Introductie Financieel Management van de Gezondheidszorg (GW5623PM)
Institution
Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR)
Dit document is een samenvatting van de kennisclip waarin niet alleen de termen duidelijk zijn aangegeven, maar ook de voorbeelden van de kennisclip duidelijk worden weergegeven en uitgelegd.
Belangrijke termen zijn in het oranje aangegeven.
Introductie Financieel Management van de Gezondheidszorg (GW5623PM)
All documents for this subject (8)
Seller
Follow
et98
Reviews received
Content preview
Week 1. Kostprijzen van producten/diensten
Kosten: aan perioden, functie of producten toegerekende (toekomstige) gelduitgaven die verband houden met
de opoffering van productiemiddelen.
Kostprijs is geen doel op zich, maar middel tot andere doelen:
1. Input voor verkoop- en productieplan (budgettering) – Opstellen van verkoop-/productieplan
2. Input voor control van het productieproces (management control) – Monitoren van productieproces
3. Input voor de waardering van voorraden (jaarverslag) – Bv: ‘Hoeveel zijn de vaccins waar die je aan het
ontwikkelen bent?’
4. Input voor de onderhandeling in de triade (marktordening)
Triade = driehoek bestaande uit zorgaanbieder, zorginkoper (verzekeraar) en zorggebruiker.
Voorbeelden van kosten in een product/dienst
- De kosten van grond- en hulpstoffen: uitval (afgekeurde grond- en hulpstoffen), afval + grond- hulpstoffen die in
het product gaan.
- De kosten van arbeid
- De kosten van duurzame productiemiddelen: kosten voor afschrijven en rentekosten voor productiemiddelen die
lange tijd meegaan. Het gaat hier niet om voorraad.
- De kosten van de grond
- De kosten van de diensten van derden
- De kosten van de belastingen: belasting van goederen, belasting van winst.
- De rentekosten
Kosten en kostprijs: Integrale calculatie vs. Variabele kosten calculatie
Variabele kosten calculatie: berekening kostprijs alleen gericht de direct variabele kosten (bv. Productiekosten).
Vaste kosten worden beschouwd als periodekosten en worden dus niet meegenomen.
- Voordeel: inzicht op de minimale prijs waarmee een product verkocht kan worden. Kan nuttig zijn bij
beslissingen over kostenbeheersing/productie- en afzetplanning.
Integrale calculatie (full costing): gaat om de kostenprijzen waarbij je zo goed mogelijk de totale kosten per
eenheid product berekent, dus zowel directe als indirecte kosten.
Voordeel: eenvoudig
Nadeel: alleen toepasbaar bij homogene productie, is dus niet realistisch.
Voorbeeld:
Aantal patiënten (per jaar) 1.000
Kosten per patiënt € 200
Vaste kosten (per jaar) € 800.000
KDc = (800.000 + 200 * 1.000) / 1000 = € 1.000 → Kostprijs voor het product is € 1.000
1
, (ii) Equivalentiemethode
Equivalentiemethode = het met een uniforme verdeelsleutel omzetten van heterogene producten naar homogene
producteenheden. Verwerking conform delingscalculatie, maar het uitgangspunt is anders.
Voordeel: nog steeds eenvoudig
Nadeel: alleen toepasbaar bij beperkt aantal producten met onderlinge verwantschap.
Voorbeeld:
Aantal Tijdsduur Kosten 𝐶+𝑉
𝐾𝐸𝑚 =
Patiënten (per jaar) 1.000 𝑁𝑜𝑟𝑚𝑎𝑙𝑒 𝑝𝑟𝑜𝑑𝑢𝑐𝑡𝑖𝑒
Waarvan 60-75 jaar 600 1,00
Waarvan > 75 400 1,25
Variabele kosten per patiënt € 200
Vaste kosten (per jaar) € 800.000
Opslagmethode = methode waarbij onderscheid gemaakt wordt tussen directe en indirecte kosten. Hier worden de
indirecte kosten aan producten toegerekend door de directe kosten met een bepaald percentage te verhogen.
- Alleen mogelijk indien er een verband vastgelegd kan worden tussen de omvang van de indirecte en directe kosten.
- Indirecte kosten worden met een uniform opslagpercentage op directe kosten over de producten verdeeld.
- Gebruiken van opslagmethode om het percentage te berekenen dat bovenop de kostprijs komt om de
gewenste verkoopprijs te verkrijgen.
Voordeel: eenvoudig toe te passen bij heterogene productie
Nadelen: veronderstelling lineair verband & onnauwkeurig bij groot aandeel indirecte kosten
Voorbeeld:
Aantal Tijdsduur Kosten Totale kosten op instellingsniveau (uit jaarrekening)
Patiënten (per jaar) 1.000 Totale kosten € 280.000.000 (100%)
Waarvan 60-75 jaar 600 1,00 Waarvan direct € 200.000.000 (71%)
Waarvan > 75 400 1,25 Waarvan indirect € 80.000.000 (29%)
Variabele kosten per patiënt € 200
Vaste kosten (per jaar) € 800.000
Kosten per behandeling: 60-75 jaar = € 909,09 * 1,04 = € 1.272,73
>75 jaar = € 1.136,36 * 1,04 = € 1590,90
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller et98. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.84. You're not tied to anything after your purchase.