Gegarandeerd vraag op toets over groeistrategie Ansoff
Branding → het bouwen, beheren en meten van een merk met als doel merkmeerwaarde
op te bouwen
Zie merkmeerwaarde als de marketingeffecten die puur en alleen toe te schrijven zijn aan
het merk → merkmeerwaarde → brand equlty
Rebranding → de naam van het merk veranderen
Decoy effect → 2 verschillende producten verkopen → je voegt hier het 3e decoy product bij
en zo lijkt de duurste optie een stuk aantrekkelijker dan dat je de 2 oorspronkelijke
producten los verkoopt → koffie en muffin is hier een voorbeeld van
Tegenwoordig is marketing veel moeilijker geworden → denk bijvoorbeeld aan geloof of
politiek → als je hierover begint in je marketing is het altijd fout (volgens sommigen
groepen) → wel moet je rekening houden met wat er speelt in de maatschappij →
bijvoorbeeld het milieu → sokken verkopen van gerecycled plastic uit de oceaan → deze
gedachte veranderd gedurende de tijd
Ook is ongelijkheid laatste jaren erg actueel → black lives matter → hoe ga je hier mee om
in je marketing → zelfde met de zwartepietendiscussie → ook verschillende kleuren duim
emogys in plaats van alleen maar witten of bruinen → bedrijven moeten op deze
ongelijkheid door bijvoorbeeld verschillende kleuren duimen inspelen
Ook verschillende vlaggentjes in whatsapp voor verschillende sexuele uitingen → moeten
bedrijven allemaal op inspelen → ook moet Mr. Petato Head en Legopoppetjes
genderneutraal worden
Ook maakt fake nieuws het een stuk moeilijker om marketing te doen → je moet vechten
met je eigen goede producten tegen al de andere producten die nep zijn
Zelfde verhaal met dun/voller → daar moet je ook met een bedrijf op inspelen en kan je nog
wel dik zeggen of moet je voller zeggen → Dove: iedereen is mooi → ook Barbie heeft Barbie
Curvy ontwikkeld → tegenwoordig allerlei Barbies
Marketingmix → de wijze waarop een bedrijf haar marketinginstrumenten inzet om een
bepaald product perfect op een bepaalde (doel)groep klanten probeert af te stemmen
binnen een bepaalde markt → hierdoor heeft get product de grootste kans om succesvol te
worden → product, prijs, plaats, promotie, (personeel, packaging) → je mag bijvoorbeeld
geen vanilië vla op een pak zetten als er geen vanilië in zit → hoe ga je hier mee om → hoe
ga je hier in verschillende landen mee om
,6e p → paarse koe → de paarse koe is vaak het gevolg van buiten de gewone kaders denken
→ en vervolgens melk je de paarse koe uit tot hij niet meer kan maar wees ondertussen
bezig met het verzinnen van een nieuwe
Tips voor een paarse koe:
• Het gaat niet altijd om veranderingen maar je kan ook dingen anders aanpakken →
niet altijd een nieuw product nodig
• Kijk hoe je de grens van iets op kan zoeken → kan je zo onderscheidend zijn van de
concurrenten
• Krijg aandacht door gekke nieuwe dingen te doen
• Vraag: waarom niet? → soms moet je gewoon dingen doen → Starbucks die de naam
verkeert schrijft op de bekers bijvoorbeeld → klanten posten dit en zo hebben ze
gratis reclame → paarse koe
Bijvoorbeeld ook groene kiwi → paarse koe: gouden kiwi
Product: het geheel van materiële en immateriële eigenschappen van een goed of dienst →
dit betreft alles wat kan worden aangeboden op een markt voor consumptie, verbruik,
gebruik of attentie waarmee een specifieke behoefte kan worden voorzien
Segmentatiecriteria voor de consumentenmarkt
1. Geografisch → regio, provincie, cebuco, etc.
2. Demografisch → leeftijd, geslacht, gezinsgrootte, religie, etnische afkomst
Socio-economisch: beroep, inkomen, opleiding, sociale klasse
3. Psychografisch: levensstijl, persoonlijkheid, mening, persoonlijke voorkeur
4. Gedragskenmerken: gezocht nut, adoptiesnelheid, merk-/winkeltrouw, mate van
gebruik
Micro-omgevingsfactoren
Ale variabelen die vanuit de organisatie zelf komen en het marketingbeleid kunnen
beïnvloeden → interne omgevingsfactoren
Meso-omgevingsfactoren
Voor het beleid van een organisatie relevante onbeheersbare en beperkte beïnvloedbare
externe omgevingsfactoren die hun oorsprong vinden in de bedrijfstak of branche waartoe
de organisatie behoort
Macro-omgevingsfactoren
Voor een individuele organisatie relevante externe omgevingsfactoren en onbeheersbare
invloeden vanuit de maatschappij
,Les 2:
Marketingstrategie → onderneming
• Visie + missie = voedingsbodem
• Lange termijn > 5 jaar
• Draai boeg schip (organisatie) waar je land verwacht
Marketingoperatie → marketingmix
• Sturing vanuit de laag erboven
• Zet je boot in beweging
• Marketing jaarplan (max 1 jaar)
Aspecten van planning
• Planningsniveaus
• Planningshorizon
• Planningsmethoden
Concern → Philips
Divisie → Philips Healthcare
Businessplan → strategisch: bepaalde apparatuur maken operationeel: hoe gaan we de site
vormgeven
Instrumentplan → hoe ga je informatie op de site weergeven en wat ga je vertellen
, Strategie volgens Michael Porter
• Richting van een bedrijf op de lange termijn
• Start met het juiste doel
• Niet groter worden of sneller groeien maar winstgevendheid
• Het draait om keuze(s) → wat wel en wat niet? → om concurrentievoordeel te
behalen
• Wat maakt je organisatie uniek in de ogen van de consument
Modellen Michael Porter
• 5 krachtenmodel
• Value chain
• Generieke concurrentiestrategieën van Porter
Waarom strategische planning?
• Er kan tijdig (proactief) gereageerd worden op gewijzigde omgevingsfactoren
• Strategische planning zorgt voor een beter overzicht, een betere coördinatie en
controle van de verschillende activiteiten binnen een bedrijf
• Door het ontwikkelen van een langetermijnvisie wordt ook geïnvesteerd in projecten
die pas later financiële vruchten zullen afwerpen
Marketingmix → 4p’s → een kritiekpunt voor deze marketingmix is dat er veel gekeken
wordt vanuit het product terwijl het veel belangrijker is om naar de wensen en behoeften
van de KLANT te kijken
4p’s → 4c’s
• Van product naar → customer → core benefit
• Van prijs naar → costs
• Van plaats naar → convenience
• Van promotie naar → communication
Siva-model
• Je koopt geen product maar een oplossing (solution)
• Promotie is niet nodig → je gaat online zelf opzoek naar information
• Internet heeft ook invloed op de prijs (value)
• Op acces heeft internet de meeste invloed → overal ter wereld informatie zoeken
Waarom 4c’s en siva-model
• In de traditionele marketingmix gaat men middels de 4p’s uit van productgericht
denken → nu de markt verandert en de wens van de consument steeds belangrijker
is is het 4c – en siva-model eenhandig handvat voor organisaties
• Het benadrukt de klantgerichte houding ten opzichte van consumenten
Product → core benefit/ consumer → solution
Promotie → communication → information
Prijs → cost fort the customer → value
Plaats → convenience → acces
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bramVW. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.38. You're not tied to anything after your purchase.