HOORCOLLEGE
AANTEKENINGEN FISCAAL
ONDERNEMINGSRECHT VOOR
NIET FISCALISTEN
RIJKSUNVERSITEIT GRONINGEN 2021-2022
,Hoorcollege woensdag 8 september: Winst uit onderneming
Begrip onderneming
• Duurzame organisatie
Enige bestendigheid aanwezigheid/permanentie, geen eendagsvlieg.
• Van kapitaal en arbeid
Tuinder had naast zijn bedrijf een stuk grond waar hij windcabine opzette. Prijskaart
500.000. Tuinder moest handtekening zetten dat het geplaatst werd. Bij onderhoud; op
afstand fouten signaleren, monteur verhelpt problemen. Stroom die opgewekt werd;
werd verkocht. Arbeid die verricht is door tuinder, is praktisch 0. Man zette
handtekening met leverancier van de windturbine en leveranciersbedrijf. De vraag is of
windcabine onderneming of belegging was. Hoge Raad: onderneming. Hoeveelheid
arbeid niet groot, maakt niet uit. Hoeveelheid kapitaal was wel stevig; 500.000. En de
man liep risico. Zou hij de zaak hebben verhuurd, dan is het beleggen en is het sector
sparen en beleggen. Verhuur is beleggen (box 3), maar nuances. In onze eigen IB-sfeer in
het algemeen als je iets verhuurd en verder geen activiteiten hebt van aan- en verkopen
is het box 3-werk. Basisregel = verhuur onroerend goed, is gewoon beleggen is box 3.
De huisjesmelkers zitten dus in box 3.
• Die deelneemt aan het economisch verkeer
Deelname economisch verkeer – niet iets in familiesfeer doet, handelen met derden.
• Met het oogmerk winst te behalen
Oogmerk winst te behalen – subjectief element, is redelijkerwijs winst te verwachten.
Als men zegt ‘ik maak per ongeluk winst, had geen oogmerk’, dat wordt weggedrukt door
objectieve winstgedachte; je maakt gewoon winst. Bijv. bij uitvindingen altijd verlies
lijden; op een gegeven moment geen winst meer te verwachten.
Ondernemer: art. 3.4 Wet IB
• Voor rekening van:
– Risico ten aanzien van inkomen, winst en vermogen
Voor onderneming geldt dat iets voor rekening van moet zijn; wat geldt voor
ondernemer; risico. Dat je risico loop ten aanzien van inkomen, winst en vermogen.
Als ondernemer ben ik de sluitpost. Opbrengsten – kosten = winst. Als ondernemer
ben je sluitpost. Personeel gaat voor, die krijgen hun vaste loon. Dan banken die
krijgen de rente. Onder aan de streep staat de ondernemer. Als het rood is, dan is het
de spaarrekening aanspreken of bij familieleden langsgaan. Geld ingestopt en alles
kwijt kunnen zijn is het risico.
– Eigen vermogen is risicodragend kapitaal. Eigen vermogen is garantievermogen, loop
je risico over. Vreemd vermogen is risicoloos, daarvan is kenmerk terugbetaling
(lening). Onderscheid eigen vermogen (pech gehad als het misgaat) en vreemd
vermogen (pech gehad, terugbetalen) is fiscaal belangrijk onderscheid.
• Verbinteniscriterium: (art. 3.4 Wet IB); afkorting VC
– Aansprakelijk voor de ondernemingsschulden
– Verrichten van diensten
Wet IB 2001; voorganger had forse tarieven. Nodigde uit tot man/vrouw-firma’s.
Duo A en B. A is ondernemer, hij heeft ondernemersvermogen en privévermogen. A is
eenzaam en alleen; heeft eenmanszaak. A trouwt met B. Kan buiten gemeenschap van
, goederen (standaard tegenwoordig); art. 3.91 Wet IB (TBS). BUITEN GEMEENSCHAP VAN
GOEDEREN GETROUWD OP TENTAMEN DAN DENK JE AAN TBS!!!!!
In dit voorbeeld A en B algehele gemeenschap van goederen. A heeft winst uit
onderneming. Winst wordt eerlijk verdeeld, maar fiscaal werkt het zo niet. Als je dat zou
doen, heb je tariefsvoordeel. Stel 10.000 wordt volledig verdiend door A. 5.000 betalen
aan belasting en dus 5.000 over. Als je 10.000 zou overhevelen aan B dan zou belasting
bijv. 3.000 (laag tarief) zijn en dus 7.000 over en heb je dus 2.000 meer verdiend.
Samenwerkingsverbanden; VOF; 3tal; A, B en C. Drijven technisch samen 1 onderneming.
Fiscaal gezien geldt in de IB dat elke ondernemer zijn eigen onderneming heeft; A heeft
zijn eigen restaurant en dus ook B en C eigen restaurant. Man/vrouw-firma in het leven
roepen; A is de ondernemer en B heeft geen ondernemerseigenschappen. A gaat met B
maatschap of VOF aan. Bijv. A arts die met B kleuterleidster VOF aanging. Dit ging de
fiscus aanpakken; ondernemerschap bestrijden. VOF – inbreng van arbeid of kapitaal,
voordeel delen en samen bedrijf uitoefenen. Rechter zei; het is gewoon een VOF, werd
geaccepteerd. Wel moet de verdeling kloppen, als arts 2 ton verdiend, dan niet helft naar
wederhelft die schoonmaakt, want dat is onzakelijk. Dus man/vrouw-firma was onder
oude Wet IB geen probleem. Maar Wet IB 2001 werd in het leven geroepen; herziening
vooral in box 3-sfeer.
– Aansprakelijk voor de ondernemingsschulden
– Verrichten van diensten
VC & UC
• Verbinteniscriterium: je bent aansprakelijk voor de schulden van de onderneming. Je
bent verbonden voor alle schulden die er zijn (civielrechtelijk ingekleurd). Ook leveren
van goederen en verrichten van diensten. Echtgenoot is niet aansprakelijk.
• Wel of geen ondernemer; eenmanszaak; enige eigenaar is aansprakelijk voor alle
schulden. Voldoet aan verbinteniscriterium en is ondernemer.
• Urencriterium:
• Wel of geen recht op ondernemersfaciliteiten
Dus verbinteniscriterium (wel of geen ondernemer) en urencriterium (wel of geen recht op
ondernemersfaciliteiten; kun je dus wel ondernemer zijn maar geen recht op faciliteiten).
Openbare Maatschap
• Openbare maatschap: onder een bepaalde naam aan het maatschappelijk verkeer
deelnemen:
• De maten worden rechtstreeks verbonden. Dan vc
, • - Maatschap: (openbaar; naar buiten tredend); Halma & Halma Belastingadviseurs treedt
naar buiten met maatschap; aansprakelijkheid = openbaar is volledig aansprakelijk, voor
evenredig deel.
Stille maatschap
• Stille maatschap: niet onder een bepaalde naam aan het rechtsverkeer deelnemen: geen
vc.
• Indien zij handelen namens de andere maten en daartoe door die andere maten zijn
gemachtigd: voldoe je wel aan vc.
• Probleem voor nijvere maten
- Maatschap (stil); nijvere maten; vissersboot; eigenaar en bemanning; vormen tezamen
maatschap. Gaan de zee op en vangen vissen en verdelen onderling de opbrengst op
basis van maatschapscontract. Alles verliep extern via naam eigenaar. Nijveren treden
niet naar buiten, niet openbaar. Stille maten. Voldoen zij aan verbinteniscriterium?
Verbinteniscriterium civielrechtelijk uitleggen. Dit zijn stille maten en dus verbind jij je
niet zei rechter. Derde weet niet dat er maatschap is. Dus ben jij gebonden? Als je
handelt namens de andere maten en daartoe door die andere maten ook gemachtigd
bent, dan voldoe je wel aan verbinteniscriterium. Dat was niet het geval dus doek viel
voor nijvere maten.
Zelfstandig beroep art. 3.5 lid 2
• Zelfstandig beroep = professionele kwaliteit
• Beoefenaar van zelfstandig beroep =
• Per definitie ondernemer?
• Jurisprudentie: JA, op basis wettekst
• Zelfstandige voldoet dus aan het verbinteniscriterium.
Zelfstandig beroep (art. 3.5 Wet IB); professionele kwaliteiten. Intellectuele of artistieke
activiteiten. Notarissen, advocaten, artsen. Zelfstandig beroep geldt ook als een
ondernemer. Prostitué werkte in een club, de dames hadden een maatschap en het was een
stille maatschap. Zaken doen met derden gingen via een stichting. Deze dame claimde ook
zelfstandigenaftrek. Voldeed zij aan verbinteniscriterium? Inspecteur zei nee, klanten doen
zaken met de stichting en niet met haar. Rechter moest zich hierover buigen. Dame zei ook;
als ik zelfstandig beroep uitoefen dan voldoe ik per definitie aan definitie van
ondernemerschap (art. 3.5 Wet IB) en hoef ik niet te voldoen aan verbinteniscriterium. Geen
zelfstandigenaftrek, want zij deed niet aan verbinteniscriterium oordeelde rechter in eerste
instantie en bij hof. Dame opnieuw naar rechter; Hoge Raad. Als je zelfstandig beroep
uitoefent dan voldoe je aan eis ondernemerschap en hoef je niet te toetsen aan
verbinteniscriterium = nieuwe uitspraak. Maar stille maat is niet per definitie ondernemer.
Als je zelfstandig beroep uitoefent ben je automatisch ondernemer en hoef je niet te toetsen
of je aan verbinteniscriterium voldoet.
VOF en CV
• Vennootschap;
– Hoofdelijke aansprakelijk; voldoet aan vc
– Alle vennoten in een VOF voldoen aan vc en zijn dus ondernemer.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Elsemiek61. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.