Bij elke vraag staat duidelijk aangegeven wanneer ik het juiste antwoord noteer van de docent tijdens de werkgroep. Deze antwoorden heb ik volledig genoteerd en zo veel mogelijk in lopende zinnen.
Pandrecht op roerende zaken en op vorderingen (algemeen)
Ben heeft een adviesbureau voor startende ondernemers. In verband met de financiering van zijn
auto leent hij bij Suzanne een bedrag van 35.000 euro. Ben en Suzanne spreken af dat Suzanne
een zekerheidsrecht krijgt voor de terugbetaling van het geleende bedrag.
Art. 3:98 → schakelbepaling naar art. 3:84 (voor overdracht zijn dezelfde
eisen van toepassing namelijk titel, vestigingshandeling en
beschikkingsbevoegdheid)
Art. 3:236/237 → vestigingshandeling
Vraag 1
Geef aan (onder vermelding van eventueel relevante jurisprudentie) of Ben ten behoeve van
Suzanne een stil pandrecht kan vestigen op de navolgende goederen.
a. Een scooter die Ben onlangs heeft gekocht en geleverd heeft gekregen, maar waarvan de
koopprijs nog niet volledig is voldaan.
Hier zou eventueel het probleem kunnen liggen bij de
beschikkingsbevoegdheid. Hiervoor moet de vraag worden beantwoord
of Ben eigenaar is van de scooter. Voor een overdracht is betaling
geen vereiste, tenzij sprake is van eigendomsvoorbehoud. Er is
geleverd dus hij is eigenaar en er is dus geen probleem met de
beschikkingsbevoegdheid en hij kan de scooter verpanden.
b. Het vruchtgebruik van een zomerhuisje dat Ben van zijn hoogbejaarde tante heeft
verkregen en waarvan tante de bloot eigenaar is.
De tante is eigenaar en Ben heeft het recht van vruchtgebruik (gebruik
en bewoning). Dit recht van vruchtgebruik is een beperkt recht. Een
pandrecht kan je vestigen op een niet-roerende zaak dus moet er
worden gekeken of het vruchtgebruik van Ben een niet-register goed
is. Omdat zijn vruchtgebruik is ontleed aan een registergoed (het huis)
wordt het zo gerekend dat het vruchtgebruik hierop ook betrekking
heeft op een registergoed en dus niet kan worden verpand. (dit kan
alleen bij niet-register goederen)
Extra = Op grond van art. 3:227 je een hypotheekrecht moet vestigen
op registergoederen en een pandrecht op niet-register goederen. Zou
ben dus eigenaar zijn van het vakantiehuis zou hij deze niet kunnen
verpanden omdat je geen pandrecht kan vestigen op een registergoed.
Zie ook art. 3:226.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sanjacommandeur. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.
