Onderzoeks- en Interventiemethodologie A
Weektaak 5 Bedrijfskunde, Economie en Bedrijfseconomie
5AKWANTITATIEF ONDERZOEK, DEEL 1, BESCHRIJVEN VAN
DATA
KENNISVRAGEN
Vraag 1
In het boek en in het hoorcollege zijn drie belangrijke onderdelen (fases) besproken van
kwantitatieve analyse. Welke drie zijn dat en beschrijf kort wat die drie onderdelen/fases
inhouden.
Voorbereiding: Verzamelen van data, het doen van steekproeven.
Datapreparatie: Check van criterium
Data-analyse: beschrijven, samenhang en causaliteit.
Vraag 2
Als je op basis van een steekproef uitspraken wilt doen over de hele populatie is het
noodzakelijk dat de steekproef aselect is getrokken. Stel, er is een nieuwe cao in de
metaalsector afgesloten. Een van de vakbonden wil onderzoeken wat de werknemers in
die sector van het akkoord vinden. Ze weten nog niet welke steekproef ze gaan trekken
en overwegen de volgende vier typen: gestratificeerde steekproef, cluster steekproef,
quota steekproef, sneeuwbal steekproef. Ze vragen jou om tijdens een vergadering uit
te leggen wat die steekproeven inhouden. Hoe zou jij deze vier steekproeven aan hen
omschrijven?
- gestratificeerde steekproef: verdeel je de groepen steeds onder in subgroepen.
Uit elk van die subgroepen trek je een steekproef. Al die steekproeven worden
uiteindelijk samengevoegd tot een gestratificeerde steekproef.
- cluster steekproef: Je neemt een aselecte steekproef over alle afdelingen die er
zijn, en daaruit bepaal je welke afdeling je pakt. Uit deze afdeling doe je weer een
selectieve steekproef.
- quota steekproef: Je formuleert een paar categorieën en dan zoek je bij die
categorieën respondenten. Deze respondenten kunnen dan weer reageren op die
categorieën en zo probeer je de categorieën ‘vol’ te maken.
- sneeuwbal steekproef: Je nodigt een paar respondenten uit, en die kiezen ook
weer andere respondenten uit die een steekproef kunnen doen.
Vraag 3
Er zijn in het boek en tijdens het colleges zeven aspecten besproken die een mogelijke
bedreiging vormen voor de resultaten van een experiment. Beschrijf er drie.
Omvang: je hebt een bepaalde omvang nodig om een onderzoek representatief te
maken.
Nonrespons: geen antwoord op de enquetes die je afneemt.
Missing Values: als er in enquetes ontbrekende waarden bevinden.
Vraag 4
Omschrijf de volgende statistische maten: modus, mediaan, gemiddelde,
interkwartielrange en standaarddeviatie. Geef ook aan voor welke type variabelen deze
maten geschikt zijn.
,Modus: De modus is het getal of categorie die het meeste voorkomt.
Mediaan: De mediaan vertelt welk getal, na rangschikking, in het midden staat. Dit kan
alleen als het meetniveau minimaal ordinaal is, anders is er geen rangorde in de
kenmerken.
Gemiddelde: het gemiddelde is wat iedereen zou krijgen als het eerlijk verdeeld is.
Hiervoor is het nodig dat de variabele op minimaal scale niveau, dus interval of
rationiveau, gemeten is.
Interkwartielrange: Is de afstand tussen het eerste en derde kwartiel, dus de mate
waarin de waarden onderling verschillen.
Standaarddeviatie: maat voor de spreiding.
Toepassingsvragen
Vraag 5
Hieronder staan vier variabelen:
v0035: geeft de respondent leiding en zo ja, aan hoeveel mensen; Ordinaal, De
centrale tendentie is mediaan en de spreiding is range.
v0082: is de respondent lid van een politieke partij; Nominaal, centrale detentie is idem
als dicotomie en modus en de spreiding is niet van toepassing
b0006: in welke regio woont de respondent; Dichotomie, de centrale tendenties zijn
proporties, percentages en ratio’s en de spreiding is niet van toepassing.
v0033: aantal uren dat de respondent per week werkt? (let op: deze is verspreid over
twee bladzijden). Ordinaal, De centrale tendentie is mediaan en de spreiding is range.
Geef voor elke variabele aan wat het meetniveau is en welke maten voor centrale
tendentie en spreiding het meest geschikt zijn.
v0035 MANAGERIAL POSITION RESPONDENT
Valid Cumulative
Frequency Percent Percent Percent
Valid 1 NO 1369 57.4 63.2 63.2
2 YES, TO LESS THAN 5 PEOPLE 407 17.1 18.8 82.0
3 YES, TO 5 TO 9 PEOPLE 153 6.4 7.1 89.0
4 YES, TO 10 TO 19 PEOPLE 105 4.4 4.8 93.9
5 YES, TO 20 TO 49 PEOPLE 73 3.1 3.4 97.2
6 YES, TO 50 OR MORE PEOPLE 60 2.5 2.8 100.0
Total 2167 90.9 100.0
Missing 0 NO ANSWER 3 .1
System 214 9.0
Total 217 9.1
Total 2384 100.0
v0082 MEMBERSHIP POLITICAL PARTY
Cumulative
Frequency Percent Valid Percent Percent
Valid 1 YES 174 7.3 7.3 7.3
2 NO 2210 92.7 92.7 100.0
Total 2384 100.0 100.0
2
, b0006 REGION
Cumulative
Frequency Percent Valid Percent Percent
Valid 1 NORTH 250 10.5 10.5 10.5
2 EAST 508 21.3 21.3 31.8
3 WEST 1047 43.9 43.9 75.7
4 SOUTH 579 24.3 24.3 100.0
Total 2384 100.0 100.0
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Bedrijfskundegroep. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.35. You're not tied to anything after your purchase.