Biologie Erfelijkheid & Evolutie (Thema 5)
Basisstof 1:
Het genotype is al je genen samen, die de informatie voor al je erfelijke eigenschappen bevat. Alle
eigenschappen van een organisme samen noem je het fenotype. Bij het fenotype horen zichtbare
eigenschappen en eigenschappen die je niet kan zien (bloeddruk, bouw van spiercellen). Als je bruin
haar hebt van jezelf wordt dat veroorzaakt door je genotype. Als je het rood verft ziet dat er anders
uit, dan veranderd je fenotype. Het genotype blijft hetzelfde. Het fenotype is het resultaat van het
genotype + de invloeden van de omgeving/het milieu. Een cel gebruikt alleen de genen die hij nodig
heeft, de andere genen zijn niet actief in deze cel. Een gen kan een beetje tot erg actief zijn, dus zacht
of hard staan.
Basisstof 2:
De 2 chromosomen van een paar bevatten informatie voor dezelfde erfelijke eigenschappen. De
meeste chromosomenparen hebben dezelfde informatie, bijvoorbeeld; beide chromosomen
bevatten de informatie voor blond haar. Soms verschilt de informatie op de chromosomen. Het ene
chromosoom bevat bijvoorbeeld de informatie voor bruine ogen en het andere voor blauwe ogen.
Dan bevatten de chromosomen verschillende varianten van een gen. Van elk chromosomenpaar is 1
chromosoom afkomstig van de vader en 1 van de moeder. Daardoor kan de informatie op de 2
chromosomen van een paar verschillend zijn.
Bij een vrouw zijn de geslachtschromosomen gelijk aan elkaar. Een vrouw heeft 2 X-chromosomen
(XX). Bij een man zijn de geslachtschromosomen verschillend. Een man heeft 1 X- en 1 Y-
chromosoom (XY). Heel af en toe worden er meisjes geboren met XY-chromosomen en jongens met
XX-chromosomen. Dit zijn voorbeelden van intersekse. Bij bevruchting versmelten de kern van een
zaadcel en de kern van een eicel met elkaar. De 23 chromosomen van de eicel en 23 chromosomen
van de zaadcel komen weer bij elkaar in de kern van een bevruchte eicel. De kern van een bevruchte
eicel bevat weer 46 chromosomen die 23 paren vormen. Van elk chromosomenpaar is 1
chromosoom afkomstig van de moeder en 1 van de vader. Omdat er zoveel verschil zit in genotype
zijn er veel mogelijkheden, daardoor is het genotype van de nakomeling afhankelijk van het toeval.
Basisstof 3:
Voor elke eigenschap en elk proces zijn duizenden basisparen nodig. De basisparen die samen nodig
zijn voor een eigenschap vormen een gen. Voor alle eigenschappen zijn meerdere genen nodig en
basisparen kunnen deel uitmaken van verschillende genen. De informatie in een gen noem je een
gen variant of allel. Een chromosoom kan beschadigd raken, waardoor de informatie voor 1 of meer
erfelijke eigenschappen kan veranderen. Zo’n plotselinge verandering van het genotype heet een
mutatie. Soms gaan cellen zich ongeremd delen. Dat wordt veroorzaakt door mutaties in genen die
betrokken zijn bij het regelen van de celdeling. Er ontstaat dan een gezwel of tumor. Kwaadaardige
tumoren worden kanker genoemd, een kwaadaardige tumor groeit snel en verstoord de bouw van
de weefsels.
Basisstof 4:
De ontwikkeling van het leven op aarde waar soorten ontstaan, veranderen en/of verdwijnen noem
je de evolutie. De evolutietheorie is vooral ontwikkeld door Charles Darwin, een Engelse onderzoeker
uit de 19e eeuw.
Basisstof 5:
Fossielen zijn versteende overblijfselen van organismen in gesteenten. Fossielen ontstaan als resten
van organismen worden bedekt door sedimenten (lagen zand of kleideeltjes). Soorten die een
gemeenschappelijke voorouder hebben vertonen verwantschap. Hoe meer het DNA van soorten
overeenkomt, hoe meer deze soorten aan elkaar verwant zijn.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lotteniewold. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.26. You're not tied to anything after your purchase.