Samenvatting The Student's Guide to Cognitive Neuroscience van Ward - voor het vak Cognitieve Neurowetenschappen voor Geesteswetenschappers
Aantekeningen colleges 1-10 | 0HV40 Brain Body And Behaviour
Summary of all terms and definitions from The Student's Guide to Cognitive Neuroscience by Jamie Ward, Third Edition
All for this textbook (4)
Written for
Universiteit Leiden (UL)
Pedagogische Wetenschappen
Neurobiologische Achtergrond Van Opvoeding En Ontwikkeling
All documents for this subject (43)
3
reviews
By: jettevandervos • 2 year ago
By: mereljoane • 3 year ago
By: helenaboer • 3 year ago
Seller
Follow
nadinedevogel
Reviews received
Content preview
Neurobiologische achtergronden B Samenvatting
College Week 41 (H6 & 7)
AANTEKENINGEN GEHEUGEN
Het geheugen heeft verschillende onderverdelingen:
1. Korte termijn vs. lange termijn
- Consolidatie is het verplaatsen van informatie van het korte termijngeheugen
naar het lange termijngeheugen.
2. Procedureel vs. declaratief
3. Expliciet (bewust) vs. impliciet (onbewust)
Een onderdeel van het geheugen is het werkgeheugen waar informatie wordt bewerkt.
- Het werkgeheugen bestaat uit drie componenten:
1. Visuo-spatial sketchpad. Dit onderdeel houdt visuele en spatiele informatie vast.
2. Phonological loop. Dit onderdeel houdt auditieve informatie vast.
3. Central executive. Dit onderdeel bepaalt wat er met de binnenkomende
informatie moet gebeuren, waarbij de prefrontale gebieden van belang zijn.
De hippocampus is belangrijk voor het declaratief lange termijngeheugen.
Bilaterale schade aan de hippocampus (oftewel schade aan beide hippocampi in beide
hemisferen) leidt tot amnesie.
Er zijn verschillende vormen amnesie:
1. Retrograde amnesie. Bij deze vorm van amnesie verliest iemand opgeslagen
informatie.
2. Anterograde amnesie. Bij deze vorm van amnesie verliest iemand het mogen om
nieuwe informatie op te slaan.
Een andere, bijzondere vorm van amnesie is infant amnesie wat inhoudt dat de
meeste mensen zich weinig kunnen herinneren van hun eerste vier levensjaren.
- Een verklaring van infant amnesie is dat de hippocampus nog in ontwikkeling is.
AANTEKENINGEN TAAL
Broca’s gebied is verantwoordelijk voor taalproductie: spraakmotoriek, woordvinding en
grammaticaproductie.
- In het gebied worden zinnen geproduceerd, deze worden doorgestuurd naar andere
hersengebieden die ervoor zorgen dat de spieren rond de mond bewogen worden
waardoor de zin uitgesproken kan worden.
- Beschadiging aan Broca’s gebied leidt tot expressieve afasie, waarbij iemand moeite
heeft met het uitspreken van taal.
Wernicke’s gebied is verantwoordelijk voor taalbegrip.
- Beschadiging aan Wernicke’s gebied leidt tot receptieve afasie, waarbij iemand moeite
heeft met het begrijpen van taal waardoor diegene onzinnige antwoorden geeft.
- Voor het begrijpen van geschreven taal is het gebied verbonden met de visuele cortex.
Schade aan deze verbinding leidt tot alexie, waarbij iemand eerst wel kan lezen
maar daarna niet meer.
De fasciclus arcuate is een zenuwbundel die de gebieden van Broca en Wernicke met elkaar
verbindt.
- Beschadiging aan de zenuwbundel leidt tot conductie-afasie, waarbij taalproductie en
taalbegrip relatief in orde is maar er iemand kan niet iemand nazeggen.
,Broca’s en Wernicke’s area Broca’s, Wernicke’s area en de fasciclus arcuate
CHAPTER 6 – UNDERSTANDING OTHERS
De mentale staat van een individu bestaat uit kennis, overtuigingen, intenties en verlangens.
- Mentalizing is het afleiden van de mentale staat van een ander of het toeschrijven van
een mentale staat aan een ander.
- Bij de theory of mind wordt ervan uit gegaan dat er een speciaal mechanisme is
voor het afleiden van de mentale staat van een ander.
Empathy and simulation theory
De definitie van empathie is: een emotionele reactie op de gevoelens van een ander.
- De definitie kan op vijf manieren opgevat worden:
1. Empathie is het kennen van de interne staat van een ander.
2. Empathie is de houding van een ander of de neurale repons overeen laten
komen.
- Deze opvatting komt het meest overeen met spiegelsystemen, imitatie en
contagion.
3. Empathie is een emotionele reactie op de situatie van een ander.
4. Empathie is het voorstellen hoe jij je zou voelen of hoe jij zou reageren als jij je
in de situatie van de ander zou bevinden.
5. Empathie is voorstellen hoe een ander zich zou voelen of hoe een ander zich zou
gedragen in een bepaalde situatie (gezien zijn/haar persoonlijke geschiedenis,
kenmerken, kennis en overtuigingen).
Er is een relatie tussen empathie en imitatie: imitatie zorgt ervoor dat iemand aardiger
gevonden wordt en leidt tot meer hulpvaardig gedrag.
- Volgens Carr activeert imitatie gedeelde motorische representaties tussen de zelf en
de ander. Deze informatie wordt via de insula naar het limbisch systeem gebracht.
Deze actie-naar-emotie route ligt ten grondslag aan empathie.
De simulatietheorie stelt dat mensen hun interne systemen gebruiken om de interne
processen van een ander te voorspellen.
- Ondersteuning voor de simulatietheorie is dat simulatie één van de mechanismen van
empathie is: het zien van iemand met pijn kan het pijncircuit activeren.
Maar, overtuigingen over een ander kunnen simulatie te boven gaan.
- Deze bevinding hebben belangrijke implicaties voor condities die geassocieerd worden
met een gebrek aan empathie, bijvoorbeeld autisme of psychopathie.
Maar, volgens Bandura speelt simulatie een relatief kleine rol bij empathie
omdat mensen anders emotioneel uitgeput raken.
Het model van empathie van Decety en Jackson maakt onderscheid tussen simulatie en
andere mechanismen van empathie.
- Het model richt zich op de verschillen tussen het delen van emoties (gebaseerd op
simulatie), het begrijpen van emoties (gelinkt aan mentalizing) en emotie-regulatie
(gelinkt aan cognitieve controle en het vrijwillig perspectief nemen).
- Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen cognitieve empathie vs. affectieve
empathie.
, - Volgens dit model heeft empathie drie aspecten:
1. Gedeelde representaties tussen de zelf en de ander.
2. Een bewustzijn van de zelf en de ander als gelijkwaardig maar afzonderlijk.
3. Een capaciteit voor mentale flexibiliteit om perspectief in te kunnen nemen en
zelfregulatie mogelijk te maken.
Theory of mind and reasoning about mental states
Theory of mind is het vermogen om de mentale toestand aan anderen toe te schrijven en te
beseffen dat gedachten kunnen afwijken van de eigen.
- Theory of mind ontwikkelt zich rond het vierde levensjaar.
- Er zijn twee verklaringen van theory of mind:
1. Theory-theory. Deze verklaring is het idee dat we een set van principes,
gerelateerd aan mentale staten en hoe deze staten gedrag leiden, opslaan als
expliciete kennis.
2. Simulatietheorie. Deze verklaring houdt in dat alleen perceptuele motorische
systemen nodig zijn om anderen te begrijpen.
Bij het bestuderen van theory of mind worden verhalen of opeenvolgingen van gebeurtenissen
als stimuli gebruikt en de respons is een open respons.
- Theory of mind kan bestudeerd worden met de Sally-Anne test.
Als iemand de test niet goed maakt, betekent dat niet dat iemand geen theory of
mind heeft omdat het ook kan wijzen op taalproblemen of moeite om een
dominante respons te onderdrukken.
- Intentional stance is de neiging om gedrag te verklaren/voorspellen door middel van
mentale staten.
- Er zijn verschillende niveaus van intentionaliteit die verantwoordelijk zouden
kunnen zijn voor het vertonen van bepaald gedrag:
1. Zero-order intentionaliteit. Dit is de assumptie dat een tussenpersoon geen
overtuigingen en verlangens heeft.
2. First-order intentionaliteit. Dit is de assumptie dat een tussenpersoon
overtuigingen en verlangens heeft, maar geen overtuigingen over de
overtuigingen.
3. Second-order intentionaliteit. Dit is de assumptie dat een tussenpersoon
overtuigingen over de overtuigingen van anderen heeft.
4. Third-order intentionaliteit. Dit is de assumptie dat een tussenpersoon
overtuigingen heeft over de overtuigingen van iemand die een overtuiging
heeft over een ander.
Bij empathie en theory of mind spelen verschillende hersengebieden een rol:
- Uit de temporaalkwab:
1. Superieure temporale gyrus (STG). Dit hersengebied is verantwoordelijk voor taal.
- In de rechter temporale kwab is er sprake van prosodieperceptie, dit houdt in
dat dit hersengebied stembuiging detecteert waarmee je de emoties van
anderen kunt aflezen.
2. Temporale polen. Deze polen zijn belangrijk voor taal en de semantiek van taal.
3. Temporo-parietal junction (TPJ). Dit gebied is belangrijk voor levende
bewegingen, deze bewegingen zijn belangrijk voor het waarnemen van sociale
acties van anderen.
- Uit de frontaalkwab:
1. Mediale prefrontale cortex. Dit gebied is betrokken bij metacognitie (denken over
denken).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nadinedevogel. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.36. You're not tied to anything after your purchase.