Nederlandse samenvatting van Discorvering Statistics Using IBM SPSS. Bevat alle benodigde informatie voor het tentamen statistiek voor de premaster Communicatie & Beïnvloeding (Communicatie- en informatiewetenschappen). Let op: in de samenvatting wordt niet ingegaan op hoe te werken met SPSS, omda...
Exam Guide for Applied Multivariate Data Analysis – Get yourself a Wonderful Grade!
Summary of Statistics (IBC), Radboud University
Answers assignment 3 business research methods
All for this textbook (117)
Written for
Radboud Universiteit Nijmegen (RU)
Communicatie En Beïnvloeding
Statistiek (LET_CIWB253)
All documents for this subject (4)
2
reviews
By: Mathias • 1 year ago
By: AylinDD • 2 year ago
Seller
Follow
tessa97nijmegen
Reviews received
Content preview
Samenvatting Discovering
Statistics Using IBM SPSS
Statistics – Andy Field
Chapter 1. Why is my evil lecturer forcing me to learn
statistics?
1.1 What will this chapter tell me?
-
1.2 What the hell am I doing here? I don’t belong here
Kwantitatieve methoden: methode waarbij bewijs voor een theorie wordt afgeleid door meting van
variabelen die numerieke uitkomsten opleveren
Kwalitatieve methoden: methode waarbij bewijs voor een theorie afgeleid wordt uit wat mensen
zeggen of schrijven.
1.3 The research process
Het researchproces begint bij een observatie die je doet. Deze observatie kan gebaseerd zijn op iets
wat je zelf hebt geobserveerd of is
gebaseerd op data dat je hebt
verzameld.
De tweede stap is het zoeken van
theorie die op jouw observaties
aansluit. Uit deze theorie stel je een
hypothese op en maak je
voorspellingen van de uitkomst van
het onderzoek.
Dan ga je data verzamelen die
relevant is voor je onderzoek. Dat doe
je door meetvariabelen te
onderscheiden. Vervolgens ga je de
data analyseren. De analyse kan de
hypothese versterken, maar kan er
ook voor zorgen dat de hypothese
moet worden aangepast.
1.4 Initial observation:
finding something that needs explaining
Om te kunnen meten moet je variabelen onderscheiden. Variabelen: alles wat gemeten kan worden
en kan verschillen tussen eenheden of in de tijd
,1.5 Generating and testing theories and hypotheses
De data die je hebt gevonden, moet je bij de tweede stap gaan uitleggen. Dit doe je met behulp van
bepaalde theorieën. Theorie: een verklaring of een geheel van beginselen die goed onderbouwd zijn
door herhaalde tests en een breed verschijnsel verklaren.
Hypothese: een voorgestelde verklaring voor een vrij nauw omschreven verschijnsel of reeks
waarnemingen.
Uit de hypothese komen voorspellingen voort. Deze voorspellingen zijn de basis voor het verzamelen
en analyseren van data. Met behulp van de voorspellingen kan je bewijs verzamelen en zo de
hypothese onderbouwen.
Falsificatie: de daad van het weerleggen van een hypothese of theorie.
1.6 Collecting data: measurement
In deze paragraaf wordt meer gedetailleerd ingegaan op de data collectie. Er wordt eerst gekeken
naar de meting.
1.6.1 Independent and dependent variables
Om hypotheses te testen, moeten we variabelen meten. Variabelen zijn dingen die kunnen
veranderen tussen mensen, locaties en tijd. De meeste hypothesen kunnen worden uitgedrukt in
termen van twee variabelen: een voorgesteld oorzakelijk verband (zorgt voor minder vruchtbaarheid
bij mannen) en een voorgesteld resultaat (Coca Cola). Variabelen kun je onder verdelen in:
- Onafhankelijke variabelen: een andere naam voor voorspellende variabele. Deze naam
wordt gewoonlijk in verband gebracht met experimentele methodologie en wordt gebruikt
omdat het de variabele is die door de onderzoeker wordt gemanipuleerd en waarvan de
waarde dus niet afhangt van andere variabelen.
- Afhankelijke variabelen: een andere naam voor uitkomstvariabele. Deze naam wordt
gewoonlijk in verband gebracht met experimentele methodologie en wordt gebruikt omdat
het de variabele is die niet door de onderzoeker wordt gemanipuleerd en waarvan de
waarde dus afhangt van de variabelen die wel gemanipuleerd zijn.
1.6.2 Levels of measurement
Meetniveau: het verband tussen wat gemeten wordt en de verkregen getallen op een schaal. Deze
zijn onder te verdelen in twee categorieën:
- Categorische variabele onderscheid naar afzonderlijke categorieën
o Binaire of dichotome variabele. Er zijn slechts twee categorieën
Dood of levend
o Nominale variabele er zijn meer dan twee categorieën
Onminvoor, vegetarier, veganist
o Ordinale variabele als een nominale variabele maar met categorieën die logisch
geordend kunnen worden
Studenten kunnen zakken, slagen, een bene meritum, cum laude, summa
cum laude halen voor examen
- Continue variabele observaties krijgen score op meetschaal
o Interval variabele: gelijke intervallen op de variabele representeren gelijke
verschillen in de gemeten eigenschap
Het verschil tussen 6 en 8 is gelijk aan het verschil tussen 13 en 15
, o Ratio variabele gelijk aan een interval variabele, maar ook de verhouding van
scores moet een betekenis hebben. D.w.z. er moet sprake zijn van een duidelijk
nulpunt
Een score van 16 op een angstschaal betekent dat iemand twee keer zo
angstig is als iemand met een score van 8 (en een score 0 betekent geen
angst)
1.6.3 Measurement error
Meetfout: de discrepantie tussen de getallen die worden gebruikt om de zaak weer te geven die we
meten en de werkelijke waarde van de zaak die we meten (d.w.z. de waarde die we zouden krijgen
als we het rechtstreeks konden meten).
1.6.4 Validity and reliability
Validiteit = geldigheid: een meetinstrument is geldig als het meet wat het beoogt te meten.
- Criteriumvaliditeit = de mate waarin een test daadwerkelijk gedrag kan voorspellen
o Predictieve validiteit (bijv. diploma VWO)
o Concurrent validiteit (samenhang met al gevalideerd instrument)
- Inhoudsvaliditeit = de mate waarin de inhoud van de test het beoogde construct
representeert
- Ecologische validiteit = de mate waarin testresultaten geldig zijn buiten de testsetting (bijv.
niet alleen in lab maar ook daarbuiten)
Betrouwbaarheid: de mate waarin een instrument dezelfde uitkomsten produceert onder
vergelijkbare condities.
- Test-hertest betrouwbaarheid = de mate waarin een instrument dezelfde uitkomsten
produceert als dezelfde personen op twee verschillende tijdstippen worden getest.
- Geen geldigheid zonder betrouwbaarheid.
1.7 Collecting data: research design
Je kunt op twee manieren data verzamelen: met behulp van correlationeel of cross-sectioneel
onderzoek of met behulp van een experiment.
1.7.1 Correlational research methods
Correlationeel onderzoek = cross-sectioneel onderzoek = longitudinaal onderzoek: is een vorm van
onderzoek waarbij men observeert wat er zich op natuurlijke wijze in de wereld afspeelt zonder zich
daar direct mee te bemoeien. Deze term impliceert dat de gegevens zodanig worden geanalyseerd
dat wordt gekeken naar verbanden tussen variabelen die zich op natuurlijke wijze voordoen in plaats
van uitspraken te doen over oorzaak en gevolg.
1.7.2 Experimental research methods
Experimenteel onderzoek: een vorm van onderzoek waarbij een of meer variabelen systematisch
worden gemanipuleerd om hun effect (alleen of in combinatie) op een uitkomstvariabele te bekijken.
Deze term impliceert dat de gegevens kunnen worden gebruikt om uitspraken te doen over oorzaak
en gevolg.
Tertium quid: de mogelijkheid dat een schijnbare relatie tussen twee variabelen in feite wordt
veroorzaakt door het effect van een derde variabele op beide variabelen (vaak het derde-variabele-
probleem genoemd).
, Confounding variable = verwarrende variabele: een andere variabele (die wij al dan niet hebben
gemeten) dan de voorspellende variabelen waarin wij geïnteresseerd zijn, die mogelijk van invloed is
op een uitkomstvariabele
Doel van het experimenteel onderzoek = een vergelijking maken van situaties/condities (gewoonlijk
behandelingen of voorwaarden genoemd) waarin de voorgestelde oorzaak al dan niet aanwezig is.
1.7.3 Two methods of data collection
Er zijn twee methoden van dataverzameling:
- Between-subjects design/between-groups design/independent design = een experimentele
opzet waarbij verschillende behandelingscondities gebruik maken van verschillende
organismen en de resulterende gegevens dus onafhankelijk zijn
- Within-subject design/repeated-measures design = een experimentele opzet waarbij in
verschillende behandelingscondities dezelfde organismen worden gebruikt, zodat de
resulterende gegevens aan elkaar gerelateerd zijn.
1.7.4 Two types of variation
Er zijn twee typen variatie:
- Systematische variatie: variatie als gevolg van een echt effect (of dat nu het effect is van een
onderzoeker die iets doet met alle deelnemers in één steekproef maar niet in andere
steekproeven, of natuurlijke variatie tussen reeksen variabelen). We kunnen dit beschouwen
als variatie die kan worden verklaard door het model dat we op de gegevens hebben
afgestemd verschillen in uitkomsten zijn het gevolg van een spcifieke experimentel
manipulatie.
- Willekeurige (random) variatie: dit is variatie die niet het gevolg is van het effect waarin we
geïnteresseerd zijn (en die dus het gevolg kan zijn van natuurlijke verschillen tussen mensen
in verschillende steekproeven, zoals verschillen in intelligentie of motivatie). We kunnen dit
beschouwen als variatie die niet kan worden verklaard door het model dat we op de
gegevens hebben toegepast verschillen in uitkomsten zijn het gevolg van onbekende
factoren.
1.7.5 Randomization
Randomisatie: het proces waarbij dingen op een onsystematische of willekeurige manier worden
gedaan. In de context van experimenteel onderzoek is het woord gewoonlijk van toepassing op de
willekeurige toewijzing van deelnemers aan verschillende behandelingsvoorwaarde.
- Practice effects = praktijkeffecten: verwijst naar de mogelijkheid dat de prestaties van de
deelnemers aan een taak (positief of negatief) worden beïnvloed als zij de taak herhalen
omdat zij vertrouwd zijn met de experimentele situatie en/of de gebruikte meetmethoden.
- Boredom effects = vervelingseffecten: verwijst naar de mogelijkheid dat de prestaties in
taken worden beïnvloed (de veronderstelling is een negatieve invloed) door verveling of
gebrek aan concentratie als er veel taken zijn, of als de taak lang duurt.
Counterbalancing: een proces waarbij de volgorde waarin de experimentele condities worden
uitgevoerd, systematisch wordt gevarieerd. In het eenvoudige geval dat er twee condities zijn (A en
B), houdt counterbalancing eenvoudigweg in dat de helft van de deelnemers conditie A uitvoert,
gevolgd door conditie B, terwijl de rest conditie B uitvoert, gevolgd door conditie A. Het doel is
systematische vertekening als gevolg van praktijk- of vervelingseffecten weg te nemen.
Randomisatie en counterbalancing minimaliseert willekeurige variatie.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tessa97nijmegen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.40. You're not tied to anything after your purchase.