Dit is een complete samenvatting van het vak Inleiding tot de Rechtswetenschappen. Het bevat een samenvatting van het boek van Verheugt, een samenvatting van de voorgeschreven jurisprudentie, de aantekeningen van alle hc's en de aantekeningen van de werkgroepen. Ik heb zelf een 9 gehaald voor dit v...
Inleiding tot de rechtswetenschap: Samenvatting
THEMA 1: recht in het algemeen
Verheugt: Hoofdstuk 1
Tekstbundel;
- Iets over positief recht en natuurrecht
- HR 2009: bedrogen echtgenoot
Doelstellingen
Hoorcollege 1
Werkgroep 1: aantekeningen
Verheugt, Hoofdstuk 1 ‘recht in het algemeen’
1.1 Inleiding
Rechtsregels hebben als doel om menselijke gedragingen te ordenen en
daarmee ook te uniformeren, doordat ze voor iedereen gelijkelijk van kracht zijn.
Rechtsregels beogen dus een zekere maatschappelijke ordening van menselijk
gedrag
De inhoud van de meeste rechtsregels vloeit voort uit algemeen aanvaarde
opvattingen over goed en kwaad en uit de behoefte aan een doelmatige ordening
van de maatschappij rechtsregels beogen een zekere gerechtigheid te
bevorderen.
Het doel van het recht:
1. Ordenen en uniformeren van het gedrag van burgers onderling
2. Regels moeten worden gehandhaafd, er moet toezicht gehouden worden op
de niet-naleving van de regels.
De vredestichtende en vredesbewarende rol van het recht in de samenleving
heeft 2 functies:
1. Ordent menselijk gedrag door het stellen van regels
2. Recht zorgt ervoor dat de regels worden gehandhaafd door
geschilbeslechting.
1.2 De rechtsbronnen
Recht= het geheel van geldende rechtsregels positief recht= objectief recht
Positieve recht:
1. Alle rechtsregels die op dit moment in NL gelden
Dus NIET:
1. Fatsoensregels
2. Rechtsregels die nog niet zijn ingevoerd
3. Rechtsregels die zijn afgeschaft
Subjectief recht= de bevoegdheid die iemand in een concreet geval aan een
regel van objectief recht ontleent. ( dus: een aan het objectieve recht ontleende,
individuele bevoegdheid
, Engels ezelsbruggetje:
Law = algemene regel – objectief recht
Right= individuele bevoegdheid- subjectief recht
Iedere individuele bevoegdheid die iemand jegens een ander of jegens alle
anderen kan doen gelden, moet altijd berusten op een algemene regel
Rechtsbronnen= de bronnen waaruit het geldend recht als het ware voortvloeit.
Het gaat om de vorm waarin de rechtsregels zich voordoen, niet om de inhoud
van de regels.
1. De wet
2. De jurisprudentie (de rechtspraak)
3. De gewoonte
4. Verdragen en sommige besluiten van volkenrechtelijke organisaties
Wet= (rechtsbron) elke algemeen geldende geschreven rechtsregel die afkomstig
is van een tot wetgeving bevoegd overheidsorgaan.
1.3 Nationaal en internationaal recht
Soevereiniteit= ieder land bepaalt binnen zijn grondgebied de omvang en
inhoud van zijn nationale rechtsstelsel. Het staat ieder land in beginsel vrij in zijn
wetgeving te regelen wat het nodig acht, en te bepalen welke bevoegdheden
aan het bestuur en de rechterlijke macht toekomen.
Geldt zowel naar buiten als naar binnen:
Binnen -> de overheid bezit in beginsel in ieder land de exclusieve
bevoegdheid tot wetgeving, bestuur en rechtspraak
Volkenrecht= het deel van het internationaal recht dat rechtsregels bevat over het
verkeer tussen staten onderling en het verkeer tussen staten en volkenrechtelijke
organisaties
Verdragen
Besluiten van volkenrechtelijke organisaties
Regels van gewoonterecht
Verdrag= een schriftelijke, bindende regeling tussen staten onderling of tussen
staten en volkenrechtelijke organisaties
1. Verdragen tussen staten waarbij alleen de betreffende regeringen wederzijds
verplichtingen aangaan.
2. Verdragen die verplichtingen bevatten voor de wetgevers van de aangesloten
staten tot het maken of aanpassen van wetgeving (krijgt pas betekenis als de
wetgever aan de opdracht uit het verdrag heeft voldaan)
3. Verdragen die rechtsregels bevatten die in een staat zonder tussenkomst van
de rechter in het nationale recht kunnen gelden
4. Regelingen waarbij bevoegdheden tot wetgeving, bestuur en rechtspraak
worden opgedragen aan een internationale organisatie
Monistisch systeem= rechtsregels uit een verdrag kunnen deel uitmaken van het
nationale recht zonder dat eerst omzetting in nationaal recht nodig is. (een
, systeem waarbij bijv. de grondrechten van het EVRM zonder meer deel uitmaken
van het nationale recht) vrijwillige inperking van de soevereiniteit
Europees unierecht= het geheel van rechtsregels die afkomstig zijn van de
Europese unie
Voorrangsregel: als blijkt dat een regel van nationaal recht in strijd is met een
regel/besluit van internationale herkomst, dan heeft de internationale voorrang
art 94 Gw
Voorwaarde; de regel of het besluit in Nl eenieder naar zijn inhoud kan
verbinden
Door de werking van het monistisch systeem van art. 93 Gw en de
voorrangsregel van art. 94 Gw die op dat systeem berust, neemt het
internationaal recht een dominante plaats in binnen de Nederlandse rechtsorde
1.4 Materieel en formeel recht
Materieel recht= regels die betrekking hebben op de rechten en plichten van
personen in hun onderling verkeer
Formeel recht= regels over de wijze van procederen voor de rechter
procesrecht
Vrijwel altijd kan een uitspraak ter controle worden voorgelegd aan een ‘hoger’
rechtelijk college: het hoger beroep
1.5 De rechtsgebieden
1. Het staatsrecht
= bevat de regels die betrekking hebben op de organisatie van de staat en
zijn organen en op de bevoegdheden van die organen. Het omvat tevens de
verhouding van de burgers tot de staat en de mogelijkheden die de burgers
hebben op invloed uit te oefenen op het functioneren van de diverse
staatsorganen
De grondwet is het belangrijkste wettelijke fundament. De grondwet dateert
van 1815 en is voor het laatst ingrijpend gewijzigd in 1983
Grondrechten= berusten op de gedachten dat de mens meer is dan alleen
onderdaan van een staat en dat de overheid dat meerdere heeft te
eerbiedigen
o Vrijheidsrechten (vrijheid van meningsuiting)
o Politieke grondrechten (kiesrecht, ambt te bekleden)
o Sociale grondrechten (onderwijs, sociale zekerheid)
Organieke wetten= een wet die een uitwerking bevat, dat er over een bepaald
onderwerp nadere regels moeten worden gemaakt in de wet, in de grondwet
2. Het bestuursrecht
Onderwerp is de juridische bestuursactiviteit van de overheid. De relatie
tussen overheid en burger
, Awb: algemene wet bestuursrecht
Beschikking= besluit van een bestuursorgaan dat rechtsgevolgen vaststelt
voor één. Je kan hiertegen beroep aantekenen bij de rechter (bestuursrechter)
3. Het Strafrecht
Het belangrijkste kenmerk van straf is leedtoevoeging aan de dader
Strafbaar feit= een in de wet met straf bedreigde gedraging
(Gepleegd door natuurlijke en rechtspersonen)
De bevoegdheid om tot een strafrechtelijke vervolging over te gaan ligt bij het
OM
Sancties art. 9 Sr:
1. Gevangenisstraf
2. De hechtenis
3. Taakstraf
4. Geldboete
Een feit is alleen strafbaar als het voordien strafbaar is gesteld in een
wettelijke strafbepaling
4. Het burgerlijk recht
- juridische betrekkingen tussen burgers onderling
- personen en familierecht; regelt alle persoonlijke betrekkingen binnen en buiten
het gezin
- vermogensrecht; geheel van regels over het vermogen van een persoon.
Vermogen is de optelsom van alle rechten en verplichtingen van een persoon die
op geld waardeerbaar zijn en in beginsel ook verdraagbaar zijn.
5. Arbeidsrecht en sociaal zekerheidsrecht
Wordt omschreven als het geheel van rechtsregels dat betrekking heeft op de
arbeidsverhouding van personen die in loondienst werkzaam zijn. het
arbeidsrecht omvat zowel de private als de publieke sector.
Collectief arbeidsrecht= betreft het recht van werknemers en ambtenaren om
zich in vakverenigingen te organiseren en om bij een arbeidsconflict een
staking uit te roepen
Sociale zekerheid= de bescherming van de bestaanszekerheid van
werknemers.
1.6 Publiekrecht en privaatrecht
Publiekrecht
= regels die in indirect of direct het algemeen belang als onderwerp hebben
Staatsrecht
Bestuursrecht
Strafrecht
Volkenrecht
Betreft regels over de inrichting van de staat
Bevoegdheid en uitvoering aan door aan de overheid opgedragen taken
Rechtsverhouding tussen de staat en het individu = verticaal
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Paola1996. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.21. You're not tied to anything after your purchase.