveerd zijn om in de groep te blijven.
Besluitvorming in groepen.
Groep vs. Individu
Groepsbesluit voordeel: betere informatie en meer kennis, verschillende
invalshoeken, acceptatie van oplossingen.
Groesbesluit nadeel: Kosten veel tijd, druk van conformisme, onduidelijk wie
verantwoordelijkheid draagt.
Groupthink houdt verband met normen. Het beschrijft situaties waarin de groep
wordt gedwongen tot conformiteit en daardoor wordt ontmoedigd om kritisch
,naar ongebruikelijke, minderheids- en impopulaire opvattingen te kijken.
Gevolgen:
- Groepsleden rationaliseren elke weerstand tegen hun aannames
- Groepsleden oefenen druk uit op mensen die twijfel uiten.
- Twijfelaars uiten hun bedenkingen niet.
- Illusie van unanimiteit. Zwijgen is toestemmen.
Groupshift betekent dat groepsleden bij de conclusie van een bespreking over
een aantal alternatieven vaak overdreven veel waarde hechten aan hun
uitgangspunt.
Hoofdstuk 9
Werkgroep is een groep die primair contact onderhoudt om informatie uit te
wisselen en besluiten te nemen, die de leden helpen om beter te presteren. Geen
noodzaak voor inspanning voor een collectief resultaat.
Werkteam genereert positieve synergie via gecoördineerde inspanningen. De
team prestatie is groter de dan de optelsom van alle individuele bijdragen.
1. Probleemoplossende teams: teamleden wisselen ideeën uit of komen
met suggesties om werkprocessen te verbeteren. Zij hebben vaak niet de
bevoegdheid om dit ook te implementeren.
2. Zelfsturende teams: nemen veel taken van een chef over. Zorgen zelf
voor: verdeling, planning, werktempo, maatregelen, samenwerkingen en
beoordelingen.
3. Crossfunctionele teams: opgebouwd uit werknemers van hetzelfde
niveau in de hiërarchie van de organisatie, maar van verschillende
werkgebieden, die samen een taak moeten volbrengen.
4. Virtuele teams: maken gebruik van computertechnologie en verbinden
mensen met elkaar die over de hele aardbol verspreid kunnen zijn.
Communicatie gaat via internet. Een virtueel team werkt alleen als er
vertrouwen tussen de teamleden is, er intensief toezicht op de vorderingen
wordt gehouden en als er regelmatig publicaties van inspanningen en
producten van het team in de organisatie worden gedaan.
Het model van teameffectiviteit:
Context, samenstelling, ontwerp taken en proces zorgen samen voor de juiste
teameffectiviteit.
Context:
- Adequate hulpmiddelen ( informatie, apparatuur, voldoende personeel en
aanmoediging)
- Leiderschap en structuur (belangrijk in multi-teamsystemen)
- Sfeer van vertrouwen (vertrouwen in elkaar en in de leider)
- Belonings- en prestatiebeoordelingssysteem ( systeem moet aangepast
worden op team)
Samenstelling:
- Capaciteiten van leden (technische expertise, vaardigheden in
probleemoplossing en besluitvorming, mensen die goed kunnen luisteren )
- Persoonlijkheid
- Rollen toewijzen (alle rollen moeten ingevuld worden)
, - Diversiteit van leden
- Omvang van teams
- Voorkeuren van leden
Ontwerp van taken:
- Vrijheid en autonomie’
- Variatie in vaardigheden
- Taakindentiteit
- Taakbelang
Proces:
- Gemeenschappelijk doel
- Concrete doelstellingen
- Doeltreffendheid van het team (team gelooft in succes)
- Mentale modellen
- Conflictniveau
- Lijntrekken
Teamgedrag kan bevorderd worden door:
- Selectie: zoek goede teamspelers
- Training: teamgedrag aanleren
- Beloning: gewenst gedrag aanmoedigen
Hoofdstuk 10
Functies van communicatie: controle, motivatie, uiting van motivatie, informatie.
Communicatie kan verticaal of lateraal verlopen. Verticale communicatie kan
naar beneden of naar boven. Naar beneden gaat de communicatie van het
bestuur of managers naar de laag daaronder. Bij naar boven stroomt de
communicatie naar hoger gelegen niveau.
Bij lateraal vindt de communicatie plaats tussen leden van dezelfde werkgroep.
Interpersoonlijke communicatie heeft 3 basismethoden: mondeling, schriftelijk
en non-verbaal.
Mondeling: voordelen zijn feedback en snelheid. Nadeel is vertekening als het
door veel mensen wordt doorgegeven.
Schriftelijk: voordelen zijn dat het tastbaar en verifieerbaar is, mensen gaan
zorgvuldig om met wat ze zeggen. Nadeel is dat het veel tijd in beslag neemt en
er is geen feedback.
Non-verbale communicatie: gebeurd vaak onbewust, lichaamstaal.
Drie veelvoorkomende netwerken voor kleine groepen:
- Keten: volgt strikt de formele gezagslijn.
- Wiel: leider is het centrale doorgeefluik voor communicatie tussen leden.
- Compleet netwerk: alle leden kunnen met elkaar communiceren.
Het geruchtencircuit is een informeel systeem dat buiten het management om
gaat. De meeste werknemers vinden geruchten geloofwaardiger dan officiële
berichten van het management. Het geruchtensysteem dient vooral het
eigenbelang van de mensen.
Elektronische communicatie is vaak een primair communicatie middel.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jetski. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.17. You're not tied to anything after your purchase.