Uitwerkingen van de opdrachten tijdens de werkgroepen Verbintenissenrecht (RR211)
39 views 1 purchase
Course
Verbintenissenrecht (RR211)
Institution
Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR)
In dit document zijn de opdrachten inclusief de antwoorden die tijdens de werkgroepen zijn gemaakt opgenomen. Dit is tevens oefenmateriaal voor het tentamen. De opdrachten zijn nauwkeurig uitgewerkt en daarnaast wordt er ook verwezen naar verschillende wetsartikelen en jurisprudentie. Ook heeft mij...
Opdracht NBS 1
i. Beargumenteer of Nijs BV haar schade op Berry’s kan verhalen. Ga daarbij ook in op de
eventuele te vergoeden schadeposten. Motiveer het antwoord uitgebreid.
ii. Beargumenteer of Nijs BV zich met succes tot Office Centrum BV kan wenden tot
terugbetaling van de kosten van het schilderij. Motiveer het antwoord uitgebreid.
i. Nijs BV kan haar schade verhalen op Berry’s, omdat de onderhandelingen zich in de derde
fase bevonden. Deze fasen worden in het Plas/Valburg arrest onderscheiden. In de derde
fase mogen de onderhandelingen niet meer worden afgebroken, omdat dit in strijd is met de
redelijkheid en billijkheid. In de casus gebeurt dit toch en daarom mag Nijs BV nakoming of
schadevergoeding vorderen. Hiervoor komt ook vergoeding van het positief contractsbelang
in aanmerking. De derde fase in het arrest wordt bereikt als er sprake is van gerechtvaardigd
vertrouwen. Het vertrouwen is gerechtvaardigd, omdat ze langdurig hebben onderhandeld,
gereisd naar elkaar en bedrijfsaanpassingen gedaan. Volgens het arrest CBB/JPO staat
contractsvrijheid voorop en mogen onderhandelingen worden afgebroken zonder
consequentie, maar als er sprake is van gerechtvaardigd vertrouwen is het onaanvaardbaar.
ii. Nijs BV kan zich niet met succes wenden tot Office Centrum BV tot terugbetaling van de
kosten van het schilderij. Volgens 3:60 heeft Thijs geen volmacht, want hij handelt dan wel in
naam van Lisa, maar hij heeft niet de bevoegdheid gekregen om het schilderij te kopen.
Vervolgens wordt Office Centrum BV beschermd door 3:61 lid 2, waarin staat dat als er
sprake is van een onbevoegde volmacht Nijs BV zich niet kan beroepen op de onjuistheid van
deze veronderstelling van Office Centrum BV, omdat zij redelijkerwijs mochten aannemen
dat Thijs de bevoegdheid had. De aankoop van een schilderij voor een kantoorpand is
namelijk geen ongebruikelijke aankoop. Tenslotte kan Nijs BV zich niet beroepen op het feit
dat zij het schilderij niet wilde, want zij hebben de onbevoegdheid van Thijs bekrachtigd
door de factuur te ondertekenen. De bekrachtiging staat in 3:69.
, Opdracht NBS 2
i. Beargumenteer of de overeenkomst tussen Dibben en De Kruidenkoning B.V.
rechtsgeldig is.
ii. Stel dat in de wet niet zou zijn vastgelegd dat het verboden is om de plant te
verhandelen, maar te vervoeren. Hoe zou het antwoord op de vorige vraag dan luiden?
iii. Beargumenteer hoe de exoneratiebepaling moet worden uitgelegd.
iv. Beargumenteer of Frozen een beroep op de exoneratiebepaling kan doen.
i. De overeenkomst tussen Dibben en De Kruidenkoning B.V. is niet rechtsgeldig. Eerst kijken
we naar 3:40 lid 2 en toetsen we de voorwaarden. Er is sprake van een wet in formele zin, er
is sprake van dwingend recht en er wordt een rechtshandeling verricht namelijk het sluiten
van een overeenkomst. Vervolgens is er geen sprake van 3:40 lid 3, want de wetsbepaling
heeft wel de strekking om de geldigheid aan te tasten. Het rechtsgevolg kan nu zijn dat het
nietig of vernietigbaar is. De rechter zou de rechtshandeling nietig verklaren.
ii. Als het verboden zou zijn om de plant te vervoeren is de overeenkomst nog steeds nietig,
maar op grond van 3:40 lid 1. Er wordt namelijk niet voldaan aan het vereiste dat de
rechtshandeling moet zijn verricht, dus gaan 3:40 lid 2 en 3 niet op. Bij 3:40 lid 1 kunnen we
een arrest toepassen namelijk Esmilo/Mediq. Een overeenkomst moet in strijd zijn met de
goede orde of openbare zeden, maar dit is ongeschreven recht. De rechter heeft bepaald in
het arrest dat er geen strijd hoeft te zijn met de openbare orde, maar dat de rechter dient
rekening te houden met de belangen die de geschonden regel beschermd, of er
fundamentele beginselen worden geschonden, of de partijen zich bewust waren van de
inbreuk op de regel en of de regel in een sanctie voorziet. Als we dat toetsen dan kunnen we
zeggen dat de gezondheid van de consument moet worden beschermd, dit is ook een
fundamenteel beginsel, Dibben was zich bewust van het schenden van de regel en in de
regel wordt niet van een sanctie voorzien. Ik denk dat op grond hiervan de rechter zou
beslissen dat de overeenkomst nietig is.
iii. De exoneratiebepaling moet worden uitgelegd aan de hand van de Haviltexnorm. Dit
houdt in dat de zin die partijen in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs aan deze
bepaling mochten toekennen en hetgeen wat zij redelijkerwijs van elkaar mochten
verwachten een grote rol speelt bij het bepalen van hoe een bepaling moet worden
uitgelegd en hierbij kan mede van belang zijn tot welke maatschappelijke kringen partijen
behoren en welke rechtskennis van zodanige partijen kan worden verwacht.
iv. Frozen kan een beroep doen op de exoneratiebepaling. Dit kunnen wij concluderen uit de
arresten Matatag/De Schelde, Stein/Driessen en HBU/Saladin. In Stein/Driessen is
neergelegd dat bij bewuste roekeloosheid van een leidinggevende een beroep op de
exoneratiebepaling onaanvaardbaar is. Bij Frozen is er geen sprake van een leidinggevende,
maar wel van bewuste roekeloosheid. In Matatag/De Schelde is geconcludeerd dat een
beroep op uitsluiting van aansprakelijkheid alleen aanvaardbaar is bij ernstige fouten van
niet-leidinggevende als bedrijven tot dezelfde tak behoren. In onze casus is er sprake van
een grote fout, maar behoren ze niet tot dezelfde tak. Tenslotte geeft HBU/Saladin een
aantal gezichtspunten om te bepalen of iemand zich op de exoneratiebepaling kan
beroepen; de zwaarte van de schuld, de aard en ernst van de bij de gedraging betrokken
belangen, de aard en verdere inhoud van de overeenkomst waarin het beding voorkomt, de
maatschappelijk positie en onderlinge verhouding van partijen, de wijze waarop het beding
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ambermeinen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.81. You're not tied to anything after your purchase.