100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Auditing Theory $8.90
Add to cart

Summary

Samenvatting Auditing Theory

 66 views  8 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Alle relevante stof voor het tentamen (inclusief papers en oefenvragen!)

Preview 4 out of 54  pages

  • No
  • Hoofdstukken relevant voor het tentamen.
  • November 16, 2021
  • 54
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Week 1: Introductie
Basis auditing
Wat?
Een audit is een systematische aanpak (audit plan). De accountant beoordeelt de boekhouding van
de cliënt en vergaart controle-informatie om geen materiële fouten over het hoofd te zien. Controle-
informatie is een verzamelwoord voor de informatie die de accountant nodig heeft om een auditor’s
report op te stellen. Ook moet de accountant een professioneel kritische houding hebben omtrent
de verkregen controle-informatie. Kennis, kunde en ervaring is hiervoor een must, want niet alles is
zwart of wit.

Auditing gaat over het vergelijken van echte ‘real-world’ financiële transacties met financiële
standaarden. De veelgebruikte financiële standaard is IFRS. Een audit zou je ook kunnen uitleggen als
het antwoord van de accountant op de beoordeelde risico’s.
Een audit gaat veelal over de controleverklaring van de jaarrekening. Ook niet-financiële informatie
kan ge-audit worden.

Drie partijen betrokken bij de audit: 1) de accountant, 2) de cliënt, en 3) de overheid.

Stakeholders
1A. Noem tenminste vier relevante stakeholders waar de accountant rekening mee houdt tijdens de
audit van ING:

 Maatschappij. In hoeverre is ING milieubewust?
 Klanten. Klanten hebben ook belang bij een goede audit omdat zij hierdoor in inschatting
kunnen maken of ING een goede partij is om zaken mee te doen.
 Aandeelhouder. In hoeverre is ING winstgevend? Heeft het genoeg kasstromen om haar
dividend te blijven betalen?
 Overheid. De overheid heeft belang bij een goede audit omdat zij hieraan kan spiegelen in
hoeverre ING zich aan de wet- en regelgeving houdt.
 AFM. Toezichthoudend orgaan.
 NBA. Overkoepelend orgaan.

Verwachtingskloof

,1B. Wat is de verwachtingskloof?
De maatschappij stelt onterechte te hoge verwachtingen aan het werk van de accountant
(reasonableness gap). De maatschappij ziet niet in dat een accountant beperkte tijd, geld, en
middelen heeft en dus niet alle risico’s kan wegnemen. Daarnaast liggen er altijd inherente
bepekringen en fraude op de loer waar de accountant niks aan kan doen. (performance gap).

Waarom?
Belanghebbenden moeten weten of de jaarrekening bruikbaar is: kunnen ze het bedrijf wel of niet
geloven?

Verschillende theorieën beschrijven de vraag naar auditing. Denk hierbij aan de Agency Theory
(information asymmetrie), de ‘Theory of inspired confidence’ van Limperg, Policeman Theory (fraud),
en de Insurance Theory.

Hoe?
De accountant onderzoekt accounting systemen en interne beheersingsmaatregelen en voert
aanvullende werkzaamheden uit.

De accountant moet kwaliteit leveren. Daarom noemt het boek twee niveaus van quality controls.

 Bij de kennismaking (‘engagement process’). Wil de accountant uit ethische oogpunt de
opdracht? Is het team waarmee de accountant gaat werken wel bekwaam genoeg? Wil en
kan de accountant het werk naar behoren uitvoeren? Het bedrijf moet namelijk ook de zaken
op orde hebben wil de accountant een juiste controleverklaring afgeven.
o Bij het engagement process worden de belangen van drie partijen meegenomen:
cliënt, accountant, en gebruiker.
 Op bedrijfsniveau. Wordt de accountant wel voldoende gefaciliteerd? Met andere woorden,
kan de accountant wel gebruikmaken van de juiste online omgeving en bestanden? De
accountant is natuurlijk afhankelijk van de systemen van het bedrijf, want vaak werkt de
accountant op het kantoor bij de cliënt.

Doelstelling audit (ISA 200)
‘’Een accountant wil met het controleren van een financieel overzicht een redelijke mate van
zekerheid verkrijgen over de vraag of de financiële overzichten als geheel geen afwijking van

,materieel belang bevatten die het gevolg is van fraude of van fouten. Op basis hiervan kan de
accountant een oordeel geven over de vraag of de financiële overzichten in alle van materieel belang
zijnde opzichten in overeenstemming met het van toepassing zijne stelsel inzake financiële
verslaggeving zijn opgesteld.’’

 Redelijke mate van zekerheid. Absolute zekerheid is onmogelijk, want:
o Accountant doet beroep op deelwaarnemingen en vanuit kostenperspectief niet
nuttig om absolute mate van zekerheid na te streven: onmogelijk om alles te zien en
te testen. Het gevolg is dat de accountant keuzes maakt over wat hij wel en wat hij
niet controleert o.b.v. risicoclassificatie.
o Inherente beperkingen aan interne beheersingsmaatregelen. Het bedrijf kan de
interne beheersing nagenoeg perfect inrichten, maar dit zou alsnog niet op kunnen
tegen bijv. fraude van twee medewerkers.
o De jaarrekening is opgesteld o.b.v. oordeelsvermogen (door het management;
controle-informatie hoeft niet per definitie feitelijk te zijn.
 Betrouwbare en eerlijke weergave van de jaarrekening conform de standaarden: er zijn géén
fouten als gevolg van fouten of fraude.

Management assertion’s
Het bedrijf stelt de jaarrekening op. De RvC controleert het management. Het management van de
cliënt begint met een ‘bewering’: management assertion. De jaarrekening als financiële
verantwoording is daarbij te interpreteren als een verzameling van (financiële) beweringen door de
verantwoordingsplichtige.

De beweringen betreffen verschillende categorieën en bij iedere categorie horen specifieke
controledoelstellingen. Primaire controledoelstellingen zijn nauwkeurigheid (risico op
overwaardering) en volledigheid (risico op onderwaardering).




Accountant beoordeelt management assertion’s op twee niveaus:

1. Beweringen over transacties en gebeurtenissen
 Is het gebeurd (occurence)? Heeft de transactie daadwerkelijk plaatsgevonden? Is die
ene verkoop van €1.000 echt gebeurd?
 Volledigheid (completeness). Zijn alle transacties in de financiële administratie
opgenomen?
 Autorisatie. Zijn alle transacties geautoriseerd?

,  Nauwkeurigheid (accuracy). Zijn alle transacties op de juiste manier verwerkt? Klopt die
€80.000 voorraad afwaardering wel? Moet dit geen €50.000 of €100.000 zijn?
 Einde (cut-off point). Zijn alle transacties verwerkt in de behorende periode?
 Classificatie. Zijn de transacties op de juiste manier toebedeeld aan de juiste posten?
 Presentatie. Zijn de transacties op de juiste manier gecategoriseerd en duidelijk
beschreven? Zijn de toelichtingen begrijpelijk en logisch?

2. Beweringen over posten aan het einde van de periode (fraude gevoeliger)
 Bestaan (existence). Bestaan de bezittingen, schulden en het eigen vermogen echt?
 Rechten en verplichtingen. Heeft het bedrijf wel het recht om deze bezittingen te bezitten?
Behoren de schulden daadwerkelijk tot het bedrijf?
 Nauwkeurigheid, waarderingen, en toewijzing (accuracy, valuation, and allocation). Zijn de
bezittingen, schulden en het eigen vermogen de terechte bedragen? Zijn er
waarderingsverschillen toegepast?
 Classificatie. Zijn de bezittingen, schulden en het eigen vermogen in de juiste posten
opgenomen? Behoort die ene schuld wel terecht tot de lange termijn schulden?
 Presentatie. Zijn de bezittingen, schulden en het eigen vermogen aan het einde van de
periode balansen op de juiste manier gecategoriseerd en duidelijk beschreven? Zijn de
toelichtingen begrijpelijk en logisch?

Illustratie 9.2 op p. 334: ‘assertions used by the auditor’: hoe gaat de accountant om met de
beweringen?

 Volledigheid van omzet vaststellen.
o Verbandscontrole uitvoeren door afgeleverde hoeveelheden af te stemmen met
gefactureerde hoeveelheden en daarnaast een prijscontrole uit te voeren.
 Bestaan van omzet vaststellen.
o Controle aantal verkoopfacturen met de onderliggende expeditie
 Voorraadtelling.
o Hoe heeft de cliënt z’n eigen procedures t.a.v. de voorraad ingeregeld?  accountant
gaat na wie er controle heeft over verplaatsing van de voorraad en het vervoeren en
het ondertekenen van de factuur. Welke toepassingen heeft de cliënt gebruikt om zelf
haar eigen voorraad bij te houden en hoe identificeert het producten die lang in
voorraad zijn of beschadigd zijn?
 Inventarisatie.
o Accountant beoordeelt of degene die de inventarisatie uitvoert voldoende deskundig
en onafhankelijk is van de magazijnmeester, hoe frequent er geïnventariseerd wordt,
de kwaliteit van de vastleggingen en de analyse en afwerking van de
voorraardverschillen. Wanneer de magazijnmeester zelf de inventarisatie uitvoert of
dat er bijv. grote, niet te verklaren voorraad verschillen geconstateerd worden, dan
zal de accountant ervoor kiezen deze maatregel niet te testen maar de voorraad
gegevensgericht te controleren.

Fase controleproces
Zie 7.1 (p. 238): audit process model.

1. Klantacceptatie. Vaststelling controleopdracht. Bepaal hier of je de cliënt wilt accepteren.
Wat wordt het type opdracht en wie heb je allemaal nodig binnen het auditteam?
a. Evalueer de achtergrond van de cliënt en de beweegreden van de audit.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller DrunkStudent10. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.90. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

48298 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$8.90  8x  sold
  • (0)
Add to cart
Added