Aangeven wat de begrippen: rechtshandeling, feitelijke handeling,
bloot rechtsfeit en verbintenis inhouden, aangeven wat een
eenzijdige of meerzijdige rechtshandeling is;
Vermogensrecht: rechtsgebied waarbij de regels omtrent vermogen
centraal staan.
Te verdelen in verbintenissenrecht en goederenrecht
Vermogen; het geheel van rechten en plichten dat op een bepaald
moment aan een rechtssubject toekomt en dat op geld waardeerbaar is
! Als het niet gaat over zaken die tot het personen- en familierecht en
het rechtspersonenrecht behoren, gaat het over het vermogensrecht!
Verbintenissenrecht
o Verbintenis: een vermogensrechtelijke rechtsbetrekking tussen twee (of
meer) personen, op grond waarvan de ene persoon (= schuldeiser) recht
heeft op een prestatie (= moet op geld waardeerbaar zijn), waartoe de
ander (=schuldenaar) is verplicht.
o Verbintenissenrecht: een vermogensrechtelijke rechtsbetrekking tussen
rechtssubjecten.
o Rechtssubject: dragen van rechten en plichten (natuurlijke persoon en
rechtspersoon)
Rechtsfeiten: gebeurtenissen waaraan het recht gevolgen (=
rechtsgevolgen) verbindt.
Menselijk handelen; handelen is vereist voor het intreden van een
rechtsgevolg.
Blote rechtsfeiten; rechtsgevolgen die gebeuren door het leven.
Menselijk handelen
o Zonder rechtsgevolg
o Feitelijke handeling: handelingen die niet op rechtgevolg zijn gericht, maar
waar het recht wel rechten en plichten aan verbindt. Wil maakt niet uit.
o Rechtshandelingen: handelingen die op rechtsgevolg zijn gericht. Art. 3:33
BW, wil en verklaring. Verklaring van iemand die zegt wat hij wil.
Meerzijdige rechtshandeling; verricht door twee of meer persoenen.
Eenzijdige rechtshandeling; verricht door 1 persoon.
De bronnen van verbintenissen uit het Burgerlijk Wetboek
noemen;
Bronnen verbintenissen: kunnen alleen ontstaan als dit uit de wet
voortvloeit. Art. 6:1 BW
Een overeenkomst, art. 6:213 BW, rechtshandeling
Onrechtmatige daad, art. 6:162 BW, feitelijke handeling
Rechtmatige daad, art. 6:198 BW, feitelijke handeling
De verschillende rechtssubjecten in het Nederlandse recht
herkennen;
Natuurlijke personen: mensen van vlees en bloed.
Rechtspersonen: organisaties en bedrijven die juridisch als persoon worden
gezien, ze hebben dus rechten en plichten.
Uitleggen of een rechtshandeling nietig, vernietigbaar of geldig is.
, Nietig: het beoogde rechtsgevolg treedt niet in, omdat de wet dit verbiedt.
Vernietigbaar: de rechtshandeling is geld, maar de nietigheid ervan kan
achteraf worden ingeroepen.
In de verplicht voorgeschreven verbintenisrechtelijke uitspraken
van de Hoge Raad aangeven welke rechtsvraag en rechtsregel
centraal staat;
Rechtsregel: de conclusie van de hoge raad in een arrest
Benoemen wat het verschil is tussen een aanbod en een
uitnodiging tot het doen van een aanbod aan de hand van
relevante jurisprudentie en dit toepassen op een casus;
Aanbod: een aanbod bevat alle essentiële elementen van de te sluiten
overeenkomst.
Uitnodiging: Een advertentie kan leiden tot onderhandeling of het doen
van een aanbod, dit maakt het een uitnodiging. Een uitnodiging is dus om
in onderhandeling te treden.
Benoemen aan de hand van welke drie elementen een
overeenkomst geldig tot stand komt, namelijk:
Is er sprake van aanbod en aanvaarding? (Artikel 6:217 BW) en voldoen ze aan
de volgende elementen:
o Persoon: zijn de partijen handelingsbekwaam?
o Totstandkoming: komt de wil overeen met de verklaring?
Wils ontbreken: wil en verklaring komt niet overeen, wil en
verklaring komt wel overeen, maar de wil wordt geacht te
ontbreken door een geestelijke stoornis. (Artikel 3:34 BW).
Wie wordt er beschermd bij een discrepantie? Antwoord in
artikel 3:35 BW.
o Inhoud: is de overeenkomst in strijd met de wet, de goede zeden of
de openbare orde?
Inhoud mag niet in strijdt zijn met de wet
Inhoud mag niet tot maatschappelijk onaanvaardbare
situaties lijden.
Beoordelen of iemand handelingsbekwaam is tot het sluiten van
een overeenkomst in de zin van artikel 3:32 BW;
Handelingsbekwaam: volgens artikel 3:32 BW is iedere natuurlijke persoon
handelingsbekwaam, voor zover de wet niet anders bepaalt. De wet
bepaald anders met betrekking tot:
o Minderjarigen (art. 1:233 e.v. BW)
o Onder curatele gestelde (art. 1:378 e.v. BW)
Uitleggen wat de begrippen aanbod en aanvaarding inhouden in
het kader van de totstandkoming van een overeenkomst en dit
toepassen op een casus in de zin van artikel 3:33 BW;
Aanbod: een aanbod moet alle essentiële elementen van de te sluiten
overeenkomst bevatten. Het aanbod moet niet zijn vervallen door
tijdsverloop of verwerping en het aanbod moet niet zijn herroepen.
Aanvaarding: een aanvaarding is het accepteren van het aanbod. Een
aanvaarding moet aansluiten op het aanbod, anders is het geen
aanvaarding. Volgens artikel 6:225 lid 1 moet een aanvaarding die afwijkt
van het aanbod worden beschouwd als een niet aanbod.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annabakx5. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.97. You're not tied to anything after your purchase.