De leerdoelen van het vak Leerling, Onderwijs en Begeleiding worden in dit document uitgewerkt per week. Daarvoor wordt de informatie uit de literatuur, de hoorcolleges en de werkgroepen gebruikt.
Week 1 Wat is goed onderwijs?
Wat heeft pedagogiek met onderwijs te maken?
De pedagogiek heeft tot taak opvoedingen en onderwijs te analyseren op hun vooronderstellingen,
interpretaties, doelen en uitkomsten en deze analyses om te zetten in handelingsadviezen.
Leerkrachten komen met een “probleem” en analyses en de pedagoog zet dit om in een
handelingsadvies (hoe kun je het beste omgaan met dit “probleem”?).
Wat is multiperspectiviteit?
Multiperspectiviteit = vanuit verschillende perspectieven naar een situatie kijken. Dit is nodig om een
goed beeld te krijgen van de casus.
Wat betekent multiperspectiviteit in de onderwijspraktijk?
Je kijkt niet alleen naar hoe het kind het cognitief doet en of het gebrek aan cognitie een oorzaak kan
zijn voor het leerprobleem, maar je kijkt ook naar de sociaal-emotionele ontwikkeling, een kind met
faalangst presteert slechter op toetsen en daardoor kan een leerprobleem ontstaan. Maar ook de
thuissituatie kan van invloed zijn op het leerprobleem. Om een probleem in de onderwijssituatie op
te kunnen lossen, moet je naar allerlei verschillende factoren kijken. De oorzaak kan vanuit een heel
onverwachte hoek komen.
Je kunt het probleem vanuit verschillende perspectieven bekijken, je krijgt dan meestal verschillende
oplossingen. De perspectieven zijn: schooldirectie, onderwijsinspectie, ouders, ministerie van
onderwijs, leerkrachten en leerlingen.
Wat is intelligentie?
Intelligentie is een mentale eigenschap met heel veel functies. Een hoge intelligentie betekent dat je
moeilijke/ingewikkelde taken op kan lossen, bij een lage intelligentie zorgen eenvoudige taken soms
al voor problemen.
Een intelligentieonderzoek kan tijdens het diagnostisch proces zicht geven op hoe het kind de
schoolse opdrachten ervaart. Is het voor hem/haar heel moeilijk, op niveau of te makkelijk? Je kan
hier verschillende aandachtspunten uit halen, bijvoorbeeld of een kind zich verveelt in de klas of dat
een kind alleen maar op de tenen loopt om alles bij te houden. Ook kan je bij een laag
intelligentieniveau en hoge schoolresultaten bijvoorbeeld conclusies trekken over de werkhouding
(en vice versa: hoge intelligentie, gemiddelde schoolresultaten).
Voor meer info over intelligentie zie de aantekeningen van werkgroep 1.2.
Wat is de wijze van handelingsgericht werken in het onderwijs?
Gericht op het individuele kind;
- Niet gericht op andere kinderen in de klas of op kinderen die ook leerproblemen hebben.
Vanuit transactioneel referentiekader;
- Er worden niet alleen testen afgenomen, maar er wordt ook standaard naar de omgeving
gekeken (school, klas, buurt en gezin).
Aandacht voor positieve kenmerken van het kind/omgeving;
- Er wordt niet meer gekeken naar wat het kind niet kan, maar er wordt juist gekeken naar wat
het kind allemaal wel kan! In de omgeving wordt gezocht naar bronnen die de beperking van
het kind kunnen verzachten.
Gericht op samenwerking school, ouders en kind;
- Je gaat niet alleen met het kind aan de slag (zoals een IB’er dat doet).
Volgens systematische procedures;
Gericht op advisering.
- De school/ouder kan direct aan de slag met jouw advies.
, Uitwerking leerdoelen LOB
Week 2 Waarom is er onderwijs?
Wat is het VVE-beleid in Nederland en in andere landen?
Voor- en vroegschoolse educatie (VVE) zetten we in om ontwikkelingsachterstanden, met name op
het gebied van taal maar ook op andere terreinen, bij kinderen te voorkomen. Daar starten we vroeg
mee, vanaf het moment dat kinderen 2 jaar worden. Uit onderzoek is duidelijk geworden dat het
vroeg starten een positief effect heeft op de ontwikkeling van kinderen. Dat effect houdt niet op niet
als het VVE programma stopt, rond het 6e jaar, maar werkt door in de hele ontwikkeling van een
kind. Het draagt ertoe bij dat kinderen een betere start op de basisschool maken en sluit aan bij de
scherpere eisen die in het voortgezet onderwijs aan taal en rekenen worden gesteld. Zo leggen we
met VVE een basis voor hun toekomst. Dat voordeel nemen kinderen in hun hele school en opleiding
mee en zorgt ervoor dat zij een kansrijke start als jongvolwassene maken.
VVE richt zich op meer dan taal alleen. We willen kinderen een rijke leer- en leefomgeving bieden
waarin
zij zich veilig en prettig voelen. Er ruimte is voor spelen en ontdekken want ook dat draagt bij aan hun
ontwikkeling. In zo’n omgeving komen kinderen tot ontwikkeling en tot leren.
Wat zijn de doelen van het onderwijs en leg uit.
De drie dimensies van goed onderwijs (volgens Biesta):
1. Kwalificatie: het aanleren van die kennis, die het kind later nodig zal hebben in zijn/haar
loopbaan. Iemand die automonteur wil worden heeft geen kennis van bloemen nodig en een
bloemist heeft weer geen kennis van auto’s nodig. Maar de kwalificatie vindt niet alleen over
de specifieke kennis plaats. Er wordt ook gekwalificeerd bij de algemene en maatschappelijke
kennis. Iemand die vmbo doet, moet veel meer weten wat de normen en waarden zijn van
de maatschappij dan iemand die havo of vwo doet.
2. Socialisatie: het proces waarbij de tradities en praktijken die heersen in de samenleving
worden aangeleerd en uitgelegd aan nieuwkomers. Dit is zowel voor autochtone als
allochtone Nederlanders. Dit proces wordt ook wel cultuuroverdracht genoemd. Autochtone
Nederlanders wordt geleerd wat er tijdens de Tweede Wereldoorlog allemaal is gebeurd en
wat we vieren/gedenken op 4 en 5 mei. Allochtone Nederlanders worden de Nederlandse
gebruiken aangeleerd zoals het Sinterklaasfeest en het geven van drie kussen op een
verjaardag.
3. Persoonsvorming: de kinderen verwerven hierbij zelfstandigheid. De kinderen worden
hierdoor klaargestoomd voor de toekomst, ze weten wat ze willen en hoe ze zich moeten
redden in de maatschappij. Dit proces wordt ook wel individuatie genoemd.
Beschrijf de geschiedenis van het onderwijs in Nederland en het huidige
onderwijssysteem.
Rond de 18e eeuw heerste de opvatting dat iedereen zo
snel mogelijk zelfstandigheid moest krijgen. Hierdoor is
het mondige kind ontstaan (op de grond liggen krijsen
in de winkel), mensen komen op voor hun eigen
mening en luisteren minder naar autoriteiten. De
leerkracht was vroeger een autoriteit waar je naar
moest luisteren en de kinderen hadden geen eigen
inbreng. Tegenwoordig moet alles in overleg gaan met
de kinderen en de lessen moeten aansluiten op de
leefwereld van de kinderen. Ook hebben ouders meer
te zeggen dan vroeger. Het respect voor ouderen
wordt ook als minder belangrijk gezien.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marijnpiksen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.02. You're not tied to anything after your purchase.