3.1
Verbranding van brandstoffen levert behalve energie ook koolstofdioxide op, een gas
dat het broeikaseffect versterkt -> temperatuur dampkring stijgt -> gevolgen
rampzalig
Bij alle chemische reacties treedt een energie-effect op.
3.2
Een chemische reactie kun je herkennen aan het veranderen van
stofeigenschappen. Tijdens een chemische reactie veranderen de beginstoffen in
reactieproducten. Een faseverandering is geen chemische reactie.
Exotherme reactie: reactie waarbij energie, bijvoorbeeld warmte, licht of elektrische
energie vrijkomt.
Endotherme reactie: reactie die alleen verloopt als er energie, bijvoorbeeld, warmte,
wordt toegevoerd.
3.3
Een chemische reactie verloopt pas als de temperatuur even hoog of hoger is dan
de reactietemperatuur ( ontbrandingstemperatuur ).
5 factoren die invloed hebben op de reactiesnelheid:
- de soort stof
- de verdelingsgraad van de beginstof(fen)
- de concentratie(s)n van de beginstof(fen)
- de temperatuur van de reactiemengsel
- de aanwezigheid van een katalysator
Bij een chemische reactie is de totale massa van de beginstoffen gelijk aan de totale
massa van de reactieproducten; dit heet ‘ de wet van Lavoisier ‘ of ook wel ‘ de wet
van behoud van massa ‘.
Er verdwijnt dus geen materie en er ontstaat ook niet zomaar materie.
Reactieschema = Verkorte weergave van de beschrijving van een reactie.
, Bij de reactie tussen koolstof en zuurstof ontstaat koolstofdioxide. Het
reactieschema is dan:
koolstof (s) + zuurstof (g) -> koolstofdioxide ( g )
Achter elke stofnaam zet je de toestandsaanduiding: s, l, g of aq= opgelost in
water.
Een chemische reactie stopt als één van de beginstoffen op is. Het deel dat
overblijft, noem je de overmaat.
3.4
- Het waterstofmolecuul bestaat uit 2 witte bolletjes. Die stellen 2
waterstofatomen voor. De molecuulformule van de waterstof is, H2.
- Het watermolecuul bestaat uit 2 witte bolletjes en een rood bolletje. Die stellen
2 waterstofatomen voor en een zuurstofatoom. De molecuulformule van de
stof water is, H2O.
Een molecuulformule geeft aan welke atomen in een molecuul voorkomen en
hoeveel er zijn van elke soort.
De index is het getal dat in een molecuulformule rechtsonder elk symbool staat. De
index geeft het aantal atomen van elke soort in het molecuul weer.
De coëfficiënt is een getal dat vóór een molecuulformule staat. De coëfficiënt geeft
het aantal moleculen van een stof weer.
Element: stof die uit 1 atoomsoort bestaat, het aantal atomen per molecuul hangt af
van het element.
- meeste elementen bestaan uit één-atomige moleculen. Formule -> symbool
van het atoom met index 1.
- 7 elementen bestaan uit twee-atomige moleculen. Formule -> symbool van
het atoom met index 2
- Fosfor en Zwavel zijn elementen waarvan de moleculen uit meer dan 2
atomen kunnen bestaan: P4 en S8
Een verbinding is een stof die uit 2 of meer atoomsoorten bestaat.
3.5
De beginstoffen bevatten evenveel atomen van elke soort als de reactieproducten.
Dat betekent dat voor de de pijl van een reactieschema evenveel atomen van elke
soort moeten staan. Zo’n reactieschema heet een reactievergelijking.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rosasikkes1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.32. You're not tied to anything after your purchase.