Samenvatting Psychopathologie
Doelen:
Kennis van de normale en afwijkende ontwikkeling;
Stoornissen en ontwikkelingsinterferenties herkennen;
Kennis van theorieën over verklarende factoren (onderliggende mechanismen) van
stoornissen en ontwikkelingsproblemen;
Betrokkenheid van omgeving/opvoeding bij stoornissen en ontwikkelingsproblemen
Tentamen
Bij casus in tentamen
Benoem DSM-V-classificatie die het best passend zou zijn
Officiële Nederlandse of Engelse benaming volgens DSM-V
Zo specifiek mogelijk de classificatie
Wat is belangrijk voor tentamen?
Wat houden emotionele/gedragsproblemen in en wat zijn belangrijke begrippen
die ten grondslag liggen?
Van emotioneel/gedragsprobleem naar stoornis (DSM-V)
Epidemiologie van de stoornis, hoe vaak komt het voor en bij wie? Bepaalde
doelgroep?
Co-morbiditeit van stoornissen.
Verklaringstheorieën!
Kenmerken herkennen & doorgronden waarom kind problematiek laat zien =
diagnostiek
Behandeling
Ontwikkelingspsychopathologie; alle theorieën met elkaar verbinden en holistisch bekijken.
Deze is erg belangrijk.
Overzicht ontstaan stoornissen
Stoornissen oorsprong in babytijd/voorschoolse periode
Hechtingsstoornissen
Autismespectrumstoornissen
Stoornissen in de adolescentie/vroege volwassenheid
Eetstoornissen
Schizofrenie
Persoonlijkheidsstoornissen
Normale en verstoorde ontwikkeling
Rosenhan’s experiment
1
,Acht gezonde mensen werden opgenomen, omdat ze zeiden dat ze stemmen hoorde.
Eenmaal opgenomen gedroegen deze mensen zich ‘normaal’. De gemiddelde duur van de
opname was van 19 dagen. Het viel het personeel niet op dat deze mensen pseudopatiënten
waren. Het viel de andere patiënten wél op.
Pathologie ziekteleer; het bestuderen van het ontstaan & verloop van ziektes.
Psychopathologie leer van de psychische ziekte. Een deelgebied van psychologie en
psychiatrie.
Ontwikkelingspsychopathologie benadering hoe psychopathologie zich door het leven
heen ontwikkelt. De ontwikkeling van psychopathologie staat centraal.
Verschillende gebieden
Psychologie gaat over bewustzijns & gedragsverschijnselen. Goed begrijpen van gedrag
en dit gedrag doormiddel van interventies ingrijpen.
Psychiatrie specifiek op diagnosticeren & behandelen van psychische symptomen, die
gepaard gaan met duidelijk lijden/sociale problemen. De psychiater heeft een medische
achtergrond en gebruikt voor het behandelen dus medicatie.
Pedagogiek heeft veel raakvlakken met psychologie. Bij pedagogiek gaat het om
opvoedingsleer. De ontwikkeling staat centraal en daarbij de opvoeding-&
omgevingsfactoren die van invloed zijn.
Orthopedagogiek pedagogiek gericht op de atypische ontwikkeling. Gericht op
(gedrags-)problemen.
3 ontwikkelingsdomeinen
1. Taal
2. Motoriek
3. Sociaal
Stoornis: lichamelijke hersenafwijking
Beperking: door de stoornis iets niet kunnen
Handicap: het wordt een handicap als het de maatschappelijke rol belemmerd (naar school
kunnen, werk vinden, relaties aangaan etc.)
Ontwikkelingsmodel
Psychopathologie bestaat uit verschillende variabelen (contexten) die op elkaar inspelen en
invloed hebben op de ontwikkeling, op een bepaald moment.
- Biologische context
- Individuele context
- Familie context
- Sociale context
- Culturele context
Verklaringstheorieën
Psychoanalyse
2
, - Klassieke psychoanalyse: fixatie of regressie (Freud). Zegt dat psychopathologie zich
ontwikkeld door conflicten tussen het id, ego en superego.
- Ego-psychologie: onvermogen om de problemen van de ontwikkelingsstadia het
hoofd te bieden (Erikson).
Behaviorisme (leertheorie)
Gedrag komt tot stand door conditionering. Psychopathologie is onaangepast gedrag en dit
ontwikkelt zicht door het versterken of ontwikkelen van dit onaangepast gedrag door:
klassieke conditionering, operante conditionering en de sociale leertheorie.
Biologisch medisch model
Psychopathologie is een mentale ziekte, dat ontstaat door een organische disfunctie. Er is
sprake van kwetsbaarheden in het brein, de neurocognitieve functies zijn verstoord geraakt.
Hierbij staat het neuropsychologisch denkmodel centraal= brein neurocognitieve
functies/ informatieverwerkingsprocessen gedrag.
Systeem-pedagogische theorie
Psychopathologie is een ongepaste familiestructuur die ontstaat door bijvoorbeeld
grensvervaging of triangulatie. Bijvoorbeeld systeemtheorie (Munichin, Haley, Lange) of
pedagogische theorieën (bijv. Langeveld, Baumrind, Patterson).
Hechtingstheorie (belangrijke systeem-pedagogische theorie)
Psychopathologie is het onvermogen om verder te komen in de ontwikkeling. Dit komt door
een affectieve splitting of het internaliserende van slechte hechtingsrelaties.
Ontwikkelings-psychopathologie
Verklaringstheorie die alles probeert te integreren. Psychopathologie is een verstoorde
ontwikkeling. Dit komt door risicofactoren, kwetsbaarheden en beschermingsmechanismen.
- Heeft niet 1 uitgangspunt; maar integratie van verschillende verklaringstheorieën
- Mens is een dynamisch systeem; alle domeinen zijn met elkaar in interactie
- Ontwikkeling verloopt hiërarchisch; toename van complexiteit
- Per ontwikkelingsstadium bepaalde taken= stage-salient issues
- Problemen in een bepaald stadium zijn voorspellers van psychopathologie
- Voorgaande ontwikkeling verhoogt/verlaagt de kans op psychopathologie.
Risicofactoren: elke factor die de kans op psychopathologie vergroot. Dit geldt voor
iedereen.
Kwetsbaarheid: zit in een persoon. Dit maakt dat iemand gevoeliger is voor een bepaalde
risicofactor, bijvoorbeeld temperament.
Versterkende factoren: vergroot de impact van een risicofactor.
Protectieve factor: bevorderen de gezonde ontwikkeling. Zoals (boven-)gemiddelde
intelligentie, goede relatie met ouders, sociaal netwerk etc.
Protectieve factoren:
- Verminderen de impact van een risicofactor;
- Verminderen negatieve kettingreactie;
- Bevorderen zelfvertrouwen & competentie van het kind;
Ontwikkelingstaken: elke periode moet er een ontwikkelingstaak worden volbracht.
Babytijd reguleren van biologische processen zoals honger en slaap, veilige hechting
Peutertijd reguleren van affect, zelfbepaling
Voorschoolse leeftijd zelfregulering, relaties buiten familie
Schoolse leeftijd academische vaardigheden en sociale omgeving
Vroege adolescentie individualisering, identiteit, seksualiteit
Adolescentie onafhankelijkheid van familie, seksuele relaties
Late adolescentie werk, doel en betekenis van het leven, relaties
Ecologisch model (Bronferbrenner)
Het ecologisch model bestaat uit verschillende lagen van contexten, die met elkaar in
interactie staan.
1. Biologische context
2. Individuele context
3. Familie context
4. Sociale context
5. Culturele context
Biologische context in ecologisch model= binnenste laag de basis
- Genetische opmaak
- Hersenontwikkeling; hersenchemie en hersenstructuur
Individuele context in ecologisch model= tweede laag
1. Hechting
2. Cognitieve ontwikkeling
3. Emotionele ontwikkeling
4. Ontwikkeling van het ‘zelf’
5. Morele ontwikkeling
6. Seksualiteit
1. Hechting; een stabiele, emotionele band tussen kind en verzorger.
- Alle kinderen ontwikkelen een gehechtheidsrelatie
- Heeft een sterke biologische basis vanuit evolutie wordt gezien dat een veilige
basis belangrijk is want dit vergroot de kans op overleving
- Kwaliteit van zorg bepaalt de kwaliteit van de gehechtheidsrelatie
2. Cognitieve ontwikkeling: theorie van Piaget;
- Ontwikkeling ontrolt zich in vaststaande, geordende stadia die duidelijk te
onderscheiden zijn
- Kinderen doorlopen die stadia in een verschillend tempo, maar altijd in dezelfde
volgorde
- Kinderen leren door assimilatie nieuwe info in bestaande cognitieve structureren
opnemen
4
, - Accommodatie veranderingen in de bestaande cognitieve structureren om nieuw
leren mogelijk te maken
- Organisatie nieuwe ideeën in coherente systemen organiseren
- Ontwikkeling is een actief ‘bouwproces’
Cognitieve stadia volgens Piaget (goed kennen)
Sensomotorisch stadium 0-2 jaar, ontwikkeling van objectpermanentie
Pre-operationeel stadium 2-7 jaar, ontwikkeling van de symboliek
Concreet-operationeel stadium 7-11 jaar, ontwikkeling van redeneren
Stadium van de formele operaties 12 + jaar, ontwikkeling van hypothetisch en
deductief denken
Als een kind door bepaalde belemmeringen niet toekomt aan verschillende
stadia, heeft dat invloed op de volgende stadia. Zo kan psychopathologie
ontstaan.
3. Emotionele ontwikkeling
- Begrip van emoties van anderen en vooral zichzelf;
- Reguleren van emoties
4. Ontwikkeling het zelf – ‘ik’
Gaat om innerlijke organisatie van gevoelens, verwachtingen en betekenisgeving.
- Erkenning van het zelf als een georganiseerd geheel dat standhoudt, ondanks
stemmingswisselingen en de relatie met de opvoeders
- Van hechting naar ontwikkeling van ‘het zelf’
5. Morele ontwikkeling van het geweten
- Kohlberg
- Stadia komen voort uit het denken over morele problemen
- Stadia gelden voor elk individu en zijn cultuuronafhankelijk
- Drie niveaus, elk niveau bestaat uit twee stadia:
Stadia Kohlberg:
Niveau 1: pre-conventionele moraliteit (0-10 jaar)
Stadia 1 = gehoorzaamheid & straf
Stadia 2= beloning nastreven, eigenbelang
Goed of fout is afhankelijk van hoe volwassenen op het gedrag reageren. Straf
krijgen of beloond worden is de maatstaf voor of iets mag of niet. Ook draait het
bij kinderen in deze fase om eigen behoeftebevrediging; ze kunnen iets aardigs
doen, maar willen daar iets voor terug.
Niveau 2: conventionele moraliteit
Stadia 3= interpersoonlijke relaties, oordeel van de sociale groep
Stadia 4= behoud van sociale orde, autoriteit handhaven
Aanpassing aan de eigen sociale groep bepaalt het moraal. Het denken is
gebaseerd op de groepsnorm en niet op hun eigen denkwijze. Pubers zijn dan ook
sterk gericht op goedkeuring van anderen.
5
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying this summary from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller NK12345. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy this summary for $5.82. You're not tied to anything after your purchase.