Introductie Financieel Management van de Gezondheidszorg (GW5623PM)
Institution
Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR)
Dit document is een samenvatting van de kennisclip waarin niet alleen de termen duidelijk zijn aangegeven, maar ook de voorbeelden van de kennisclip duidelijk worden weergegeven en uitgelegd.
Belangrijke termen zijn in het oranje aangegeven. Belangrijke formules zijn omlijnd met een groen vakje...
Introductie Financieel Management van de Gezondheidszorg (GW5623PM)
All documents for this subject (8)
Seller
Follow
et98
Reviews received
Content preview
Week 2. Kosten van duurzame productiemiddelen
Cost accounting = het ‘produceren’ van management informatie, zoals kostprijzen of kerngetallen.
Management control = deelaspect van management, gericht op het vergroten van de kans dat managers van
een organisatie doelgericht gedrag vertonen, waarmee de kans wordt vergroot dat de organisatie haar doelen
zal halen.
Kosten = de in geld gemeten (onvermijdelijke) opgeofferde waarden aan ingezette schaarse
productiemiddelen.
Offers = onvermijdelijke kosten + verspillingen
Opportuniteitskosten (alternatieve kosten) = kosten gelijk aan baten die verloren gaan door het niet uitvoeren
van het beste alternatief.
Duurzame productiemiddelen
Kosten:
- Afschrijvingen (waardevermindering)
- Kosten vermogensbeslag (rente) (onafhankelijk van eigen of vreemd vermogen)
- Complementaire kosten (bijkomende kosten aan energie, onderhoud, grond- en hulpstoffen, arbeid,
etc.)
Afschrijvingen
- Technische invalshoek – Levensduur: periode waarbij het productiemiddel in staat is producten voort
te brengen in de gewenste hoeveelheid en binnen de gestelde kwaliteitsnormen (gebruikswaarde).
- Economische invalshoek – Levensduur: periode waarbij het productiemiddel prestaties levert met
opbrengstwaarde hoger dan de (complementaire) kosten.
→ Bij het bepalen van de afschrijvingstermijn ga je uit van de kortste van de 2 levensduren.
𝐴𝑓𝑠𝑐ℎ𝑟𝑖𝑗𝑣𝑖𝑛𝑔 =
𝐴𝑎𝑛𝑠𝑐ℎ𝑎𝑓−𝑟𝑒𝑠𝑡𝑤𝑎𝑎𝑟𝑑𝑒
𝐿𝑒𝑣𝑒𝑛𝑠𝑑𝑢𝑢𝑟
1. Afschrijvingskosten: vast percentage van de aanschafprijs met 2 opties voor de rentekosten:
(i) Rente over de gemiddelde boekwaarde (ieder jaar hetzelfde)
IGem.Bw = Rente (interest) over gemiddelde boekwaarde
𝐴𝑤+𝑅𝑤
𝐼𝐺𝑒𝑚.𝐵𝑤 = 2
∗𝑖 Aw = Aanschafwaarde
Rw = Restwaarde
(ii) Rente over de actuele boekwaarde (ieder jaar anders)
IT = Rente (interest) over actuele boekwaarde
𝐼𝑇 = 𝑏𝑜𝑒𝑘𝑤𝑎𝑎𝑟𝑑𝑒 𝑢𝑙𝑡𝑖𝑚𝑜 𝑇 − 1 ∗ 𝑖 Rw = Restwaarde
i = rente (%)
2. Zowel afschrijvingen als rente: vast percentage van de actuele boekwaarde
RW = Restwaarde
𝑛 𝑅𝑤 𝑥 Aw = Aanschafwaarde
ට =1−
𝐴𝑤 100
n = levensduur
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller et98. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.80. You're not tied to anything after your purchase.