Bedrijfseconomie en bedrijfsadministratie
Economie gaat over het maken van keuzen tussen een grote hoeveelheid wensen en behoeften
vanuit een beperkte hoeveelheid (financiële) middelen.
Dit kan gaan om keuzes van:
o Een land
o Een bedrijfstak
o Een bedrijf
o Een individu
De bedrijfseconomie gaat vooral over bedrijven, dit noem je ook wel de bedrijfshuishouding. Dit zijn
organisaties die Financieel-economisch zelfstandig zijn.
Financieel-economisch zelfstandig zijn houdt in:
“De ingaande geldstromen door betalingen van klanten voor de geleverde producten en/of diensten
zijn groter van de uitgaande geldstromen die nodig zijn om deze producten en/of diensten te kunnen
leveren.”
Er bestaan twee soorten bedrijfshuishoudingen:
1. Overheidsbedrijven
o Gemeentelijke vervoersbedrijven
2. Ondernemingen (hier spreek je over als)
o Er wordt gestreefd naar een zo groot mogelijke winst
o De geldontvangsten en gelduitgaven in verband met het omzetten van een
productiemiddel (zoals gebouwen, machines, grondstoffen, arbeid, etc.) in
producten of diensten onzeker zijn.
Er zijn ook organisaties die niet financieel-economisch zelfstandig zijn. De lasten worden geheel of
grotendeels betaald uit de algemene middelen (belastingopbrengsten). Dit zijn non-profitorganisaties
zoals scholen en ziekenhuizen. In de publieke sector gaat dit om overheidsdiensten zoals politie en
brandweer.
De bedrijfseconomie
De bedrijfseconomie bestaat uit drie verschillende vakgebieden. Dit zijn:
1. Financial Accounting (externe verslagging)
2. Management Accounting (interne verslaglegging)
3. Financiering
Financial accounting:
Het verstrekken van financiële gegevens over een organisatie aan belanghebbende buiten de eigen
organisatie wordt “externe verslaglegging” (financial accounting) genoemd. Organisaties die belang
hebben bij deze externe verslaglegging zijn onder andere:
o Banken die leningen verstrekt hebben
o Werknemers
o Leveranciers
o Belastingdienst
, Management accounting:
Het management heeft ook (financiële) informatie nodig om bepaalde keuzes binnen een bedrijf te
maken. Dit heet “interne verslaglegging” (management accounting).
Financiering:
Een bedrijf heeft een groot aantal zaken nodig om haar werkzaamheden uit te kunnen voeren.
Voorbeelden zijn:
- Een pand
- Machines
- Voorraden
Om dit aan te schaffen heb je “vermogen” nodig. Het vermogen kan van verschillende partijen
komen:
- De eigenaar, dit heet eigen vermogen,
- Financierders, dit heet vreemd vermogen.
De relatie tussen bedrijfsadministratie en bedrijfseconomie
Bedrijfsadministratie is het vastleggen en verwerken van financiële en niet-financiële gegevens. Dit
noem je ook wel de “financiële administratie”, of boekhouding. De niet-financiële kant zijn de
gegevens over verjaardagen, ziekte en data wanneer men in dienst getreden is.
De bedrijfsadministratie levert dus basisgegevens voor de managementinformatie. De financiële
administratie levert ook informatie voor de externe verslaglegging welke onder verantwoording van
de financial accounting vallen.
De bedrijfsadministratie van een organisatie vervult dus in feite een dienst voor de verschillende
onderdelen waaruit de bedrijfseconomie bestaat.
3 belangrijke bedrijfseconomische overzichten.
Om de financiële gezondheid van een bedrijf te achterhalen zijn er drie overzichten van groot belang:
1. De balans (deze moet altijd in evenwicht zijn)
- Geeft een overzicht van alle bezittingen van een bedrijf (activa) en hoe zij
gefinancierd zijn (passiva)
2. Een winst en verliesrekening
- Een overzicht van de opbrengsten en kosten van een bedrijf gedurende een
bepaalde periode
3. Het liquiditeitsoverzicht.
- Een overzicht van geldinkomsten en gelduitgaven van een bedrijf gedurende een
bepaalde periode.
Opbrengsten: de activiteiten die het eigen vermogen doen verhogen
Kosten: de activiteiten die het eigen vermogen doet verlagen.
Inkomsten/ontvangsten: alle liquide middelen die in een periode bij binnengekomen
Uitgaven: iets wat je fysiek op een bepaald moment uit de kas of van de bank haalt. (aflossingen)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller NovaG. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.93. You're not tied to anything after your purchase.