100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Criminilogie samenvatting voorbereiding op toets! $4.31   Add to cart

Summary

Criminilogie samenvatting voorbereiding op toets!

 383 views  3 purchases
  • Course
  • Institution

Meer samenvatting etc. kiijk op mijn account!

Preview 3 out of 17  pages

  • March 7, 2015
  • 17
  • 2013/2014
  • Summary
avatar-seller
Criminologie
Week 1

Taken en doelen
Het verklaren van crimineelgedrag . hierbij worden de ontstaan van criminelen gedrag op micro, meso en
macro niveau onderzocht.
• Micro: genen, persoonlijkheid en rationele keuze
• Meso: opvoeding, buurt, subcultuur, labelling
• Macro: Sekse, machtsverhoudingen, cultuur
Het beschrijven van crimineel gedrag, hierbij wordt er gekeken naar de aard, omvang en schade vh crimineel
gedrag. Aard= wat voor type crimineel gedrag, omvang= wie zijn er allemaal betrokken, schade= hoe groot is de
schade.
Het voorspellen van crimineelgedrag. Hierbij is het van belang op preventief op te kunnen treden en primaire
en secundaire deviantie( afwijkend van het normatieve gedrag) en slachtofferschap te voorkomen.
LINKS RECHTS en KLASSIEK MODERN, deze theorieën moet je kennen!!!

Criminologie
De criminologie is een wetenschap, die zich bezighoudt met de bestudering van menselijke gedragingen die
door de wetgever strafbaar zijn gesteld en van de wijze waarop de overheid en de rest van de maatschappij
daarop reageert. (Kaiser,1988) De criminologie is multidisciplinair en kent hierdoor een beïnvloeding van
diverse andere wetenschapgebieden. De 3 belangrijkste stromingen voor dit vak zijn: rationele stroming, bio-
sociale stroming en de psychologie.

Criminaliteit als pepertuum mobile ( eeuwige beweging)
Criminaliteit is geen natuurverschijning, maar een sociale contructie.
• Criminalisering; handelingen/gedragingen worden opgenomen in het wetboek van strafrecht
• Decriminalisering: Bepaalde dingen worden uit het wetboek gehaald

Criminologie- Objectwetenschap
Criminologie is een multidisciplinaire gedragswetenschap waarbij crimineelgedrag centraal staat. Het word
objectenwetenschap genoemd omdat verschillende disciplines zoals, biologie, sociologie, antropoligie en
psychologie, een ander aspect van hetzelfde object onderzoeken.
De wetenschappelijke doelen beschrijven, verklaren en voorspellen het crimineel gedrag zoals ik hierboven al
heb aangegeven.
Dit gebeurd aan de hand van onderzoekmethodes zoals observatie, enquêteren en interviewen.

Ontstaansredenen
De etiologie houdt zich bezig met het onderzoek naar de oorzaken van crimineel gedrag in de ruimste zin van
het woord. Van meet af aan hebben twee rivaliserende stromingen tegenover elkaar gestaan, namelijk de
psychologische en de sociologische. De psychologische criminologie zoekt naar de oorzaken van crimineel
gedrag, de sociologische richting probeert het niveau van de criminaliteit te verklaren.

De biologische stroming
In de biologische stroming wordt naar oorzaken en wetmatigheden van criminaliteit gezocht in het individu
waar een link wordt gelegd tussen criminaliteit en lichamelijke factoren. De biologische stroming kan
onderverdeeld worden in verschillende subgroepen:
Vroege biologische theorieën
• Lombroso: Het idee is dat delinquentie een aangeboren afwijking is ten gevolge van degeneratieve
stigmata, overgegeven van vroegere generaties (asymmetrie in het gezicht, zware kaken, ongewoon

, grote of kleine oren, flaporen, wijkende kin, lange armen, extra vingers of tenen). Dit hangt samen met
afwijkend gedrag: grote beweeglijkheid, ongevoeligheid voor pijn, luiheid, ijdelheid, gokzucht.
De aanpak van criminaliteit bestaat er dan in een behandeling en gedragsverandering te
bewerkstelligen in functie van re-integratie. Wie meer dan 5 van de 18 atavistische kenmerken bezit is
gedoemd tot criminaliteit te vervallen 1/3 is ‘geboren misdadiger’; overigen passionele, gestoorde en
gelegenheidsmisdadigers.
• Garofalo: De samenleving is een natuurlijk lichaam. Misdaad/inbreuken tegen die samenleving, zijn
tegen de natuur van de samenleving. Delicten gaan in tegen het respect voor de eigendomsrechten
van anderen (inbreuken tegen eigendomsrechten) en de afkeer die men ervaart bij het toedienen van
schade/pijn aan anderen (inbreuken tegen personen). Gedragsregels worden afgeleid uit logisch
denken. Bij delinquenten ontbreekt het aan logisch denken en ontwikkelde altruïstische gevoelens.
Wie zich niet aan de natuurlijke wetten kan houden, dient ‘uitgeschakeld’ te worden: op transport
naar kolonies overzee of levenslange gevangenis.

Halverwege de 20e eeuw kwam in Europa de sociale theorie op. Al aan het einde van de 19e eeuw verklaarde
de socioloog Emile Durkheim dat verschijnselen als criminaliteit gezien moesten worden als een normaal
maatschappelijk verschijnsel. Dit was het begin van de criminele sociologie, waarin sociaal milieu, aangeleerd
gedrag, sociale ongelijkheid, stigmatisering en maatschappelijke bindingen belangrijke uitgangspunten werden.
Vanwege het onderscheid met de antropologische school werd deze richting de milieuschool genoemd, die zich
richt op nurture. In Europa blijft dit tot de jaren '80 de dominante theorie. Toen Wouter Buikhuisen in
Nederland in dejaren '70 onderzoek wilde doen naar biologische kenmerken van criminelen, werd hij
onmiddellijk vergeleken met Lombroso. Buikhuizens ideeën leidden tot een grote rel, die hem uiteindelijk zijn
wetenschappelijke carrière kostte. Pas vanaf de jaren '90 kan er weer voorzichtig gesproken worden over
genetische en/of persoonlijke factoren en criminaliteit.

Meten is weten
• Kwantitatief
• Wat en hoeveel vragen
Voorkomende typen; Secundaire analyse en enquêteren

• Kwalitatief
• Hoe en waarom vragen
Voorkomende typen; Observatie en interview

Triangulatie
Verschillende methoden combineren om de zwakke punten van de ene methode te ondervangen met de
sterke punten van een andere methode.
Voorbeeld: 1. Observeren om zelf te ervaren hoe een leefsituatie is. 2. Enquêteren om te bepalen hoe mensen
ergens tegenover staan en 3. interviewen om erachter te komen waarom deze mensen hier op deze wijze
tegenover staan.

Onderzoeksvoorwaarden
• Operationaliseren (meetbaar maken)
• Betrouwbaarheid (herhaling)
• Validiteit (meet ik wat ik wil meten?)
• Generaliseerbaarheid (gelden de uitkomsten uit de door mij getrokken steekproef voor hele
populatie?)

, Week 2

Klassieke school
De mens is een homo economicus. Dat wil zeggen dat de mens een economisch wezen is en gericht is op het
bevredigen van zijn behoefte op efficiente, logische of rationele wijze. Dit mensenbeeld word sterk
geassosieerd met kapitalisme en economische liberalisme.
Crimineelgedrag is het resultaat van een rationele keus en de hedonistische aard van de mens. Hedonistische
aard wil zeggen het zien van genot als het hoogste levensdoel.
Omgaan met crimineel gedrag richt zich op de aanpassing van de vrije wil d.m.v. strafdreiging.

Cesare Beccaria
De basisgedachte van Cesare Beccaria is het retributivisme. Volgens deze gedachtegang moet misdaad gestraft
worden om het te vergelden. Dit is met name gericht op het verleden, in tegenstelling tot het utilitarisme, wat
zich richt op de toekomst en volgens deze theorie moet er gestraft worden om geluk te maximaliseren. Het
retributivisme is zoals ik hierboven al zei gericht op het verleden: straf is gerechtvaardigd omdat de misdadiger
het verdiend heeft.
• Het legaliteitsbeginsel, verwoord door Paul Anselm Feuerbach als "nullum crimen, nulla poena sine
lege", dat wil zeggen: geen misdrijf, geen straf zonder wet. Gevolg hiervan is:
• Wetgeving moet voor iedereen toegankelijk zijn.
• Wetgeving moet worden opgesteld in de taal van het volk.
• De rechter is gebonden door de letter van de wet (niet interpretatief).
• Het proportionaliteitsbeginsel: een maximum welzijn verzekeren met een minimum aan leed. De
opgelegde straf moet net volstaan om te voorkomen dat de delinquent zijn medeburgers nog
benadeelt.
• Het subsidiariteitsbeginsel: De optimale straf is de minimale straf die toch effect sorteert. De beste
preventie voor de criminaliteit is immers niet de wreedheid van de straf, maar wel het feit, dat het
onmogelijk is, haar te ontlopen. Misdrijf en straf dienden ook kort op elkaar te volgen opdat de straf
effect zou hebben. Hiermee pleitte Beccaria tegen martelen en de doodstraf.
Gevolg:
• Doodstraf kan volgens Beccaria geen zinnige straf zijn, want deze straf is definitief en
onomkeerbaar.
• Hij pleitte voor dwangarbeid en gevangenisstraf.
• Uitzondering: een persoon die de staat in gevaar bracht kon wel tot de doodstraf veroordeeld
worden.
• Het gelijkheidsbeginsel: de strafrechtelijke sancties moeten dezelfde zijn voor de eerste burger en
voor de nederigste.
• Het publiciteitsbeginsel: de terechtzitting en de bewijsvoering moeten openbaar gebeuren, de
geheime procedure moet afgeschaft worden.
• Het personaliteitsbeginsel: hiermee kantte Beccaria zich tegen de algemene verbeurdverklaring van de
goederen, die in feite de familie van de veroordeelden en bannelingen trof.

Gelegenheidstheorie van Cohen&Felson (Routine activiteiten theorie)
De gelegenheidstheorie stelt dat de kans op deelname aan criminele activiteiten groter wordt als de
gelegenheid groot is, 'gelegenheid maakt de dief'. Het is onderdeel van de rationele-
keuzetheorie in criminologie. Cohen en Felson stelden dat er drie voorwaarden zijn voor een delict. Er moet
een gemotiveerde dader zijn, een aantrekkelijk doelwit en weinig of geen toezicht. In tegenstelling tot veel
andere theorieën stelt de gelegenheidstheorie dat sociale ongelijkheid en armoede niet tot meer criminaliteit

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Eplaga. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.31. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67096 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.31  3x  sold
  • (0)
  Add to cart