In deze 40 pagina's samenvatting staat alles wat je nodig hebt om het tentamen in te kunnen. Alles staat zo uitgebreid mogelijk waardoor het beter te snappen is. Om met nog meer zekerheid het tentamen in te gaan, kan je nog mijn andere samenvatting van het boek dynamiek van sociaal werk en gemeente...
Armoede en lokaal sociaal beleid
Samenvatting ‘basisboek aanpak schulden’ - 2020-2021 Ashley de Vries
Hoofdstuk 1. Omvang van de schuldenproblematiek
Definitie van schuld is dat een ander nog geld van je krijgt. Een schuld kan allerlei
verschijningsvormen hebben. Voorbeelden van soorten schulden zijn:
- Koop op afbetaling: je nam een goed of dienst af die je nog niet hebt betaald. Bijvoorbeeld;
je bestelde een fiets op internet en betaalt die later af.
- Lening: je leende geld. Bijvoorbeeld; om op vakantie te gaan of om een scooter aan te
schaffen.
- Boete: verplichting om te betalen nadat je een overtreding hebt begaan. Bijvoorbeeld; je
fietste zonder licht en kreeg daarvoor een bekeuring.
- Onterechte verstrekking: de overheid of een andere organisatie gaf je geld waar je geen
recht op had. Bijvoorbeeld; je kreeg te veel zorgtoeslag en die moet je terug betalen aan de
belastingdienst.
Bijna iedereen heeft schulden, maar niet voor iedereen is dit een probleem.
1.1 betalingsachterstanden
Schuld: wanneer je geld leent en terugbetaald volgens gemaakte afspraak
Betalingsachterstand: wanneer iemand zijn betalingsverplichting niet op tijd nakomt.
- In 2014 had bijna 1/5 minstens 1 achterstallige betaling (sinds 2009 verdubbeld).
- Grootste stijgingen in achterstalligheid: belastingdienst, zorgverzekering en
energiemaatschappij.
Nibud: Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting. Voert periodiek een enquête uit om in kaart te
brengen waarom mensen hun rekeningen niet op tijd betalen. Het NIBUD is een onafhankelijke
stichting en informeert en adviseert over financiën en Nederlandse huishoudens. Uit onderzoek blijkt
dat de redenen waarom mensen hun rekeningen niet op tijd betalen in de afgelopen jaren ook
veranderen. Steeds vaker noemen Nederlanders te hoge vaste lasten (27% in 2015) als reden voor
een achterstallige rekening. Andere genoemde redenen waren in 2015 dat het inkomen is gedaald
(26%), te hoge zorgkosten (22%), nonchalance (geld was er wel (21%) en het terug betalen van
toeslagen (19%).
1.2 risicovolle schulden
bij een risicovolle schuldsituatie kan een huishouden de schulden nog zonder hulp van bijvoorbeeld
een gemeente oplossen. Dit is wel moeilijk voor deze huishoudens. Er is sprake van een risicovolle
schuldsituatie als een huishouden aan 1 of meer van de volgende risico-indicatoren voldoet:
- meer dan 3 soorten achterstallige rekeningen vanwege financiële redenen (dit betekent dat
iemand het geld niet had. Onbetaalde rekeningen, omdat iemand zijn administratie niet
bijhoudt en een rekening was vergeten, tellen dus niet mee).
- 1 of meer achterstallige rekeningen vanwege financiële redenen in de categorieën
hypotheek, huur, elektriciteit, gas of water, ziektekostenverzekering, bij de afbetaling van
leningen en afbetalingsregelingen
- De totale omvang van de achterstallige rekeningen is meer dan €500
- Een creditcard schuld van meer dan €500
Het zelfstandig oplossen van een risicovolle schuldsituatie is meestal een hele opgave. Het vraagt
meestal van het huishouden om te bezuinigen op de uitgaven, afspraken te maken met de
schuldeisers (datgene, bij wie je schulden hebt), misschien extra werken of soms een lening af
sluiten.
Butgetcoaching en -advies kan helpen om te voorkomen dat de situatie escaleert. Terechtkomen
kunnen huishoudens onder ander bij wijkteams, instellingen voor schuldhulpverlening en
vrijwilligers.
,Armoede en lokaal sociaal beleid
Samenvatting ‘basisboek aanpak schulden’ - 2020-2021 Ashley de Vries
Schuldhulpverlening = met deze term wordt ondersteuning omschreven, die mensen krijgen om hun
schulden op te lossen.
1.3 Problematische schulden
Problematische schulden = sommige huishoudens zitten zo diep in de schulden dat zij hun schulden
niet zelfstandig kunnen oplossen. De situatie is problematisch als het bedrag dat iemand moet
afbetalen per maand hoger is dan het bedrag wat diegene zou overhouden als hem door de
gemeente of schuldhulpverlenende organisatie geholpen zou worden met een schuldregeling.
Schuldregeling = een betalingsafspraak met de schuldeisers en duurt meestal 3 jaar. na afloop van
deze 3 jaar wordt het overige schuldbedrag kwijtgescholden. Deze 3 jaar moet de schuldenaar
(diegene, wie de schulden heeft) rondkomen met een bedrag dat gelijk is aan 90% van de
bijstandsnorm. Voor een alleenstaande is dat ongeveer €875 en voor een stel zonder kinderen is dat
ongeveer €1250.
Een ander kenmerk van problematische schulden is als iemand door zijn schulden grote problemen
kan krijgen. Bijvoorbeeld een uithuiszetting of een afsluiting van energie en water. De consequenties
daarvan zijn namelijk enorm groot.
Bij veel huishoudens met problematische schulden zijn beide kenmerken van toepassing.
Onderscheidt tussen risicovolle en problematische schulden is relevant voor de
oplossingsmogelijkheden. Alleen iemand me problematische schulden komt in aanmerking voor een
schuldregeling met kwijtschelding. De huishoudens moeten gedurende de 3 jaar lang zo veel mogelijk
van hun schulden terug betalen. Als de schulden niet problematisch zijn, wordt verwacht dat de
huishoudens het hele bedrag aan schulden terugbetalen.
De gemiddelde schuld van huishoudens die zich in 2015 bij de gemeentelijke schuldhulpverlening
hebben gemeld, bedroeg €42.900
1.4 Omvang schuldproblematiek en bereik schuldhulpverlening
Bijna 1 op de 5 huishoudens heeft een risicovolle of problematische schulden of maakt gebruik van
de schuldhulpverlening.
Onzekerheidsmarge: een interval waarbinnen met 95% zekerheid gesteld kan worden dat het
werkelijke aantal daarbinnen ligt. Wordt ook gebruikt om te bepalen hoeveel huishoudens met
problematische of risicovolle schuldsituaties te maken hebben. Het aantal van de Nederlandse
huishoudens met onzichtbare risicovolle schulden ligt met 95% betrouwbaar tussen 8,6% en 11,3%.
Er zijn meer mensen met een onzichtbare risicovolle schuldsituatie dan mensen met een onzichtbare
problematische schuldsituaties. Er zijn ook meer huishoudens met problematische schulden die niet
bekend zijn bij de schuldhulpverlening dan die met problematische schulden die wel bekend zijn bij
de schuldhulpverlening.
De schuldproblematiek is behoorlijk toegenomen in de afgelopen jaren: in de periode van 2009-2015
is het aantal huishoudens met (risico op) problematische schulden van 893.000 naar 1.377.000
toegenomen. Dat is een stijging van 54%. Binnen een periode van 2009-2012 was het een groei van
35% en binnen 2012-2015 was het een groei van 14%. Daarmee is de groei van het aantal
huishoudens met risicovolle of problematische schulden op zich AFGENOMEN.
,Armoede en lokaal sociaal beleid
Samenvatting ‘basisboek aanpak schulden’ - 2020-2021 Ashley de Vries
In 2012 was 38% van de huishoudens met problematische schulden bekend bij de
schuldhulpverlening, in 2015 waren dat nog maar 29%.
Dat het percentage huishoudens met problematische schulden heeft toegenomen en het
percentage van de huishoudens met risicovolle schulden daalt, verklaart men vanuit de ontwikkeling
van schuldpakketten. Een schuldpakket is de verzameling schulden die iemand nog heeft.
1.5 Schulden in Nederland en in het buitenland
in Nederland is de schuldenproblematiek niet overal even groot. Risicogebieden zijn bijvoorbeeld
Limburg en de kop van Flevoland. In deze gebieden zijn relatief veel huishoudens met financiële
problemen. In Zuid-Nederland en Noordwest-Nederland zijn er relatief minder huishoudens met
financiële problemen.
In internationale vergelijking hebben Nederlandse huishoudens veel schulden. Alleen in
Denenmarken hebben de mensen gemiddeld een hogere schuld in verhouding tot het beschikbare
inkomen. Dit kan door het gegeven komen dat Nederlandse huishoudens gemiddeld veel hogere
hypotheekschulden hebben dan huishoudens uit andere landen. Bij 1/3 van de huizen is de
hypotheekschuld duurder dan de waarde van de woning. Daarom ontstaan bij gedwongen verkoop
vaak een restschuld van €60.000 a €70.000.
Tot 1 januari 2013 mochten huishoudens nog een gedeeltelijk aflossingsvrije hypotheek afsluiten.
Daarbij betaal je alleen rente over het geleende bedrag. Dit is zo dramatisch, omdat het huis zijn
waarde kan verliezen en je daar naar een gedwongen verkoop een hoge restschuld hebt, omdat je
niet daarmee bezig was de schuld terug te betalen. Mensen die na 1 januari 2013 een aflossingsvrije
hypotheek afsluiten krijgen geen hypotheekrenteaftrek meer.
Hypotheekrenteaftrek = geld dat iedereen die een hypotheek heeft maandelijks of jaarlijks terug
krijgt van de belastingdienst over de rente die zij hebben betaald.
1.6 Kenmerken van huishoudens met schulden
Onderscheidt tussen lichte en ernstige financiële problematiek. Dit onderscheid wordt op basis van
de gevolgen van de schuldsituatie voor de schuldenaar, de schuldeiser en de maatschappij gemaakt.
Lichte financiële achterstanden = er zijn enkele achterstanden, maar er zijn nog geen aanwijzingen
dat hij uiteindelijk niet gaat betalen
Ernstige financiële achterstanden = heeft de schuldenaar meerdere betalingen bij de schuldeiser
gemist. Het kan voorkomen dat hij wordt afgesloten van energie, hij kan worden uitgezet of er wordt
beslag op zijn inkomen gelegd.
De groepen met lichte of ernstige en zonder financiële achterstanden verschillen democratisch van
elkaar
, Armoede en lokaal sociaal beleid
Samenvatting ‘basisboek aanpak schulden’ - 2020-2021 Ashley de Vries
Huishoudens zonder financiële achterstanden hebben in vergelijking met huishoudens met financiële
achterstanden de volgende kenmerken: (hebben van kinderen, leeftijd, woonsituatie,
inkomensterugval en inkomen)
- Als er kinderen zijn, dan is de kans groter dat het huishouden te maken heeft met een lichte
schuldsituatie
- Bij de leeftijd is er sprake van een parabolisch effect: de kans op lichte achterstanden neemt
toe tot een leeftijd van 48 jaar om vervolgens weer af te nemen.
- Huurders hebben een grotere kans dat zij te maken hebben met een lichte achterstand
- Als er sprake is van een inkomensterugval is de kans groter dat er lichte financiële
achterstanden zijn.
- Met toename van het inkomen neemt de kans af dat het huishouden een lichte achterstand
heeft.
Huishoudens met lichte financiële achterstanden hebben met huishoudens met ernstige financiële
achterstanden de volgende kenmerken: (geslacht, opleidingsniveau, woonsituatie en
inkomensterugval)
- Mannelijke respondenten hebben een grotere kans op ernstige financiële achterstanden
- Respondenten met een laag opleidingsniveau hebben een grotere kans op ernstige
achterstanden dan respondenten met een hoog opleidingsniveau
- Huurders hebben een grotere kans dat zij te maken hebben met ernstige achterstanden
- De respondenten die een inkomensterugval hebben meegemaakt, hebben een grotere kans
op ernstige financiële problemen.
Bij vergelijking van huishoudens zonder financiële achterstanden met huishoudens met ernstige
financiële achterstanden valt op dat de volgende groepten een grotere kans hebben op ernstige
schuldsituaties:
- Mannen ten opzichte van vrouwen
- Respondenten met kinderen ten opzichte van respondenten zonder kinderen
- Respondenten met een lage of midden opleiding ten opzichte van respondenten met een
hoge opleiding
- Bij de leeftijd is sprake van een parabolisch effect: de kans op ernstige achterstanden neemt
toe tot een leeftijd van 32 jaar om vervolgens weer af te nemen
- Huurders ten opzichte van huiseigenaren
- Respondenten die een inkomensterugval hebben meegemaakt.
- Huishoudens met een lager inkomen ten opzichte van huishoudens met een hoger inkomen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ashleydevries99. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.59. You're not tied to anything after your purchase.