100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Economie LWEO Economische crisis hst. 1 t/m 6 $5.43   Add to cart

Summary

Samenvatting Economie LWEO Economische crisis hst. 1 t/m 6

 23 views  1 purchase
  • Course
  • Level

Samenvatting van de lesbrief economische crisis van LWEO. In deze samenvatting zijn de hoofdstukken 1 tot en met 6 uitvoerig samengevat. In de samenvatting komen onderwerpen als het bbp, de structuur/conjunctuur, hoogconjunctuur/laagconjunctuur, Keynes theorie/ klassieke theorie & de productiefacto...

[Show more]

Preview 2 out of 12  pages

  • November 15, 2021
  • 12
  • 2021/2022
  • Summary
  • Secondary school
  • 6
avatar-seller
Economie: economische crisis
o Hoofdstuk 1: De grote recessie
Er is sprake van een krimpende economie als er minder goederen worden geproduceerd en minder
diensten worden aangeboden.

Recessie= economische krimp die zich minstens twee kwartalen aanhoudt.

Bruto binnenlands product (bbp)= totale productie in één jaar = totale inkomen in één jaar

Vermogensmarkt= geheel van vraag en aanbod naar vermogen. De aanbieders zijn de mensen die
hun geld aanbieden in ruil voor rente. De vragers zijn de mensen die het geld lenen en hiervoor
rente betalen.
 Geldmarkt= verhandeling van kredieten met een looptijd tot 2 jaar (kortlopende kredieten)
 Kapitaalmarkt= verhandeling van kredieten met een looptijd van 2 jaar of meer
(langlopende kredieten)

Spaarquote= deel van inkomen dat wordt gespaard

Hypotheek= langdurige lening met een ontroerend goed als onderpand

 100%-hypotheek= waarde van de hypotheek is gelijk aan de waarde van de woning
 Onderwaterhypotheek= waarde hypotheek is groter dan de waarde van de woning

Type besparingen:
 Gedwongen= pensioenpremie die het pensioenfonds belegt.
 Vrijwillig= beleggen in de vorm van:
o Obligaties: lening uitgeven aan de overheid of onderneming.
 Men profiteert hierbij van de rente.
o Aandelen: kopen van een stuk eigendom van een onderneming.
 Men profiteert hierbij van koersstijgingen & dividend.
 De winst is afhankelijk van de prestatie van een bedrijf. Risico van aandelen
is daarom hoger.

Effectenbeurs= verhandeling van aandelen & obligaties
 Tweedehandsmarkt: bestaande aandelen & obligaties worden verhandeld
 Eerstehandsmarkt: nieuwe aandelen & obligaties worden geplaatst

Risico van wanbetaling/ debiteurenrisico= het risico dat de geldgever geen rente en aflossing
ontvangt

Inflatierisico= het risico dat inflatie optreedt en de aflossing en rente die worden ontvangen, dalen
in koopkracht. De reële rente en waarde van de lening daalt dan.
 Reële rente= rente - ▲ prijspeil (in indexcijfers)

Geldillusie= geld niet op de goede waarde schatten door bijvoorbeeld inflatie

Variabele rente= rente die wordt aangepast naar de marktrente

Selffulfilling prophecy= voorspelling die uitkomt doordat mensen ernaar gaan handelen

Er ontstaat een zeepbel op de markt wanneer prijzen niet langer de werkelijke waarde uitdrukken.

Winstverwachting ↑ → koers ↑

, Koerswinst= winst die ontstaat als de prijs van de verkoop van een aandeel boven de prijs van de
inkoop ligt.

Rendement= opbrengst belegging (verkoop – inkoop)/ belegde bedrag

Het risico van een staatsobligatie is lager dan dat van bedrijfsobligatie

De balans:




Aan de activa zijde staan de bezittingen en aan de passiva zijde het vermogen waar dit mee wordt
gefinancierd.

Hefboomeffect= wanneer vreemd vermogen gebruikt wordt om te belleggen
 Positief hefboomeffect → extra opbrengsten
 Negatief hefboomeffect → extra kosten

Rendabiliteit= verhouding tussen de winst en het vermogen waarmee deze winst is behaald
 Lage rentekosten → rendabiliteit ↑

Solvabiliteit= de mate waarin een onderneming in staat is haar schulden terug te betalen. De
maatstaf hiervoor is de verhouding tussen het eigen vermogen en het totale vermogen.

Liquiditeit= de mate waarin een bedrijf de kortlopende verplichting kan nakomen

Geldschepping/geldcreatie: banken verlenen krediet zonder dat daarvoor het eigen vermogen is
gestegen. De klant beschikt dan over een rekening-courranttegoed die ze voor een bepaalde periode
heeft en rente over betaalt.

Centrale bank= een nationale instelling die dwingende regels kan opleggen aan financiële
instellingen.

Hoogconjunctuur: de bestedingen groeien harder dan de trend van de productiecapaciteit

Laagconjunctuur: de bestedingen groeien minder hard dan de trend van de productiecapaciteit

Volgens de klassieke economie:
 Stijgt de arbeidsproductiviteit door specialisatie
 Werkt er een marktmechanisme: ontstaan van evenwicht in vraag & aanbod
 Zal marktingrijpen zorgen voor een economische crisis
 Zal de productiecapaciteit altijd volledig benut worden

Volgens de Keynesiaanse economie:
 Is het marktmechanisme soms langdurig verstoord doordat vraag & aanbod reageren op
verwachte prijzen
 Bepaalt de effectieve vraag (vraag die leidt tot bestedingen) de productie & verdiensten van
een land
 Groeit de productiecapaciteit (trend) geleidelijk op lange termijn

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller isabeerkens. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.43. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64438 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.43  1x  sold
  • (0)
  Add to cart