"Grondslagen Vermogensrecht": H1 t/m H13 (dus het hele boek behalve H14).
Deze samenvatting betreft de gehele stof van het vak Goederenrecht van het 13e blok in de opleiding: Accountancy/Bedrijfseconomie. Dit betreft de hoofdstukken 1 t/m 13. De samenvatting is gebaseerd op het boek "Grondslagen ...
Betreft de gehele stof uit
het boek “Grondslagen
Vermogensrecht” van
het vak Goederenrecht
van de opleiding
Accountancy. Namelijk,
de hoofdstukken 1 t/m
13
Publiekrecht – Privaatrecht
Publiekrecht = Regels ten aanzien van de verhouding tussen burgers en overheid
Staatsrecht, bestuursrecht, belastingrecht, en strafrecht.
Privaatrecht = Regels ten aanzien van de verhouding tussen burgers onderling
De overheid kan ook privaatrechtelijk handelen.
Personen- en familierecht, vermogensrecht en ondernemingsrecht.
Bij goederenrecht wordt alleen gekeken naar privaatrecht.
o Burgerlijk wetboek 3 t/m 6
Goederenrecht: Goederenrecht + Verbintenissenrecht
Goederenrecht = De verhouding van een persoon tot een goed.
o Bijv. eigenaar van een goed.
Verbintenissenrecht = De rechten en plichten tussen twee personen.
o Bijv. koopovereenkomst.
o Vrijheid is erg breed, overheid bemoeit zich slechts met sterk uiterste
situaties.
Centrale vraag: Wie is de eigenaar van een goed?
Aanvullend recht – Dwingend recht
Dwingend recht = Recht waarvan niet afgeweken mag worden.
Erg afgebakend systeem, bijna iedere situatie wordt afgedekt.
o Goederenrecht
Aanvullend recht = Recht waarvan zelf afgeweken mag worden.
Bij aanvullend recht wordt een soort minimum aangegeven, er mag niet te
negatief van afgeweken worden, er mogen wel overeenkomsten binnen gesloten
worden.
o Verbintenissenrecht
Materieel recht – Formeel recht
Materieel recht = De inhoud van het recht voor alle burgers.
Bijv. je wordt eigenaar bij notariële akte.
Bijv. je wordt eigenaar door te betalen.
Formeel recht = De spelregels: Hoe worden de regels van het materieel recht
gehandhaafd.
Bijv. notariële akte wordt opgesteld door de Notaris.
Bijv. je betaald door geld af te geven. Als er iets fout gaat moet je naar de
kantonrechter stappen.
Objectief recht – Subjectief recht
Objectief recht = Het geheel van geldende rechtsregels in Nederland.
Bijv. “Een werknemer heeft recht op betaling van loon als hij arbeid heeft verricht”
,Subjectief recht = Een recht van een persoon dat gehandhaafd mag worden. Dit
recht wordt uitgeoefend tegenover één persoon.
Bijv. “Ik heb gewerkt dus ik heb recht op de uitbetaling van het loon”.
Rechtsbronnen, op hiërarchische volgorde:
1. Internationale verdragen
2. Wet
3. Jurisprudentie
4. Gewoonterecht
5. Ongeschreven recht
o Redelijkheid en billijkheid
o Algemene beginselen van behoorlijk bestuur
Jurisprudentie = Rechtspraak: De uitspraken van rechters.
Rechter helpt bij onduidelijkheden in de wet.
Rechter wordt er altijd aan gehouden de internationale verdragen en wetten te
volgen.
Rangorde binnen wettelijke regelingen:
1. Hoog boven laag (wet in formele zin voor provinciale verordening)
2. Jong voor oud
3. Bijzonder voor algemeen
,HOOFDSTUK 2: VERMOGENSRECHT ALGEMEEN
Vermogensrecht
Verbintenissenrecht
Goederenrecht
o Zaken = Voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke voorwerpen
Bijv. pennen
Ook: stroom, het is door menselijke beheersing vatbaar
Dieren zijn geen zaak maar worden volgens de wet wel behandeld
als een zaak
o Vermogensrecht
Bijv. huurrecht en hypotheek
Absoluut recht – Zakelijk recht
Absoluut recht = Ten opzichte van iedereen te handhaven (vergelijkbaar met objectief
recht)
Bijv. eigendomsrecht (meest verregaand recht)
Zakelijk recht = Slechts ten opzichte van een geselecteerde partij te handhaven
(vergelijkbaar met subjectief recht)
Bijv. recht op huur en loon
Vermogensrechten
Absoluut Relatief = persoonlijk
Volledig recht Beperkt recht
Niet-zakelijk (op een ander
Zakelijk (op een zaak) Zakelijk (op een zaak)
vermogensrecht)
, Register goederen – Niet-register goederen
Register goederen = Goederen waarvoor inschrijving in een openbaar register
noodzakelijk is. Gevolgen: register is doorslaggevend tenzij blijkt dat het register niet
klopt. Levering van registergoed vindt plaats zodra het openbaar register is gewijzigd.
Huis, grond, schepen en vliegtuig
Niet-register goederen = Goederen waarvoor geen inschrijving noodzakelijk is
Bijv. pennen
Ook: auto’s, kentekenregister is niet openbaar
Onroerend goed – Roerend goed
Onroerend goed = De grond en alles dat erop is gebouwd of erin is geplant.
Roerend goed = Alles wat niet onroerend is.
Natrekking = Het verschijnsel dat een bepaalde zaak één geheel gaat vormen met een
andere zaak.
Bijv. als eigenaar A van een bel, de bel op de fiets van eigenaar B plaatst, wordt
eigenaar B eigenaar van de bel
Bijv. als een roerende zaak één geheel vormt met een onroerende zaak, wordt het
geheel een onroerende zaak
Natrekking kan in enkele gevallen ongedaan gemaakt worden, belangrijk is dan dat geen
schade verricht wordt. Als het te makkelijk verwijderd kan worden, is geen sprake van
natrekking.
Natrekking, wat ongedaan gemaakt kan worden: dakpannen van een dak halen
Natrekking, wat niet ongedaan gemaakt kan worden: behang van een muur halen
Geen sprake van natrekking: klok aan de muur
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lyansmeets. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.