Tentamenstof voor PMW Onderwijs samengevat uit het boek: Wat is goed Onderwijs? Capita selecta. Met deze samenvatting is het lezen van het boek onnodig.
Deze samenvatting bevat: hoofdstuk 1 (paragraaf 1.4 tm 1.6) , 2, 3, 4, 6, 9, 10, 11, 12 en 13.
Hoofdstuk 1 (paragraaf 1.4 tot en met 1.6) , 2, 3, 4, 6, 9, 10, 11, 12 en 13
March 6, 2015
40
2014/2015
Summary
Subjects
pmw
onderwijs
ruud
klarus
pedagogiek
methodisch werken
wat is goed onderwijs
hogeschool van amsterdam
hva
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Hogeschool van Amsterdam (HvA)
Sociaal Pedagogische Hulpverlening
PMW Onderwijs
All documents for this subject (3)
3
reviews
By: arjandrost • 4 year ago
By: chefje_eric • 5 year ago
By: mechteld88 • 8 year ago
Translated by Google
Here I have had a lot to
Seller
Follow
boerj
Reviews received
Content preview
PMW Onderwijs Wat is goed onderwijs? Capita Selecta
(2012, Ruud Klarus)
Hoorcollege 1
Hoofdstuk 9: De Europese en internationale dimensie
9.1 Toekomstige kwalificatiebehoeften
Een positieve Europese sociaaleconomische ontwikkeling hangt af van de
capaciteit om te vernieuwen en van het kwalificatieniveau van de
beroepsbevolking te verhogen.
De combinatie van een ouder wordende bevolking en sterk veranderende
kwalificatiebehoeften eisen verhoogde inspanningen en systematische
vernieuwingen in onderwijs en opleiding. De dienstensector blijft groeien. Er zijn
vele nieuwe banen bijgekomen. Deze trend zal zich de komende jaren doorzetten.
Hogere kwalificatieniveaus zijn een absolute noodzaak om te kunnen blijven
concurreren.
9.2 Historische EU-ontwikkelingen
Historische beleidsontwikkeling op het terrein van onderwijs in de EU
Voor 1968: Afwezig in de Europese integratie.
1969 – 1984: Basisjaren voor de samenwerking.
1985 – 1992: Lancering van belangrijke programma’s en opening naar
erkenning in het EEG-verdrag, het ‘Verdrag van Rome’.
1993 – 1999: Beweging naar de kennissamenleving en stroomlijning van de
EU-programma’s.
2000 – nu: Onderwijs en opleiding in het hart van de sociaaleconomische
strategie.
Een vergelijking tussen onderwijs en beroepsopleiding laat zien dat er formele
verdragsrechtelijke verschillen waren, maar dat uiteindelijk de grote lijnen in de
ontwikkeling afhankelijk waren van de politieke wil om minder (beroepsopleiding)
of meer (onderwijs) samen te werken.
Op het gebied van onderwijs bestond er geen verdragstekst. Hoewel de formele
bepalingen op het gebied van het onderwijs en de beroepsopleiding wel
verschillen, sporen de feitelijke ontwikkelingen in de afzonderlijke landen in hoge
maten. Het Europees Parlement heeft sinds 1993 gelijke bevoegdheden op dit
terrein als de Raad van Ministers. Dit is een belangrijke democratische stap
vooruit en is ook voor de toewijzing van begroetingmiddelen relevant. De
Europese Commissie was steeds de motor en leidde de samenwerking.
9.3 Erkenning van diploma’s
In het Verdrag van Rome (1957) is het vrij verkeer van personen en van diensten
vastgelegd. Burgers kunnen in een andere lidstaat een beroep uitoefenen,
diensten verlenen en een eigen bedrijf beginnen. Er is geen gemeenschappelijk
beroepsopleiding beleid tot stand gekomen, maar er is wel een aantal specifieke
richtlijnen gerealiseerd, en is door de Richtlijnen Algemeen Stelsel de toegang tot
bepaalde beroepen in andere lidstaten gerealiseerd, die het vrij verkeer makkelijk
hebben gemaakt.
Gereglementeerde beroepen: beroepen waar de toegang wettelijk is geregeld en
een diploma een vereiste is om het beroep uit te oefenen.
1
,Voor de sectorale richtlijnen zijn de opleidingen voor beroepen globaal naar
structuur en inhoud gestandaardiseerd. Daarnaast zijn er drie richtlijnen voor
beroepen die niet onder de sectorale richtlijnen vallen:
1. Erkenning van de beroepskwalificaties in het hoger onderwijs.
2. Secundaire beroepsonderwijs en het kort hoger (beroeps)onderwijs
3. Beroepsonderwijs dat opleidt tot ondernemer
In de ontwikkeling van de drie richtlijnen is te zien dat de veelvuldigheid in lager
gekwalificeerde gereglementeerde beroepen toeneemt.
2005 Europees Parlement en de Raad van Ministers: nieuwe richtlijn aangenomen
die in 2007 in werking is getreden en in de nationale wetgeving is verwerkt.
Doel: te stroomlijnen, regels te verbeteren en te vereenvoudigen. Het voorziet in
een systeem van automatische erkenning van kwalificaties voor beroepen met
geharmoniseerde opleidingseisen.
9.4 De vruchten van de open coördinatiemethode
Sinds het eind van de jaren negentig wordt in de Europese Unie gebruikgemaakt
van de ‘Open Coördinatiemethode’ (OCM). Hiermee kan een sturing worden
gegeven aan het bereiken van gezamenlijk doelstellingen, waarvoor een grotere
convergentie tussen nationaal beleid nodig is.
Subsidiariteitsbeginsel: de Europese Unie kan volgens het verdrag slechts
optreden indien en voor zover de doelstellingen van het overwogen optreden niet
voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt en derhalve vanwege
de omvang of de gevolgen van het overwogen optreden beter door de
Gemeenschap kunnen worden verwezenlijkt.
Stappen OCM:
1. Gezamenlijke vaststelling van de te bereiken doelstellingen.
2. Afspraken maken over meetinstrumenten (statistieken, indicatoren,
richtsnoeren).
3. Benchmarking: het vergelijken van de prestaties van de lidstaten en
inventarisatie van doelstellingen op het gebied van werkgelegenheid. De
bijbehorende benchmarks zijn richtpunten die de EU stelt voor een bepaalde
tijd.
Lissabon-doelstellingen (2002) hebben betrekking op de toenmalige ambitie om
van Europa de meest geavanceerde kenniseconomie ter wereld te maken.
Doelstellingen op de gebieden onderwijs, onderzoek en ICT behoren tot de kern
van de Lissabon-doelstellingen. Hierbij horen indicatoren en doelstellingen zoals
de vergroting van de deelname aan levenslang leren, het terugdringen van de
uitval in het onderwijs, de geletterdheid van de bevolking, etc.
In het strategisch beleidskader 2020 heeft de Raad vier beleidsdoelstellingen
geformuleerd:
1. Van een leven lang leren en mobiliteit een realiteit maken.
2. De kwaliteit en de efficiëntie van onderwijs e opleiding verbeteren.
3. Kansengelijkheid, sociale cohesie en actief burgerschap bevorderen.
4. Innovatie en creativiteit op alle onderwijs- en opleidingsniveaus bevorderen.
De grenzen tussen beroeps- en hoger onderwijs vervagen steeds meer en zijn
samenhangende kwalificatiekaders en afgestemde methoden om leerresultaten
te verzamelen en te erkennen in uitvoering. Het meten van competities wordt
2
, een instrument om de prestaties van de onderwijssystemen te vergelijken. Hierbij
gaat het niet alleen om algemene competenties, maar ook om
beroepsvaardigheden.
9.5 Het Bologna-proces (1999)
Achtergrond: veel landen op het Europese continent kenden problemen met de
nationaal ingerichte structuur en onveranderbaarheid van hun hoger
onderwijssystemen, tegenover een wereld waarin de panelen in een snel tempo
aan het verschuiven waren.
Doel: een vereenvoudigde structuur van transparante en vergelijkbare diploma’s.
Principes: de overheid neemt het initiatief om zoveel mogelijk Europeanen in de
kennismaatschappij te betrekken. Het hoger onderwijs is daarvoor een speerpunt.
Daarnaast moet Europa één ruimte voor hoger onderwijs worden, met als
consequentie de bevordering van de mobiliteit in Europa door:
Vergelijkbare diploma’s door de bachelor-masterstructuur (BaMa)
Overdracht van studiepunten
Uitwisseling van studenten en docenten
Bevorderen van samenwerking tussen opleidingsinstituten
Onafhankelijke kwaliteitscontrole
De deelname aan het hoger onderwijs wordt een speerpunt om in de behoeften
van de arbeidsmarkt te voorzien. Daarvoor worden per land meetbare doelen
voor 2020 afgesproken, ook voor groepen die nu ondervertegenwoordigde zijn,
om zo de gelijkwaardige toegang en daarmee de sociale dimensie te vergroten.
Leerresultaten komen voorop te staan in een studentgerichte aanpak van de
hervormingen van de curricula.
9.6 Het Kopenhagen-proces
Met de Kopenhagen Verklaring (2002) benadrukken de lidstaten de cruciale rol
van het beroepsonderwijs in de realisering van de Lissabon doelstellingen.
Nadruk van het Kopenhagen-proces:
Versterking van de Europese dimensie
Verbeteren van transparantie en begeleiding
Erkenning van competenties en kwalificaties
Bevorderen van kwaliteitsborging
De overgang van het secundaire beroepsonderwijs naar het hoger onderwijs is in
veel landen moeilijk. Het beroepsonderwijs is niet alleen minder aantrekkelijk.
Het heeft ook niet een gelijkwaardige maatschappelijke waardering. Een betere
en in aantal grotere overgang naar het hoger onderwijs zou de (toekomstige)
economische ontwikkeling ten goede komen. Leraren en opleiders zijn de spil in
het vernieuwingsproces in onderwijs en opleiding.
Kopenhagen-proces voor het beroepsonderwijs heeft sinds 2002 vooruitgang
geboekt en op een aantal terreinen van het Bologna-proces kunnen profiteren. Er
is een duidelijke trend zichtbaar naar een aanpak van een leven lang leren.
9.7 Het Europees Kwalificatiekader voor een leven lang leren (EQF)
Het EQF is een voorbeeld van afstemming tussen de sectoren in het onderwijs.
Het vormt het gemeenschappelijke kader voor een leven lang leren. Het heeft
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller boerj. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.