1.1 Inleiding In De Onderwijswetenschappen (FSWE1013A)
All documents for this subject (2)
Seller
Follow
sachakorte
Reviews received
Content preview
Probleem 1
1. Welke verschillende (macro) theorieën van onderwijs bestaan er?
- Functionele theorie:
o Grondleggers: Durkheim
o normatief en cognitief kader om te socialiseren, losse onderdelen
vormen samen een geheel in de samenleving. (sociale cohesie
behouden, gelijke kansen voor iedereen, docent geeft leerling kennis).
Onderwijs is een orgaan in de maatschappij.
o Parsson; moderne functionele theorie: prestatie in scholen en werk
gebaseerd op verdiensten, niet op status en afkomst. Onderwijs om
kinderen klaar te maken voor democratie. Gaat door op ideeën van
Durkheim.
- Conflicttheorie:
o Reactie op functionele theorie
o Doel: onrecht/ongelijkheid in onderwijs opsporen en oplossen.
Schoolsysteem(docenten) houdt ongelijkheid in stand. Normen en
waarden aangeleerd. Verwachtingen docenten beïnvloeden prestaties
leerlingen.
o Grondleggers: Marx, Weber
- Reproductietheorie: reproductie op gebied van afkomst (status ouders)
o Scholen houden klassen in stand, scholen zijn niet neutraal, school
maakt studenten passieve wezens)
- Weerstandtheorie: individu, spanningen tussen studenten en schoolmethodes.
Focus van school en behoeften leerlingen sluiten niet op elkaar aan.
o Onderwijs is een reproductieproces, geen proces voor eerlijkheid +
studenten bieden zelf weerstand tegen systeem waardoor ze zichzelf
reproduceren
- Modernisme: ideeën van verlichting benadrukt; gelijkheid en vrijheid, door
wetenschappelijke kennis. In tegenstelling tot postmodernisme nadruk op
samenhang.
o Onderwijs overal gelijk
- Postmodernisme / kritische theorie: lokale vraagstukken relevant
o Onderwijs was niet overal gelijk maar context maakt uit
o Onrecht binnen onderwijs in stand gehouden. Lokale vraagstukken en
connectie tussen theorie en praktijk. Onregelmatigheden bij kinderen
worden geaccepteerd, manieren waarop kinderen doelen halen
ongelijk. Individu
- Feministisch perspectief: vrouwen moeten meer te zeggen krijgen in
onderwijs. Vrouwen mogen ook meer naar school. Onderwijs krijgt steeds
meer een vrouwelijk perspectief i.p.v. mannelijk.
, Meritocratie: hiërarchie van posities die bezet wordt door de meest
verdienstelijken. Zij die in de positie het meest bijdragen aan de realisering van
de doelstellingen van de samenleving.
2. Wat wordt er bedoeld met de functie van onderwijs?
Socialisatie: Iemand bekend en vertrouwd met een andere cultuur. Samenleving
verwacht dat onderwijs de functie van socialisatie op zich neemt.
- Georganiseerde: systematisch
- Geprofessionaliseerde: uitgevoerd door professionals
3. Welke functies heeft onderwijs in de samenleving?
- Kwalificatiefunctie (arbeidsmarktfunctie): leerlingen en studenten handvaten
(=kennis, vaardigheden en houdingen) geven om te kunnen functioneren op
de arbeidsmarkt
o Drie componenten Matthijssen:
Ontwikkelen van vaktechnische vaardigheden
Ontwikkelen van sociaal-communicatieve vaardigheden
Ontwikkelen van vaardigheden om besluiten te nemen en beleid
te bepalen in de uitoefening van een beroep
- Selectiefunctie (optimalisatiefunctie): onderwijs deelt leerling in op
verschillende niveaus. Selectie op basis van aangeboden kwalificaties, ook
andersom; discriminatie
o Diplomaziekte / opleidingsroof: leerlingen worden niet geselecteerd
hoewel ze wel gekwalificeerd zijn
o Bv: verschillende niveaus op school
- Allocatiefunctie: overgang tussen opleidingen en overgang opleiding naar
arbeidsmarkt
o Sociale herkomst niet in selectie betrekking belang diploma’s
Differentiatiefunctie: selectiefunctie + allocatiefunctie
- Socialisatiefunctie / integratiefunctie (gelijke kansen): algemeen geldende
normen en waarden worden overgedragen die mensen voor het functioneren
in de samenleving nodig hebben: bijdrage aan maatschappelijke integratie +
sociale cohesie als bijdrage aan persoonsvorming
o Groepen met verschillende waarden en normen komen samen
Pedagogische functie onderwijs:
School als opvoeder 3 componenten:
- Combinatievaardigheden van waarden: aandacht van ontwikkeling normen en
waarden bij kinderen
- Participatie in schoolcultuur: scholen en andere instanties gaan samenwerken
- Waarde communicatie: ontwikkelen vaardigheden voor betere communicatie.
School moet zich ook op sociaal-emotioneel gebied richten en niet alleen
cognitief.
,Ouders gaan steeds meer werken en meer culturele diversiteit school moet hierop
inspelen, beter voor uiteindelijke socialisatie aandacht voor sociale kwalificaties en
emotionele intelligentie
Leerplichtwet (2007) oplossing schoolverlaters
- Reproductie effect sociale orde bepaalt niveau/selectie
- Emancipatie effect kenmerk (geslacht) minder belangrijk door 1 soort
onderwijs, er wordt meer gekeken naar talent en kennis
4. Hoe is onderwijs door de jaren heen veranderd? (en wat is de reden
hiervan?)
- 12e eeuw: Jongens uit midden en hoge maatschappelijke klassen kregen
klassieke scholing (Latijn). Tegen Heidense (ander of niet gelovig)
onverschilligheid, geloof was belangrijk. Normatieve taak (normen leren)
- Middeleeuwen: gildesysteem: combinatie van praktijk en theorie aangeleerd.
- 18e eeuw: steeds meer pedagogische boeken, belangrijker in het onderwijs.
- 19e eeuw:
- Jaren
o ’50:
o ’60:
o ’70: persoonlijke ontplooiing leerlingen, gelijke kansen, lage
sociaaleconomische omgeving ook meer kansen. + vooral
socialisatie/allocatiefunctie
o ’80: Steeds meer nadruk op kwalificatiefunctie door economische
recessie, sloot steeds meer aan op arbeidsmarkt. Opleiding meer
aansluiten op arbeidsmarkt. + vooral socialisatie, allocatie en
kwalificatiefunctie
o ’90: socialisatiefunctie komt omhoog vanwege toenemende
individualisering, toename diversiteit en bedreigingen democratie vanuit
religieus en recht extremisme. Religie en democratie spreken elkaar
tegen. Globalisering meer contact met andere waarden en normen,
dus mensen moeten eigen waarden en normen vinden.
o 2010: Burgerschapsvorming (kind klaarmaken voor deelname aan
maatschappij) wettelijk toegevoegd aan onderwijssysteem.
Versterken kenniseconomie
Bevorderen sociale cohesie (grotere opvoedende rol en
integratiefunctie)
Hoe veranderen de functies over tijd
Toegang tot onderwijs verandert: selectiefunctie: sociaaleconomisch; vroeger meer
kinderen uit hogere klassen nu voor iedereen en zelfs leerplicht in NL
3 maatschappelijke ontwikkelingen
1. Veranderende arbeidsmarkt
2. Roep voor selectie en uitmuntendheid
3. Diversiteit en individualisering vergroten
, Toekomst: hogere verwachtingen, hogere druk, dus selectie/kwalificatie functie wordt
hoger
Waardepluralisme = iedereen heeft zijn eigen waarden. Er is geen waarheid dus er
zijn waardevrije maatstaven om de juistheid van waarden en normen te beoordelen.
Sinds 1 februari 2006 bevorderen burgerschap en sociale integratie onderwijsdoel
dat wettelijke opdracht is
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sachakorte. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.88. You're not tied to anything after your purchase.