100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
3.C.1. HC's, VO's & ZO's, incl. slimstuderen $3.74
Add to cart

Class notes

3.C.1. HC's, VO's & ZO's, incl. slimstuderen

 179 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Collegedictaat van 15 pagina's voor het vak 3.C.1. aan de EUR

Preview 3 out of 15  pages

  • March 7, 2015
  • 15
  • 2012/2013
  • Class notes
  • Unknown
  • All classes
avatar-seller
3C1 Arts en volksgezondheid
Week 1 Volksgezondheid
HC 2 – Volksgezondheidsproblemen: analyse en aanpak I
Mackenbach 16-41 (hst 1), 72-142 (hst 2), 143-164 (Thema’s A, B en C)
Gemiddelde leeftijd vrouwen: ±83 jaar, mannen: ±79 jaar
- Factoren van invloed op levensverwachting: genetisch,
omgevingsfactoren (niet roken, hygiëne, gezond voedsel (vis, fruit),
etc.)

‘Populatie als patiënt’  diagnostiek, etiologie, preventie/therapie en
prognose

Diagnostiek (hoe gezond of ziek is de populatie?)
Vier centrale indicatoren
1. Ziekte en aandoeningen (leidt tot 2 en 3)
2. Functioneren en kwaliteit van leven
3. Sterfte en doodsoorzaken
4. Samengestelde volksgezondheidsmaten (vanuit 2 en 3)

Gegevensbronnen
- Registraties ziekten, epidemiologisch onderzoek
- Gezondheidsenquêtes
- Bevolkings- en doodsoorzakenregister

Ziekten met hoogste incidentie  verkoudheid, nek- en rugklachten,
sportblessures, privéongevallen, blaasontsteking, acute bronchitis,
sinusitis, contacteczeem
Ziekten met hoogste prevalentie  nek- en rugklachten, contacteczeem,
ischemische hartziekten, diabetes, slechthorendheid, astma
- Prevalentie = incidentie × duur

Gevolgen van ziekte voor functioneren
- Orgaanniveau  stoornis (bv. slechtziendheid)
- Persoonsniveau  beperking (bv. kleine letters niet kunnen lezen)
- Sociaal niveau  handicap (bv. kantoorwerk niet kunnen doen)

Lichamelijke beperkingen nemen toe met de leeftijd en hogere prevalentie
onder laagopgeleiden.
Sterftecijfers zijn hoger bij mannen op bijna elke leeftijd, naar het einde
toe loopt het weer gelijk, want mannen die nog over zijn, zijn
uitgeselecteerde gezonde groep
- Sterfte neemt lineair toe (op exponentiele schaal), dus sterftekans
verdubbelt elke 8 jaar (vanaf 20 jaar) (wet van Gompertz)
o Snelheid van verdubbeling is soort-specifiek




1

,Registratie van sterfte en doodsoorzaken nog steeds belangrijke bron van
gegevens, aangifte van overlijden verplicht, doodsoorzaakaangifte
belangrijke taak voor iedere arts.
- Onderliggende/primaire doodsoorzaak  oorzaak van overlijden
die ten grondslag ligt aan het moment van overlijden
o Pneumonie bij longmetastasen  onderliggende doodsoorzaak
is longmetastasen, pneumonie is directe doodsoorzaak

Grootste doodsoorzaken  ischemische hartziekten, beroerte, dementie
- Mortaliteit = incidentie × letaliteit (kans op overlijden)

Levensverwachting bij geboorte (2011)  mannen 79,2 en vrouwen 82,9
jaar
- Berekenen a.h.v. leeftijdsspecifieke sterftecijfers

Gezonde levensverwachting  gemiddeld aantal jaren dat een
pasgeborene kan verwachten in goede gezondheid te leven (berekend met
sterfte- en ziektecijfers uit jaar van geboorte)
- Wordt uitgedrukt in levensverwachting zonder chronische ziekte, in
goede ervaren gezondheid of zonder beperkingen
- Chronische ziekte al bij 50/45 (m/v) jaar, terwijl beperkingen pas
rond 70 jaar

Compressie van morbiditeit
- Vermindering van het aantal levensjaren doorgebracht met ziekte of
beperkingen
- Mogelijk oplossing voor vergrijzing  langer werken en zelfstandig
wonen
- Bij stijging van totale levensverwachting echter moeilijk te bereiken
- Trends van afgelopen decennia wijzen niet ondubbelzinnig in één
richting
Compressie van morbiditeit, maar wel expansie van chronische ziekten
(mogelijk door betere herkenning en behandeling van chronische ziekte).

HC 3 – Volksgezondheidsproblemen: analyse en aanpak II
Etiologie  belangrijkste oorzaken van ziekte in de populatie
Wiegendood  onbegrepen overlijden van kind <2 jaar zonder duidelijke
oorzaak
- Determinanten  buikligging (RR 8,3), onveilig bedmateriaal (RR
1,8), meeroken (RR 2,4), borstvoeding minder dan 3 maanden (RR
1,5), bij de ouders in bed slapen, sederende medicatie, laag
geboortegewicht, lage S-E status
- Kwantificeren van determinanten  relatief risico en populatie-
attributief risico (fractie van risico op ziekte in de bevolking, dat toe
te schrijven is aan de blootstelling)
prev ×( RR – 1)
Berekening populatie-attributief risico =
prev × ( RR – 1 )+1
Populatie-attributieve fractie is afhankelijk van RR en prevalentie van
risicofactoren en varieert tussen tijd en tussen landen. Optellen is niet


2

, mogelijk, vanwege overlap tussen risicofactoren. Belangrijkste aanname:
determinant heeft causaal effect op ziekte.

Determinanten van gezondheid in NL, anno 2010
- Omgeving, gedrag en persoonsgebonden factoren
- Belangrijkste zijn luchtverontreiniging, roken, te weinig
lichaamsbeweging, te veel vet eten, te weinig groente en fruit, hoge
bloeddruk, hoog cholesterol en overgewicht

Epidemiologische transitie  radicale verschuiving in
doodsoorzakenpatroon
- Opkomst welvaartsziekten (i.p.v. infectieziekten)
- Determinanten van ziekte hangen samen met individuele
consumptie
o Bv. roken leidt tot verlies van 4,1 levensjaren in de
risicopopulatie (1,8 in totale bevolking)
Trends roken, overgewicht, alcoholgebruik en lichaamsbeweging allen
ongunstig.
Helft van alle ziekte is vermijdbaar.

Preventie en therapie
Gedrag veranderen (gezondheidsvoorlichting) of omgeving veranderen
(riolering, drinkwaterleidingen).
- Passieve bescherming is vaak effectiever dan actieve
gedragsverandering
o Sterfte aan verkeersongevallen enorm gedaald door rotondes
e.d.
o Transvetzuren toegevoegd aan boter, koek, frituur wat
cholesterol verhoogt en daarmee risico HVZ  verwijderen van
transvetzuren heeft geleid tot daling aan sterfte van HVZ
- Obesogene omgeving  dik zijn is normaal gevolg van abnormale
omgeving (noodzaak van lichaamsbeweging sterk afgenomen en
aanbod van calorierijk voedsel sterk toegenomen), maatregelen
zoals roltrappen afschaffen etc.

HC 4 – Gedrag, fysieke omgeving en gezondheid
Mackenbach 107-142 (3.4-3.5), 167-203 (hst 4)
50% van de ziektelast door bekende determinanten (dus te voorkomen)
- Leefstijl  roken, bewegen, alcohol, voeding, drugs, onveilige seks
- Persoonlijk  hypertensie, overgewicht, hoog cholesterol
- Omgeving  ongevallen, milieu, arbeid

Theorie van gepland gedrag:




3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Sophiep. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.74. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53068 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.74
  • (0)
Add to cart
Added