Hoofdstuk 3 Algemene Economie (AEC) 2021/2022
3.1 Arbeidsmarkt
Bij onderneming moet je voor uitkunnen zien, de verwachte afzet speelt daarom een
belangrijke rol.
à Het is daarom belangrijk om de ontwikkelingen in de arbeidsmarkt te gaan volgen.
3.1.1 Vraag naar en aanbod van arbeid
Aanbod van arbeid = het totaal aantal werknemers dat zich aanbiedt op de arbeidsmarkt.
à Dit heet ook wel de beroepsbevolking
Tot de beroepsbevolking behoren:
1. De werkzame beroepsbevolking;
• Werkzame beroepsbevolking = Alle personen tussen de 15 – pensioen gerichte
leeftijd (momenteel 65-67 jaar), die meer dan 12 uur per week werken.
2. De werkloze beroepsbevolking;
• Werkloze beroepsbevolking = Alle personen die geregistreerd staan als
werkzoekende voor meer dan 12 uur per week en actief zijn om een baan van 12
uur per week te vinden.
De vraag naar arbeid door de overheid en
de werkgevers is gelijk aan de
werkgelegenheid.
à Werkzame beroepsbevolking.
Werkloosheid = Aanbod van arbeid -Vraag
naar arbeid.
3.1.2 Verband tussen arbeidsproductiviteit, economische groei en werkgelegenheid
Als de economische groei groter is dan de stijging van de arbeidsproductiviteit à Stijgt de
werkgelegenheid.
Als de economische groei kleiner is dan de stijging van de arbeidsproductiviteit à Daalt de
werkgelegenheid.
Gemiddelde arbeidsproductiviteit = De gemiddelde reële productie per werknemer per
tijdseenheid.
à Het gaat dus om de toegevoegde waarde van een werknemer per tijdseenheid uitgedrukt
in koopkracht.
Procentuele verandering A ≈ Procentuele verandering B - Procentuele verandering C.
, Procentuele verandering wordt meestal weergegeven als: %∆
Voor benaderingen gebruik je altijd: ≈
3.1.3 Verband tussen werkgelegenheid en werkloosheid
Als de werkgelegenheid stijgt betekent het NIET dat de werkloosheid in gelijke mate
afneemt.
à Werkloosheid = Aanbod naar arbeid – Vraag naar arbeid
De vraag naar arbeid, wordt ook werkgelegenheid genoemd.
3.1.4 Conjuncturele en structurele werkloosheid
Conjuncturele werkloosheid = Werkloosheid die ontstaat door een tekort aan bestedingen
(vraagkant van de goederenmarkt) à Gevolg: productie neemt af en dus ook de vraag naar
arbeid.
à Werkloosheid die afhankelijk is van de conjunctuur.
Structurele werkloosheid = Werkloosheid die samenhangt met de structuur van de
productie en van veranderingen in die structuur (aanbodkant van de goederenmarkt).
Er zijn 4 verschillende vormen van structurele werkloosheid:
1. Kwantitatieve structuurwerkloosheid;
à Als de productiestructuur onvoldoende arbeidsplaatsen oplevert.
2. Kwalitatieve structuurwerkloosheid;
à Als de scholing en de vraag naar arbeid niet goed op elkaar aansluiten.
3. Frictiewerkloosheid;
à Als er wrijving is op de tijdstippen waarop de ene baan eindigt en de andere baan
begint.
4. Seizoenwerkloosheid.
à Als de werkende slechts een deel van het jaar werk heeft.
3.1.5 Verband tussen arbeidsproductiviteit en loonkosten per eenheid product
Bij de concurrentiekracht speelt de arbeidsproductiviteit een rol.
De concurrentiekracht bij de verkoopprijzen wordt door de kosten per eenheid product
bepaald.
Loonkosten per eenheid product = loon : gemiddelde arbeidsproductiviteit
De concurrentiekracht kan, uitgedrukt in loonkosten per eenheid product, toenemen
ondanks hogere loonkosten.
Voor de werkgever is het van belang dat de loonstijging kleiner is dan de stijging van de
productiviteit à de concurrentiekracht neemt dan toe.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Lev09. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.22. You're not tied to anything after your purchase.