ANATOMIE EN FYSIOLOGIE VAN HET OOG EN DE GEZICHTSBANEN – KOPPEN
- Hoornvlies = cornea ligt vooraan
- Iris = kleur van het oog → in de iris ligt een opening = pupil
- Het licht gaat door het hoornvlies, door de voorkamer, pupil,
lens en gaat dan naar het netvlies → vanuit het netvlies gaan
lichtprikkels via de oogzenuw naar de hersenen
Embryologie van het oog
→ Oog maakt integraal deel uit van de hersenen
- Vanuit het neurale weefsel krijgen we optische vesikels
o 4,5 week: invaginatie van de optische vesikels en
aanleg van de lensplaten
o 5 weken: vanuit ectoderm gaat de lensvesikel zich
vormen
▪ Optische steel = steel waarmee het oog
verbonden is met de hersenen → wordt de
oogzenuw → optische steel heeft een fissuur
die zal moet sluiten (sluit soms niet)
o 7 weken: lenzen die groter zijn dan normaal
o 8 weken: oog met lens, netvlies, oogzenuw,
oogspieren die zich vormen
! In het voorsegment van het oog kunnen we veel vervangen en repareren maar het netvlies en de
oogzenuw maken deel uit van het zenuwstelsel dus niet makkelijk te repareren door een operatie
Als het mis gaat
- Sluitingsdefect van optische fissuur → coloboom van retina, choroïdea en
iris (coloboom = er ontbreekt weefsel)
o Coloboom is onderaan → omdat de optische steel zich onderaan
moet sluiten
1
, - Resten van embryonale bloedvaten op de papil → de bloedvaten komen
binnen via de optische steel en als deze niet genoeg regresseren dan zien
wij die op deze plaats
- Probleem bij de aanleg van de lens → congenitaal cataract
Lagen van de oogbol
→ 3 Lagen van de oogbol:
- Tunica fibrosa = hoornvlies en de sclera → deze zetten
zich voort in de schede rond de oogzenuw → zet zich
voort in de dura mater die rond de hersenen ligt
o Nauwe verbinding met de hersenen!
- Tunica vasculosa = rijk gevasculariseerde weefsels: iris,
corpus ciliare en choroid → zet zich voort in arachnoïdea
en pia mater van de hersenvliezen
- Retina = pigmentale en neurale laag
Tunica fibrosa
Anatomie van de cornea en sclera
→ 5 lagen in het hoornvlies: epitheel, membraan van
Bowman, stroma, membraan van Descemet en endotheel
- Hoornvlies = transparante venster van het oog →
hier zijn geen bloedvaten want dit zou troebeling
geven!
o De zenuwuiteinden zijn niet gemyeliniseerd
om zo weinig mogelijk interferentie te
hebben met de transparantie
o Deze transparantie krijgen we door een
specifieke ordening van collageen (vnl type
1)
- De 5 lagen van de cornea zijn ong 0,5 mm dik, de diameter van de cornea kan oplopen tot
12,5 mm
→ De cornea loopt door in de sclera: bestaat ook uit collageen
maar hier is het collageen dat kris kras door elkaar loopt en
hierdoor krijg je een witte kleur (niet transparant!)
2
,Cornea: meerlagig niet gekeratiniseerd plaveiselepitheel
- Constante turnover van het epitheel → oppervlakkige
cellen schilferen af en worden vervangen
- Epitheelcellen hebben microvilli, glycocalyx en de
celmembranen bevatten lipiden (= hydrofoob)
o Door de glycocalyx wordt het celoppervlak meer
hydrofiel gemaakt
- Epitheel is bedekt met een traanfilmlaag = belangrijkste
element in de breking van licht → als lichtstralen op het
oog vallen gaan ze afgebogen worden thv het hoornvlies
o Het oppervlak moet hiervoor zo glad mogelijk zijn → bij de minste onregelmatigheid
gaat het beeld degraderen
Stroma van de cornea:
- Collageen type 1 en 6, grondsubstantie van proteoglycans
en soms een keratocyt die de collageenvezels aanmaakt
- Turnover duurt aantal jaren
- Hoornvlies is transparant door de regelmatige schikking
van collageenfibrillen
Endotheel van de cornea:
- = monolaag van hexagonale cellen → heel
regelmatig patroon
- Het endotheel speelt een belangrijke rol in de
homeostase en het helder blijven van het hoornvlies
o Het stroma bestaat uit proteoglycans en wilt
water aantrekken naar het stroma →
hierdoor zou de regelmatige schikking
verstoord worden en dit mag niet!
o Endotheelcellen gaan op actieve wijze (ATP nodig) water wegpompen uit het
corneale stroma
Gezond hoornvlies: influx en wegpompen van water is in evenwicht zodat we een
transparante cornea hebben
Falen van de endotheliale pompfunctie door slechte constitutie, chirurgie of trauma leidt tot
stromaal oedeem → het hoornvlies wordt grijs
3
, ! Epitheelcellen endotheelcellen
- Epitheelcellen groeien aan → migreren naar boven toe →
schilferen dan af
o Er is ook een constante aanvoer van epitheelcellen
- Humane endotheelcellen prolifereren niet! Het capitaal aan
endotheelcellen neemt enkel af
o Celdensiteit neemt af + toenemend polymorfisme
van de cellen
→ Het hoornvlies is belangrijk voor de afbuiging van lichtstralen
- Er komt een lichtstraal op het oog af → cornea heeft een
sterkte van 43 dioptrie (sterker dan de lens) dus het hoornvlies
is belangrijker in het focussen van lichtstralen op het netvlies
dan de lens
o Elke verandering in de kromming heeft een grote
impact op de sterkte van het oog
▪ Als de proporties niet kloppen: bv oog te kort
en netvlies komt meer naar voor dan ben je
verziend ( oog te lang dan gaat het netvlies meer naar achter en ben je
bijziend)
o Mogelijkheid om de sterkte van het oog te finetunen → cornea afvlakken door
lasercorrecties om de lichtstralen terug in focus te brengen (centrale dikte van het
hoornvlies verminderen)
Keratoconus = genetisch bepaalde ziekte waarbij het hoornvlies conisch
vervormt
o Er is een hobbeling te zien in de cornea die er niet hoort te zijn
o Geen oude mensen ziekte! → typisch tussen 15-25 jaar
Corneale innervatie
→ Geen bloedvaten in de cornea maar is wel heel dens geïnnerveerd (vooral onder het epitheel).
Meest dense innervatie van het lichaam
- Zenuwuiteinden takken af uit de n.
trigeminus tak a (n. Va)
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller pauliena. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $26.03. You're not tied to anything after your purchase.