Economie hoofdstukken 9, 10, 11 en 12
Reële rentepercentage geeft aan met hoeveel procent de koopkracht van spaargeld is gestegen.
Hoogte van rentepercentage hangt af van:
Looptijd; hoe langer je het vastzet hoe hoger rentepercentage
Hoogte van spaarbedrag; hoe hoger spaarbedrag hoe hoger rentepercentage
Ontwikkeling op financiële markten; als door spaarders meer geld wordt aangeboden dan
bank nodig heeft, zal rentepercentage dalen.
Depositogarantiestelsel: de Nederlandse bank garandeert per rekeninghouder per bank uitbetaling
van max. 10.000 euro. Als het gaat om geld bij verkoop of aankoop van een woning komt daar nog
maximaal 500.000 euro garantie bij.
Banken zijn verplicht volgens de wet op het consumentenkrediet naast het interestpercentage ook
het jaarlijkse kostenpercentage te vermelden.
Kostenpercentage: percentage interest + percentage kosten dat je per jaar werkelijk betaalt over het
geleende bedrag.
Jaarlijkse kostenpercentage = het effectieve rentepercentage
Bureau kredietregistratie: daar wordt bijgehouden wie hoeveel geld heeft geleend.
Consumptieve kredieten: leningen zonder onderpand aan consumenten:
Bij bank kun je roodstaan op je betaalrekening. Dat is een rekening-courantkrediet
Bij een persoonlijke lening staat de rente gedurende de looptijd van de lening vast. Het
bedrag wordt in een keer uitbetaald en je betaalt maandelijks een vast bedrag aan rente en
aflossing.
Een doorlopend krediet heeft een variabele rente. Je spreekt met de bank een bedrag af dat
je maximaal mag lenen. Je betaalt maandelijks een bedrag aan rente en aflossing. Als schuld
gedeeltelijk is afgelost, kun je de lening opnieuw opnemen tot aan het maximumbedrag.
Bij kopen op afbetaling doe je een aanbetaling en daarna iedere periode een
termijnbetaling, totdat het volledige bedrag is afbetaalt. Je bent direct eigenaar van het
product.
Huurkoop lijkt op kopen op afbetaling, maar de retailer blijft eigenaar van product totdat je
de laatste termijn hebt betaald.
Paragraaf 9.4 huren of kopen
Sociaal huurwoningen: gelden maximum huren, een maximaal percentage jaarlijkse huurverhoging
en je kan recht hebben op huurtoeslag.
Vrije sectorwoningen: bestaan geen maximum huren, is de huurverhoging vrij en heb je geen recht
op huurtoeslag.
Woningen in sociale woningbouw zijn neergezet met overheidssubsidie, zodat de huur laag kan zijn,
maar aanbod is beperkt.
Van economische binding is sprake als je in de gemeente je inkomen verdient. Van sociale binding is
sprake als je jarenlang in de gemeente gewoond hebt.
Transactiekosten bestaan uit de tijd en kosten die nodig zijn om een koop tot stand te brengen.
, Als beloning voor zijn bemiddeling ontvangt een makelaar courtage.
Van een registergoed moeten de gegevens in een openbaar register worden vastgelegd, dat is het
kadaster.
De notariële koopakte wordt ook wel de transportakte genoemd. In deze akte staat dat de koper de
nieuwe eigenaar is. Notaris zorgt voor inschrijving van de nieuwe eigenaar in het kadaster. Na deze
inschrijving ben je volgens de wet eigenaar van de woning.
Ook nog 2% overdrachtskosten, bij nieuwbouw betaal je dat niet, dan betaal je 21% btw.
v.o.n. achter prijs dan betaald verkoper bijkomende kosten. K.k. dan betaald de koper ze.
Hypothecaire lening: is een lening met registergoed als zekerheid. Hierbij geef je de bak het recht
van hypotheek. Als je rente en aflossing niet meer kunt betalen, heeft de bank het recht om je huis
in het openbaar te laten verkopen. Met de opbrengst wordt je schuld afgelost.
Als verkoop van de woning minder oplevert dan je schuldig bent, dan heb je een restschuld
waarover jij nog rente en aflossing moet betalen aan de bank.
Bank =hypotheeknemer en geld lener =hypotheekgever.
Variabel rentepercentage= het percentage verandert mee met de marktrente.
Vast rentepercentage = rente ligt 5, 10 of 20 jaar vast.
Je mag bij het afsluiten van een hypothecaire lening de notariskosten en kadastrale rechten voor de
hypotheekakte bij de berekening van de inkomstenbelasting van je inkomen aftrekken.
Eigenwoningforfait is afhankelijk van de WOZ-waarde. Hoe hoger WOZ hoe hoger percentage
eigenwoningforfait. Pas als de aftrekbare rente hoger is dan het eigenwoningforfait, betaal je minder
belasting.
In tegenstelling tot huurders betalen huiseigenaren wel onroerende zaak belasting (OZB). Dit is
gemeentelijke belasting over de WOZ-waarde van je eigen woning.
Is volksverzekering waar iedere inwoner van NL vanaf een bepaalde leeftijd recht op heeft. AOW-
uitkering van een echtpaar is even hoog als het minimumloon van een werknemer.
Uitkeringen worden hoofdzakelijk gefinanciëerd uit sociale premies: het bedrag dat werkenden
betalen aan premies volksverzekeringen.
Omslagstelsel= de werkenden van nu betalen voor de AOW’ers van nu.
In NL verplichte solidariteit tussen jong en oud: de AOW uitkeringen worden via het omslagstelsel
gefinancieerd met de sociale premies die werknemers betalen. Maar door ontgrijzing en
ontgroening wordt betaalbaarheid van AOW een probleem.
Pijler 2 collectief bedrijfspensioen
Je spaart door middel van het betalen van pensioens premies via je werkgever voor een aanvullend
bedrijfspenioen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller paulinakieres1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.48. You're not tied to anything after your purchase.