Samenvatting van het vak Internationaal recht gegeven in leerjaar 4 van de opleiding Business Studies.
Het document is een combinatie van notities gemaakt gedurende colleges en werkcolleges. Daarnaast is het een samenvatting van het boek 'Contracten in de internationale handel'.
Business Studies / People And Business Management
Internationaal Recht
All documents for this subject (2)
2
reviews
By: daancaris1 • 1 year ago
By: bobdaemen97 • 9 months ago
Seller
Follow
DaanZenden
Reviews received
Content preview
Internationaal Recht
Week 1 – Internationaal privaatrecht (IPR)
De juridische kaders van internationale handel
Bij internationale handel gaat het om de export en import van goederen en diensten. Hierbij
geldt als juridische grondslag voor export en import, de internationale koopovereenkomst.
Oftewel het internationaal commercieel contractenrecht dat onderdeel is van het
Internationaal privaatrecht (IPR/Privat International Law PIL). Het internationaal privaatrecht
is een samenstel van regels, dat de privaatrechtelijke rechtsverhouding met internationale
elementen bestrijkt (definitie van Hoogenraad en Scholten).
Bij een internationale privaatrechtelijke rechtsverhouding gaat het om
drie basisvragen:
1. Welk recht is van toepassing? (Rome I-Vo)
2. Welke rechter is bevoegd? (Brussel I / EEX-Vo)
3. Wat is de rechtskracht van in het buitenland gewezen vonnissen?
Nationale rechtsstelsels zijn gelijkwaardig aan elkaar. Een nationaal
rechtstelsel gaat nooit boven een ander
nationaalrechtstelsel.
Categorieën regels van Internationaal Privaatrecht
- Uniform recht (eigen/zelfstandige regels)
Internationaal privaatrecht is een enorm omvangrijk
rechtsgebied waarbij verschillende soorten regels van
toepassing zijn. Hierbij krijgen we te maken met uniform
recht, dit zijn eigen/zelfstandige regels uit verdragen die
één specifiek onderwerp regelen. (bijv. het Weens
koopverdrag van toepassing voor de koop en verkoop
betreffende roerende zaken).
- Voorrangsregels
Deze categorie kennen we binnen het nationaal recht niet.
Voorrangsregels betreft regels die voorrang hebben op
nationaal recht. Binnen de categorie van voorrangsregels
kunnen in het specifiek twee categorieën worden onderscheiden:
1. Regels die specifieke groepen rechtssubjecten beschermen (bijv. art. 7:670 BW)
2. Regels die in privaatrechtelijke rechtsverhoudingen ingrijpen ter bescherming van
publieke belangen (bijv. kartelwetgeving)
- Conflictregels (ook wel verwijzingsregels)
Deze categorie kennen we binnen het nationaal recht niet. Deze conflictregel lost een
problemen niet inhoudelijk op maar helpt bij het oplossen van de vraag welke rechtsregel
van toepassing is wanneer er twee of meer rechtsregels op hetzelfde feit van toepassing zijn.
Oftewel ze verwijzen naar een bepaald rechtsstelsel dat van toepassing is. Dit is relevant
indien contractspartijen zelf geen toepasselijk recht aanwijzen door rechtskeuze.
1
,Vindplaats van conflictregels:
- Verdragen: zoals de Verordening in zake het recht
dat van toepassing is op verbintenissen uit
overeenkomsten (Rome I), de EEX-Verordening
(Brussel I)
- Nationale wetgeving: bijv. de wet algemene
bepalingen
- Nationaalrecht door keuze of verwijzing
Partijen mogen in het contract vastleggen welk recht ze
van toepassing verklaren om de overeenkomst. Dit wordt ook wel rechtskeuze genoemd.
- Gewoonterecht
Deze categorie kent men in het Nederlandse recht ook. Bepaalde gebruiken hebben in een
samenleving/gemeenschap rechtskracht.
- Usus (Algemeen gebruik van staten)
- Opinio Necessitatis (noodzakelijkheid)
- Onvrijwillig gedrag
- Bindend voor de hele wereldgemeenschap
Juridische kaders van entreestrategieën
Binnen de Europese Unie is het exporteren van goederen en diensten beduidend makkelijk
doordat er middels verdragen vrij verkeer van personen, kapitaal, goederen en diensten
mogelijk is gemaakt. Wanneer men wil exporteren naar landen buiten de Europese Unie
dient men rekening te houden met verscheidenen juridisch bindende regels.
Er zijn verschillende entreestrategieën die een onderneming in acht kan nemen bij het
exporteren op internationaal grond gebiedt.
1. De handelsagent
Een handelsagent is een onafhankelijke bemiddelaar tussen principaal en
koper die op de hoogte is van de geldende wet en regelgeving. De
handelsagent treedt op als tussenpersoon (op provisiebasis). De
agentuurovereenkomst die ontstaat bij tussenkomst van een handelsagent
is geregeld in art. 7:428 – 445 BW (Naar EG-richtlijn van 18.12.1986).
Hierin is in beginsel sprake van contractsvrijheid. Echter, sommige
afspraken gelden pas indien en wanneer zij op schrift zijn gesteld, het
delcrederebeding (beding in de agentuurovereenkomst krachtens welke
de agent aansprakelijk is voor de solvabiliteit van de
afnemer. De aansprakelijkheid is echter beperkt tot de
hoogte van de overeengekomen provisie).
Redenen voor de tussenkomst van een agent bij de export
zijn:
- Beperking van risico’s
- De agent spreekt de taal, begrijpt de cultuur en kent de markt
- De exporteur wordt uiteindelijk de contractpartner van de nieuwe klant
Om te bepalen welke rechter bevoegd is zijn grofweg drie verschillende mogelijkheden te
onderscheiden.
Indien de partijen bij een agentuurovereenkomst besluiten een forumkeuzebeding op
te nemen, dan is deze rechter volgens art. 25 EEX-Vo exclusief bevoegd om van de geschillen
kennis te nemen, tenzij in het beding is opgenomen dat één van de partijen ook bij andere
rechters een rechtszaak kunnen starten.
2
, Is er geen forumkeuze gedaan, dan is binnen de Europese Unie art. 4 EEX Verordening
als hoofdregel van toepassing. Volgens dit artikel is de rechter van het land van de gedaagde
bevoegd.
Art. 7 lid 1 sub b EEX-Vo maakt ook de rechter van de lidstaat waar de dienst werd
uitgevoerd of zou hebben moeten worden uitgevoerd bevoegd.
Om te bepalen welk recht van toepassing is op de vertegenwoordiging door middel van een
agent dan is het Haags Vertegenwoordigingsverdrag van toepassing (Verdrag betreffende
het toepasselijke recht op Vertegenwoordiging). Uit art. 5 blijkt dat partijen in beginsel vrij
zijn zelf een rechtskeuze in de overeenkomst op te nemen. Uit art. 6 blijkt indien er geen
rechtskeuze, overeenkomstig met art. 5, is opgenomen dan is het toepasselijk recht het
interne recht van de Staat waarin, op het tijdstip van het tot stand komen van de
vertegenwoordigingsverhouding, de vertegenwoordiger zijn kantoor of, bij gebreke daarvan,
zijn gewone verblijfplaats heeft.
2. De distributeur (wederverkoper)
De belangrijkste reden om voor een distributeur i.p.v.
een agent te kiezen is dat de exporteur niet alle
exporthandelingen (meer) zelf wil verrichten. De
exporteur heeft dan in een bepaald gebied nog maar
één afnemer en dat is de distributeur. Dat maakt de
bedrijfsvoering voor de exporteur een stuk
makkelijker.
De distributeur is een klant van de exporteur en
betreft een onafhankelijk persoon maar is geen tussenpersoon. De distributeur levert in de
regel aan groothandels of aan detailhandels. Voor de overeenkomst met de debiteur, de
distributieovereenkomst, gelden geen aparte wettelijke regelingen, boeken 3 en 6 BW, en
ook hier is het beginsel van contractsvrijheid van toepassing.
Er zijn verschillende soorten distributieovereenkomsten:
- Eenvoudige wederverkoop
- Exclusieve wederverkoop (alleenverkoopovereenkomst) – verboden wegens
oneerlijke concurrentie
- Exclusieve afname – verboden wegens oneerlijke concurrentie
- Selectieve distributie
Distributeurs worden gekozen aan de hand van kenmerken die passen bij de
producten
Voor de vraag welk recht van toepassing is op de distributieovereenkomst, wordt ofwel
beantwoord door de overeenkomst zelf (art. 3 Rome-I-Vo) ofwel door de verwijzingsregel
van art. 4 lid 1 onder f. Is het de partijen niet gelukt om een rechtskeuze voor Nederlands
recht overeen te komen volgens art. 3 dan wijst art. 4 lid 1 onder f het recht van de
verblijfplaats van de distributeur aan.
Verschil distributeur en agent
De agent verdient zijn geld door de provisie op de
bemiddeling van de koopovereenkomsten, terwijl
de distributeur leeft van het verschil tussen de
inkoop en de verkoop van goederen.
Daarnaast doet de agent alleen bemiddelen en
niet importeren en exporteren.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller DaanZenden. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.69. You're not tied to anything after your purchase.