Verkennen van het werkveld: H1 - Welzijnsbeleid
1. Welzijnsbeleid
1.1. Wat is welzijn?
• = zich goed voelen + welbevinden
• Hoe meer welzijn, hoe minder zorgbehoeften
• Vertrekt vanuit de eigen kracht van mensen
1.2. Wat is welzijnszorg?
• Belangrijk instrument ter verbetering van belemmerende situaties van personen →
antwoord vanuit de omgeving op de noodsituatie van een individu, bij wie het welzijn
(tijdelijk of blijvend) bedreigd of ontoereikend is
2. De verschillende bestuursniveaus in het welzijnsbeleid
federale overheid bevoegd voor welzijn
na 6 staatshervormingen
merendeel bevoegdheden overgegeven aan gemeenschappen
+ federale overheid en lokale besturen geven welzijnsbeleid ook mee vorm
2.1. Rol van de federale overheid
Bevoegd voor: arbeidsreglementering (welzijn op werk), sociale zekerheid en sociale bijstand
• Betalen van uitkeringen aan individuen & toekennen van fiscale voordelen
→ zorgt er voor dat mensen gecompenseerd worden voor tekort aan welzijn en/of
ondersteuning om (verder) welzijnsverlies te voorkomen.
• Regels uitwerken met betrekking tot de bescherming van het welzijn
• Zorgvoorzieningen ondersteunen
• Beheert zelf dienstverlenende organisaties
- FOD Justitie: belangrijke rol adoptiebeleid
- FOD Binnenlandse Zaken: gesloten opvangcentra
- Fedasil: beheert opvangcentra voor asielzoekers
, 2
2.2. Rol van de Vlaamse overheid
• hét beleidsniveau bij uitstek m.b.t. welzijn → moet gepast beleid ontwikkelen aan de
noden van de burgers
• binnen diverse beleidsvelden → tekent algemene regels m.b.t. bijstand & voorziet
middelen in functie van dienst- en hulpverlening
Vlaamse overheid vertrouwt deze hulp- en dienstverlening aan andere organisaties:
- publieke organisaties: zelf opgericht door de overheid (vb. OCMW)
- private organisaties: heeft de structuur van een VZW = geen winstbejag (vb. CAW)
→ ook al werkt een organisatie in opdracht van de overheid en krijgt hij er geld
van, kan het een private organisatie zijn
- commerciële organisaties: winstbejag, winst als doel (vb. FPC)
Overheid ‘vraagt’ aan andere organisaties wie een bepaalde instelling wilt
opstarten/organiseren (vb. Sodexo)
- PPS: samenwerking publieke en private organisaties, commerciële bedrijven en
gemeente bedrijven (vb. woonzorgcentrum)
➔ laten zich omschrijven als zorgvoorzieningen
• Welzijn is een Vlaamse materie sinds 1980
→ omschrijving welzijnsorganisatie door Vlaamse overheid
→ welzijnszorg in Vlaanderen bestaat uit veel organisaties (versnippering &
onoverzichtelijkheid)
2.2.1. Beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
• Minister + kabinet: politieke eindverantwoordelijke in zijn bevoegde beleidsdomein
(op bestuursniveau) → bepaald dan ook beleid m.b.t. zijn domein
• Hulp- en dienstverlening valt onder het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en
Gezin (verantwoordelijke minister Wouter Beke, CD&V)
• Hiërarchische relatie tussen minister & departement WVG en IVA’s zonder
rechtspersoonlijkheden
, 3
2.2.1.1. Structuur beleidsdomein WVG
• Voor beleidsdomein WVG → oprichting Vlaams Ministerie (ambtelijk niv.) van WVG
2.2.1.2. Departement WVG
• Departement WVG → entiteit van de Vlaamse overheid, met o.a. volgende
opdrachten:
- voorbereiden, monitoren en opvolgen van beleidsinitiatieven
- erkennen, subsidiëren en inspecteren van zorgvoorzieningen
2.3. Rol van het lokale bestuur
3 taken binnen het brede welzijnsbeleid:
• Wettelijk verplichte taken: vanwege hogere overheden
Vb. OCMW → verplicht om leefloon uit te betalen in opdracht van de fed. overheid
• Wettelijk geregelde taken: hogere overheden hebben regulerend kader uitgewerkt
Vb. kwaliteitsdecreten (minimale kwaliteitseisen opleggen)
• Optionele taken: taken die lokale besturen zelf en vrijwillig kunnen opnemen in
functie van lokale noden en situaties
Vb. huis-aan-huisbedeling voor ouderen
➔ Meer dan beleidsuitvoering (vb. LSB, regie bij kinderopvang)
➔ Vl. Overheid geeft veel bevoegdheden m.b.t. welzijnsvoorzieningen aan gemeenten
, 4
3. De kenmerken van de organisaties (zorgvoorzieningen)
Kenmerken zorgvoorzieningen in functie van hun werking:
• categoriaal (duidelijk afgebakend) <-> niet-categoriaal (ruim werken, met iedereen)
• ambulant (hulpverlener komt aan huis = mobiele begeleiding OF hulpvrager gaat naar
de hulpverlener) <-> residentieel (woonomgeving verlaten )
semi-residentieel of semi-ambulant: tussenvorm
• autonoom (zelfstandig hulpverlener) <-> ingebouwd (behoren tot een groter geheel)
• publiek (toegankelijk voor volledig publiek, opgericht door overheid) <-> privaat
gezamenlijk: publiek-private samenwerking (PPS)
4. De indeling van de welzijnszorg
Horizontale indeling = indeling naar beleidsdomein
Verticale indeling (getrapte indeling of echelonnering) = ordening in functie van aanpak
• de nulde lijn: informeel / directe leefwereld / zelfzorg / mantelzorg / zelfhulpgroepen
(helpersprincipe, help jezelf door anderen te helpen / identificatie, ik herken dat)
• de eerste lijn: formele beroepskrachten / brede waaier / niet-gespecialiseerd
(generalistisch) / lage drempel / ambulant
• de tweede lijn: formeel / gespecialiseerd / kleinere doelgroep / hogere drempel /
ambulant
transmurale zorg (semi-ambulant)
• de derde lijn: doorgedreven specialisatie / afgebakend / hoge drempel / eventuele
doorverwijzing / residentieel (intramuraal)
Verzuiling = het levensbeschouwelijk pluralisme wordt doorgetrokken in een groot aantal
maatschappelijke activiteiten (opdeling van de samenleving volgens bepaalde ideologieën:
christelijk, socialistisch, liberalistisch)
Verkokering = organisaties op hetzelfde beleidsterrein werken naast elkaar
Verkokering bestrijden = ontkokering
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annejongen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.32. You're not tied to anything after your purchase.