Grondwetten:
- Artikel 1: Gelijkheidsbeginsel(Iedereen wordt gelijk behandelt)
- Artikel 6: Godsdienstvrijheid (Je mag overal in geloven)
- Artikel 7: Vrijheids van meningsuiting (Censuurverbod)
- Artikel 23: Vrije richting en stichten van onderwijs(Honderd jaar is hiervoor gestreden)
-
Hoofdstuk 1
soeverein: een staat die op een bepaald gebied met duidelijke grenzen gezag uitoefent en
het monopolie van geweldsuitoefening heeft. Soevereine staat bepaalt welke religie op het
gebied wordt toegelaten.
politiek: de manier waarop een land bestuurd wordt
algemeen belang: iedereen heeft er belang bij, wetten zijn van algemeen belang
efficiënt besturen: je kijkt naar doelmatig resultaat
maximale participatie: proces van democratische besluitvorming
democratie: het volk regeert
directe democratie: volksstemming ( komt niet heel veel meer voor )
referendum is een vorm van directe democratie → volksstemming over een wetsvoorstel
representatieve-/indirecte democratie: wij kiezen mensen die voor ons beslissingen
nemen → praktischer want: je hebt kleinere groep ( dus sneller besluit ) en
volksvertegenwoordigers kunnen ze zich meer verdiepen in de onderwerpen ( burgers
hebben vaak geen tijd voor )
kenmerken democratie
- een democratie is ook een rechtsstaat ( om inbreng burgers te garanderen )
- er is individuele vrijheid
- er gelden politieke grondrechten
- legaliteitsbeginsel
- er bestaat onafhankelijke rechtspraak ( rechters staan los van parlement )
- er bestaat persvrijheid
parlementaire stelsel: rechtstreeks gekozen parlement is het hoogste machts orgaan (
alleen in landen met een indirecte democratie ) → op basis van samenstelling kabinet
gevormd
constitutionele monarchie: een koning als staatshoofd, taken en bevoegdheden in
grondwet vastgelegd
presidentieel stelsel: bevolking kiest parlement en ook een president, president mist
ontbindingsrecht
ontbindingsrecht: het recht om het parlement te ontbinden
Dat we in een democratie leven zie je terug in de grondwet
- trias politica
, - alle NL’ers vanaf 18 jaar hebben kiesrecht en mogen verkozen worden
- regels voor politieke besluitvormingen zijn vastgelegd
- overheid laat de media vrij
dictatuur: de 3 machten zijn in handen van een kleine groep mensen, niet gescheiden dus.
Een voordeel is is dat er snel efficiëntere besluiten kunnen worden genomen
kenmerken dictatuur
- het is nooit een rechtsstaat
- er is een beperkte individuele vrijheid
- er is overheidsgeweld
- er bestaat geen onafhankelijke rechtspraak
- massamedia en kunstuitingen staan onder censuur
soorten dictatuur
- ideologie: samenhangend geheel van ideeën over de mens en de gewenste
inrichting vd samenleving. Media, onderwijs en verenigingsleven staan onder strenge
controle → dus indoctrinatie
- religieuze ( theocratie ): godsdienst verheven tot staatsideologie
- militaire: leger heeft alle macht
hoofdstuk 2
2 aspecten van ideologieën
- normen en waarden, VB: gelijkheid, rijken moeten meer belasting betalen
- sociaaleconomische verhoudingen: rechtvaardige verdeling vd welvaart.
Links wil een sterke en actieve rol van de overheid, zwakkeren beschermen en
helpen.
Rechts wil zo weinig mogelijk bemoeienis vd overheid.
Tussen links en rechts in → politiek midden.
3 hoofdstromingen
- liberalisme: vrijheid, eigen verantwoordelijkheid, rol overheid beperkt. Ze zijn in de
19e eeuw conservatief geworden, laten houden zoals het nu is. RECHTS
- socialisme: gelijkheid, bescherming zwakkeren, rol overheid groot. Doel was om
een eind te maken aan de armoede en ongelijkheid. Om gelijkheid te krijgen raakten
ze verdeeld: 1. communisten wilden dat arbeiders door revolutie macht namen. 2.
sociaaldemocraten wilde maatschappelijk verbeteringen bereiken. LINKS
- confessionalisme: geloofsovertuiging, rol overheid matig, gespreide
verantwoordelijkheid, men gaat uit van organisch staatsopvatting: samenleving is
vergelijkbaar met menselijk lichaam, alle onderdelen zijn van elkaar afhankelijk.
rentmeesterschap: de mens heeft de taak om goed voor de door god aan ons
toevertrouwde aarde te zorgen.
ontideologisering: het verdwijnen van ideologie als leidraad voor het politieke leven.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rosasikkes1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.78. You're not tied to anything after your purchase.