Het is een samenvatting van het boek Basisboek Criminologie van Hoofdstuk 1 t/m 6 en hoofdstuk 8. Voor dit tentamen had ik een 7,6 en had alleen geleerd vanuit deze samenvatting.
Samenvatting criminologie H 1 t/m 6 & H8
Hoofdstuk 1
Criminologie is een zelfstandige en onafhankelijke wetenschap waarbij gebruik wordt gemaakt van
kennis uit andere wetenschappen zoals: sociologie, psychologie, psychiatrie, rechtswetenschappen,
geneeskunde, politicologie en antropologie. Ze hebben eigen professionele verenigingen en
wetenschappelijke tijdschriften.
Een criminoloog richt zich op criminaliteit als verschijnsel. Dit kan zijn het slachtoffer, de misdadiger,
maar ook het heersende politieke systeem. Ze brengen de context in beeld. Criminologie
Wat is crimineel gedrag?
- Dit hangt af van de tijd dat het zich afspeelt. Zo was vroeger overspel een strafbaar feit, maar
nu niet meer (decriminaliseren). Andersom is verkrachting binnen een huwelijk nu een
strafbaar feit, maar vroeger dus niet (criminaliseren).Het veranderd dus met de tijd.
- Naast dat de tijd waarin het zich afspeelt belangrijk is om crimineel gedrag te definiëren, is
ook de publieke opinie belangrijk, maar ook de gevolgen die een bepaald gedrag heeft voor
slachtoffers en misdadigers.
De grens tussen niet-crimineel gedrag en crimineel gedrag is niet scherp. Een voorbeeld wat we hier
bij kunnen pakken is mishandeling. Volgens art. 300 Sr wordt je bestraft voor mishandeling met een
gevangenisstraf van max. 2 jaar. Maar wat wordt er dan precies bedoeld met mishandeling? Dit
interpreteert iedereen anders. Een pak slaag van je vader als je je misdragen hebt? Of een harde klap
tijdens een ruzie in een club?
Criminaliteit is een sociaal construct. Dit houdt in dat criminaliteit is ‘wat we zo noemen’, waarover
binnen de overheid afspraken zijn gemaakt. Criminaliteit is gedrag dat strafbaar is gesteld in een
formele wet. Verschillende criminologen definieerde criminaliteit als volgt(nuanceringen van het
begrip criminaliteit):
Bonger: een ernstige antisociale handeling, waarop de staat door toevoeging van leed (een
straf/maatregel) bewust reageert
Sellin: criminaliteit is een van de vele verschijningsvormen van regeloverschrijdend gedrag
Sutherland: maatschappelijke schade. Wederechtelijke of onrechtmatig gedrag. Sutherland
bestudeerde ook de witteboordencriminaliteit dat in de jaren 70 op gang kwam in
Nederland.
In de jaren voor Christus was er ook al sprake van misdaad en straf. De Griekse filosoof Plato spreekt
ook van de grens tussen armoede en rijkdom. Plato: in elke staat waar er armoede heerst is er
automatisch sprake van misdadigers. Hebzucht en begeerte zijn de oorzaak van misdaad. Of iemand
misdaden begaat, is afhankelijk van de vraag of het goede of het slechte deel van zijn persoonlijkheid
de overhand heeft. Dit heet deterministische verklaring van het gedrag. Daartegenover: vermogen
om deze elementen te beheersen is afhankelijk van opvoeding en omgeving(sociaal) (Plato geeft
moralistische benadering van criminaliteit).
Naast Plato zijn er nog andere filosofen die een mening hebben over criminaliteit:
Thomas van Aquino (1226-1274): in de hoogste nood is diefstal geoorloofd (kritische en
marxistische criminologie.)
Thomas More (1478-1535): voorloper kritische criminologie: is het opleggen van straffen
door de overheid wel te rechtvaardigen als diezelfde overheid de veroorzaker is van veel
, criminaliteit omdat zij burgers onderdrukt en besteelt? Zware straffen zullen de misdaad niet
inperken. Men moet op zoek naar de oorzaken van criminaliteit en die wegnemen. Kritiek op
strafstelsel: door het stellen zware straffen op lichte feiten gaat men over tot het plegen van
zwaardere feiten, risico van zwaardere straffen vermeerdert niet. Oplossing: vergoeden
aangerichte schade d.m.v. werkstraffen
De Klassieke School: Startte als een politieke protestbeweging tegen de wantoestanden van het
ancien régime in Frankrijk. Het individu is met rede begaafd, is bekwaam om het eigen lot in handen
te nemen en hiervoor verantwoordelijkheid te dragen. Vrije wil & rationaliteit.
Belangrijkste punten van de Klassieke School zijn:
1. Vrijheidsstraffen
2. Misdadigers handelen vanuit rationele motieven (rustige doordachte manier)
Montesquieu (1689-1755) zegt het volgende: de staat moet de vrijheid van zijn onderdanen
kunnen garanderen m.b.v. heldere wetten die beletten dat te veel macht in handen van één
persoon terechtkomt. Dit leidde tot de scheiding der machten.(Trias politica).
Rousseau (1712-1778): eigendom is de oorzaak van rivaliteit en de tegenstelling tussen arm en
rijk. Leer van het sociaal contract: niemand kan een mens onderwerpen zonder dat deze
daarmee instemt. (volkssoevereiniteit).
De belangrijkste figuur van de Klassieke School Beccaria (1738-1794): is tegen het willekeurige
gebruik van het strafrecht, tegen marteling en doodstraf. Ideeën:
- individu moet zo min mogelijk verhinderd worden door het recht
- rechten van verdachte moeten worden beschermd door de wet
- De ernst van het misdrijf wordt bepaald door ernst van de schade
- Het legaliteitsbeginsel: wetgever moet vooraf misdaden definiëren en vooraf de straf
bepalen (nulla poena-beginsel)
- Proportionaliteitsbeginsel – straffen moeten in de juiste verhouding staan tot het gepleegde
misdrijf
- Straffen zijn onrechtvaardig als ze zwaarder zijn dan noodzakelijk om afschrikking te
bewerkstelligen
- Excessieve straffen zijn inefficiënt, misdadigers zullen nieuwe misdaden plegen om
berechting te voorkomen
- Uitvoering straffen snel en voorspelbaar
- Strafoplegging vrij van corruptie en vooroordeel
Bentham (1748-1832, Engeland): pleasure-pain-principe: menselijk gedrag wordt gedreven
door het behalen van zo veel mogelijk voordeel en het vermijden van nadeel. Het recht moet
elk voordeel dat verkregen wordt door crimineel gedrag laten overschaduwen door de pijn
die de op te leggen straf oplevert. Een crimineel zal zo een rationele afweging maken tussen
het voordeel en het nadeel van crimineel gedrag. 3 basisideeën van Beccaria die van belang
zijn:
1. De kans dat de straf daadwerkelijk wordt opgelegd
2. De snelheid waarmee de straf volgt op het delict
3. De hoogte van de straf
Bentham en Beccaria waren voorstanders van vrijheidsstraffen, ‘panopticon’: ronde, efficiënte
gevangenis.
Eind 19e eeuw werd de klassieke school tegengesproken door het positivisme/Italiaanse school/bio-
antropologische school. Deze leer zegt dat criminaliteit is aangeboren.
, Lombroso: bouwde voort op het gedachtegoed van de frenologie: de leer dat de vorm en
afmeting van een schedel een graadmeter en voorspeller van menselijk gedrag zou zijn.
De typische crimineel heeft aangeboren afwijkingen hebben en zou er zo uit moeten zien:
Kleine schedelinhoud, laag voorhoofd, asymmetrisch gezicht, opvallend kleine of juist grote
oren, extra vingers of tenen. Zijn gedachtegang werd vastgelegd in het: L’uomo delinquente.
Er was veel kritiek op Lombroso’s theorie.
Ferri (1884) zei dat criminaliteit komt door: Individuele, fysieke en sociale factoren. Uit deze
denkwijze is de biosociale school ontstaan. Dit is het tegenovergestelde wat Lombroso dacht.
Wel hadden ze één ding gemeen: criminaliteit wordt gezien als een
verschijnsel dat deel uitmaakt van de samenleving en dat de moeite van studie waar wordt
geacht.
Franse school/ milieuschool zegt dat het komt in door het milieu waar je in bent opgegroeit
De milieurichting: er werd gekeken naar een patroon van criminaliteit:
Guerry (1802-1866), hij bracht gegevens als seks en leeftijd in verband met criminaliteit en
deed onderzoek naar de geografische spreiding van criminaliteit.
Quetelet (1796-1874), hij analyseerde de verzamelde gegevens en ook de inmiddels bij de
overheid beschikbare data. Hij toonde aan dat onderwijs, armoede en het klimaat van
invloed zijn op het niveau van criminaliteit. Ook toonde hij verschillen aan tussen criminele
gedragingen van mannen en vrouwen.
Guerry en Quetelet worden beschouwd als de grondleggers van de wetenschappelijke criminele
statistiek.
Hoofdstuk 2
Probleem bij de beschrijving van de omvang en aard van criminaliteit is de beschikbaarheid van
betrouwbare gegevens. Wie regelmatig de krant leest, zal weten dat de gegevens die met enige
regelmaat worden gepresenteerd niet altijd ondubbelzinnig lijken bij te dragen tot een beter inzicht
in de criminaliteit in Nederland.
Het is noodzakelijk om zich af te vragen waarop de cijfers zich baseren en op welke vormen
van criminaliteit ze betrekking hebben
Bronnen
Guerry en quetelet baseerden hun studies naar de verdeling van criminaliteit over verschillende regio
´s en de relatie tussen criminaliteit en factoren als sociaal-economische omstandigheden en
kenmerken van daders.
algemeen worden ze beschouwd als de grondleggers van de wetenschappelijke criminele
statistiek.
Om inzicht te krijgen in de aard en omvang gebruiken ze verschillende bronnen
- Gerechtelijke statistieken wordt al een 2 eeuwen lang bijgehouden. Hierin staan gegevens
over het aantal mensen die veroordeeld zijn wegens het plegen van een misdrijf
- Later in 1948 begon het CBS(centraal bureau voor statistiek) met het bijhouden van
statistieken over bekend geworden misdrijven.
Van de misdrijven die bij de politie bekend worden wordt maar een klein deel opgehelderd. En
daarvan wordt maar een deel vervolgd.
= Funneling process: een trechter(funnel) die wijd is aan de bovenkant, maar naar beneden toe
steeds smaller wordt
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mdegroot2002. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.34. You're not tied to anything after your purchase.