Uitgebreide maar ook overzichtelijke samenvatting van het vak verbintenissenrecht. Er is veel tijd en energie gestopt in deze samenvatting. In deze samenvatting heb ik op een serieuze manier de uitgebreide materie in het boek samengevat en de hoofdlijnen uitgezet. Ik heb door deze samenvatting een ...
verbintenissenrecht uit de wet en schadevergoeding
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR)
Rechtsgeleerdheid
Verbintenissenrecht
All documents for this subject (127)
Seller
Follow
lidabartels
Reviews received
Content preview
Samenvatting verbintenissenrecht
Week 1
Rechtshandeling en overeenkomst
Het tot stand komen van rechtshandelingen
Verbintenis: met iemand verbonden zijn, tot iets verplicht zijn (passieve zijde)
Daar staat tegenover: jegens iemand recht op iets hebben (actieve zijde). Dat is een vorderings- en
vermogensrecht (3:6 BW)
Hoe raakt men verbonden? (6:1 BW)
- Door zelf een verbintenis aan te gaan (rechtshandeling, 3:33 e.v. overeenkomst, 6:213 e.v.)
contract/overeenkomst.
- Doordat de wet aan handelen of situatie een verbintenis verbindt (6:162, 198, 203 en 212)
bijv. wettelijke plicht tot betalen schadevergoeding OD of ongerechtvaardigde verrijking.
Vormvrijheid 3:37, m.u.v. bijzondere vormen, gevolg 3:39 BW.
Consumentenbeding algemene voorwaarden onredelijk bezwarend? 6:237 BW 7:233 sub a
consumentenwederpartij kan beding vernietigen.
3:37 BW gaat over ontvangsttheorie. In geval van een niet/niet tijdig ontvangen aanvaarding, 6:224
BW tijdstip waarop aanvaarding zonder storende omstandigheden zou zijn ontvangen.
3:37 lid 5 intrekken van verklaring.
3:35 BW ‘’Wilsvertrouwensleer’’: de uiterste schijn van de verklaring gaan boven de interne wil van
de handelende persoon, voor zover de wederpartij er gerechtvaardigd op heeft vertrouwd dat de
verklaring welgemeend was.
Oneigenlijke dwaling: partijen hebben onjuiste voorstelling (‘dwaalden’) omtrent de inhoud van de
door hen uitgewisselde verklaringen.
Eigenlijke dwaling: 6:228 BW heeft slechts betrekking op de eigenschappen van het object waarop
de afgelegde verklaring betrekking heeft dan wel van de persoon tot wie de verklaring zich richt. Wil
en verklaring stemmen dus overeen.
Gevallen van oneigenlijke dwaling
a. De inhoud van de verklaring berust op een verspreking of verschrijving.
Gerechtvaardigd vertrouwen 3:35?
b. De inhoud van de verklaring wordt onjuist overgebracht door communicatiemiddel of bode.
3:37 lid 4. 3:35?
c. De inhoud van de verklaring wordt door partijen verschillend opgevat als gevolg van
dubbelzinnig woordgebruik (misverstand).
3:35? Kunnen beide zich niet beroepen? 6:17 geen overeenkomst tot stand, aanbod en aanvaarding stemmen
niet overeen).
d. De verklaring richt zich tot een door de afzender niet bedoeld persoon (afdwaling).
Rechtshandeling A bestemd voor B door vergissing ontvangen door C.
Rechtshandig A-C? Hangt af van 3:35 of C kon vermoeden dat verklaring niet voor hem bestemd was.
Gevolg uiteenlopen wil en verklaring
Doorgaans 3:33 BW: nietig.
1
,3:35 terecht beroep
a) Een verklaring of gedraging van de persoon aan wie de wederpartij het vertrouwen
tegenwerpt
b) Door de wederpartij is opgevat als een tot haar gerichte verklaring van een bepaalde
strekking
Let hier op dat het dus alleen om subjectieve verwarring gaat. Niet als het bvb gaat om eenzijdige rechtshandeling
(3:36 evt beroep).
c) Die de wederpartij onder de gegeven omstandigheden redelijkerwijs zo mocht opvatten.
Goede trouw en onderzoeksplicht
3:11 BW zij kende het wilsdefect niet en behoefde het ook niet te kennen.
Van belang zijn o.a. het onverwachte, de plaats van we handeling, vaardigheden en aanmerkelijk
nadeel.
In beginsel staat het partijen vrij om de door hen verkozen rechtsgevolgen in tijd te beperken of er
een voorwaarde aan te verbinden. Geheel zonder uitzondering toegelaten zijn de tijsbepaling en de
voorwaarde echter niet. Volgens 3:81 lid 1 kan uit wet/aard rechtshandeling voortvloeien dat voor
een tijdsbepaling/voorwaarde geen plaats is. bijvoorbeeld 3:85 sluit de overdracht onder een
tijdsbepaling uit; het gesloten stelsel van goedenrechtelijke rechten zou anders gevaar lopen.
Het tot stand komen van overeenkomsten
Regelingen 6:217-225
Deze bepalingen over aanbod & aanvaarding vullen die over rechtshandelingen in algemeen van titel
3.2. aan.
Art. 6:1-161: algemene regels over verbintenissen
6:162-212: bronnen van verbintenissen, anders dan overeenkomst.
6:12-279: overeenkomstenrecht (obligatoire overeenkomsten)
Verbintenis staat dus niet gelijk aan overeenkomst!
Overeenkomst moet wel bepaalbaar zijn 6:227, anders slechts uitnodiging om in onderhandeling te
treden i.p.v. aanbod. (initiatief in precontractuele fase).
Onderhandelingen reeds gaande? – uitnodiging tot doen van aanbod.
Wanneer persoon tot wie uitnodigging zich richt, ingaat en aanbod doet, staat het de andere partij in
beginsel vrij het aanbod te verwerpen en onderhandeling af te breken.
Het kan dat essentialia ontbreekt. Bvb bij koopovereenkomst ontbreekt prijs: 7:4 redelijke prijs
verschuldigd.
6:218 BW: aanbod is geldig, nietig of vernietigbaar overeenkomstig de regels voor meerzijdige
rechtshandelingen. 6:228 dwaling en 6:229 voortbouwens ovk dus ook van toepassing op aanbod.
Wanneer is een aanbod onherroepelijk?
6:219 lid 1: als het een termijn voor de aanvaarding inhoudt of de onherroepelijkheid ervan op
andere wijze uit het aanbod volgt. Inhoud aanbod (a.d.h.v. wilsvertrouwensleer) is dus bepalend voor
de herroepelijkheid.
Indien uit inhoud aanbod niet volgt dat het onherroepelijk is, is het aanbod herroepelijk, maar niet
meer nadat een verklaring houdende aanvaarding is verzonden (6:219 lid 2).
2
,Moment van verzending aanvaarding is slechts bepalend voor de herroepelijkheid van het aanbod;
overeenkomst komt eerst tot stand op het moment dat de aanbieder de tot hem gerichte
aanvaarding ontvangt (3:37 lid 3).
6:219 lid 3: optiebeding. Onherroepelijk aanbod. Vb: vliegtuigmaatschappij besteld 6 types bij
fabrikant. Onder dezelfde voorwaarden nog eens 6, kan deze een eventuele aanvaarding van het in
het optiebeding besloten liggende aanbod niet verhinderen door het te herroepen.
Onderscheid herroeping en intrekking van een verklaring (3:37 lid 5)
Iedere verklaring die nog niet is ontvangen, kan men intrekken door haar met een sneller
communicatiemiddel overgebracht tweede verklaring in te halen, ook al zou deze o.g.v. 6:219 lid 1
niet kunnen worden herroepen.
6:221 verval aanbod (termijn).
De aanvaarding
a) Kan in beginsel in iedere vorm geschieden
b) Moet worden gericht tot de aanbieder
c) Moet inhoudelijk overeenstemmen met het
d) Nog geldige, tot de wederpartij gerichte aanbod
Battle of forms: bijzonder geval wanneer een aanbod afwijkt van aanvaarding doordat deze naar
verschillende algemene voorwaarden verwijzen. 6:225 lid 1 noch lid 2 kan dan tot uitkomst leiden.
Precontractuele fase
Voorovereenkomst: eisen redelijkheid en billijkheid (Baris/Riezenkamp)
Rompovereenkomst: kan bestaan m.b.t. hetgeen waarover wel reeds overeenstemming bereikt is.
Twee vereisten:
1. Bepaalbaarheidseis 6:227 BW (m.b.v. wet, gewoonte en R&B 6:248 BW moeten de leemten
die de overeenkomst vertoont, kunnen worden opgevuld
2. Het gaat erom wat de bedoeling van parijen is: nodig dat partijen elkaars verklaringen en
gedragingen in de omstandigheden zo mogen begrijpen, dat zij aan het tot dan toe bereikte
onderhandelingsresultaat inderdaad reeds gebonden zullen zijn. (van belang: betekening
hetgeen wel en niet gereld is en het al dan niet bestaan van het voornemen om verder te
onderhandelen).
Breekt partij na totstandkoming rompovereenkomst de laatste onderhandelingen af, kan de ander in
rechte nakoming van het overeengekomene vorderen.
Maar wat kan nu overeenkomstig R&B geëist worden?
Plas/Valburg-doctrine drie stadia:
a) Eerste stadium, waarin het afbreken van de onderhandelingen zonder meer geoorloofd is
b) Een tweede stadium, waarin men weliswaar de onderhandeling mag afbreken, maar niet
zonder dat men bepaalde door de wederpartij gemaakte kosten voor zijn rekening neemt
c) Derde stadium, waarin afbreken zelf in strijd met redelijkheid en billijkheid is wanneer de
wederpartij mocht vertrouwen dat enigerlei contract in ieder geval uit de onderhandeling
zou resulteren (totstandkomingsvertrouwen).
Heroverweging
3
, CBB/JPO: als strenge en tot terughoudendheid nopende maatstaf voor de beoordeling van de
schadevergoedingsplicht bij afgebroken onderhandelingen heeft te gelden dat ieder van de
onderhandelende partijen vrij is de onderhandelingen af te breken, tenzij dit o.g.v. gerechtvaardigd
vertrouwen van de wederpartij in het tot stand komen van de overeenkomst of in verband met de
andere omstandigheden van het geval onaanvaardbaar zou zijn.
Vertegenwoordiging en volmacht
3:60 BW
- degene moet bevoegdheid hebben tot vertegenwoordiging
- moet handelen in de hoedanigheid van vertegenwoordiger ‘’in naam van principaal’’
Wettelijke regelingen: 6:172, 3:78, 3:79 (schakel)…
3:78 verklaart een aantal bepalingen titel volmacht van overeenkomstige toepassing op andere
vormen van vertegenwoordiging, voor zover uit de wet niet anders voortvloeit. Wanneer bestuurslid
vereniging onbevoegd handelt voor de vereniging, is op de bekrachtiging door het bestuur art. 69 v.t.
Vertegenwoordiging in het privaatrecht
- vertegenwoordiging bij familierechtelijke rechtshandelingen
bvb 1:66 huwelijkssluiting
- wettelijke vertegenwoordiging van onbekwamen
1:234 minderjarigen 1:381 lid 2
- vertegenwoordiging van afwezigen 1:409
- vertegenwoordiging van de rechtspersoon
- vertegenwoordiging krachtens volmacht
- vertegenwoordiging krachtens rechterlijke uitspraak (bvb 3:300)
- vertegenwoordiging bij bewind (bvb 1:19, 3:204, 4:153.
- Vertegenwoordiging bij zaakwaarneming (6:201)
- Vertegenwoordiging bij samenwerking in ander verband dan de rechtspersoon
- Vertegenwoordiging in het faillissement
- Vertegenwoordiging bij processuele rechtshandelingen
Belangrijkste: vertegenwoordiging krachtens volmacht en middelijke vertegenwoordiging.
Functie:
Maakt mogelijk dat rechtspersonen aan het rechtsverkeer kunnen meedoen en
vergemakkelijkt deelneming voor andere samenwerkingsverbanden (VOF…)
Zorgt dat handelingsonbekwamen toch rechtsgevolgen tot stand gebracht kunnen worden
Iemand kan rechtshandelingen verrichten, ook als hij zelf, hoewel bekwaam, door welke
omstandigheid dan ook de daartoe nodige verklaring niet kan of wil afleggen.
Volmacht 3:60. Gevolg 3:66 BW. Het leidt ertoe dat de rechtshandeling in haar gevolgen de
volmachtgever treft en dat de gevolmachtigde er tussenuit valt.
De vraag of volmacht is verleend, en zo ja, met welke inhoud, dient te worden beantwoord a.d.h.v.
maatstaven 3:33 en 3:35.
Lastgeving 7:414
1. Lastgeving is de overeenkomst van opdracht waarbij de ene partij, de lasthebber, zich jegens
de andere partij, lastgever, verbindt voor rekening van de lastgever een of meer
rechtshandelingen te verrichten.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lidabartels. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $14.56. You're not tied to anything after your purchase.