100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Leisure!, ISBN: 9789046906705 Leisure $3.80   Add to cart

Summary

Samenvatting Leisure!, ISBN: 9789046906705 Leisure

 6 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

een samenvatting van het gehele boek, H1 tm H10

Preview 3 out of 23  pages

  • Yes
  • November 16, 2021
  • 23
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting Leisure hoofdstuk 1 tot en met 10
Leisure! Inleiding in de vrije tijd, Martijn Mulder
Inleiding
Pure leisure: De staat waarin je verkeert als je iets doet waarbij je volledige keuzevrijheid ervaart en
waarbij je motivatie om het te doen volledig uit jezelf komt. Dit word gezien als de hoogst haalbare
vorm van vrijetijdsbeleving.

Waarom een studie richting vrije tijd?

1) Gigantische toename vrijetijdsevenementen
2) Cultuursector moet steeds meer zijn positie vinden binnen een samenleving waarin de
overheid zich meer op de achtergrond houdt en de marktwerking leidend is,
3) Digitalisering heeft gevolgen voor vrijetijdsgedrag

Hoofdstuk 1: Het begrip vrije tijd
Omdat er geen duidelijk omschrijving is van vrije tijd, zijn er 2 benaderingen: de objectieve en
subjectieve benadering van vrije tijd.

De objectieve benadering van vrije tijd: Gebaseerd op feiten (De residuele definitie: de tijd die
overblijft) -> wordt gebruikt voor onderzoeken.

 Deze formule wordt gebruikt: vrije tijd = alle tijd – Werk – Onderwijs – zorgtaken –
persoonlijke tijd. Hierbij is sprake van kwantiteit.
 Zorgtaken: zorgen voor anderen en huishouden
 Persoonlijke tijd: slapen, eten, drinken, douchen, aankleden enz.

De subjectieve benadering van vrije tijd: wanneer een persoon iets als vrije tijd ervaart.

 Lastiger om uitspraken over te doen dan bij de objectieve benadering (voor iedereen is de
subjectieve benadering anders). Hier is sprake van kwaliteit.

Hoofdstuk 2: Een korte geschiedenis van de vrije tijd
Vrije tijd is een sociaal fenomeen (een verschijnsel dat onlosmakelijk verbonden is met het menselijk
handelen)

Je kunt de geschiedenis onderdelen in 4 perioden:

 Vrije tijd: Onbekend en elitair (tot 1850)
 Vrije tijd was onbekend in deze samenleving. Er was hier sprake van een
standenmaatschappij (geestelijk, adel en boeren), waarbij iedere stand zijn taken had. Er
was een klein beetje vrije tijd, denk aan voorstelling in amfitheaters en sport. Sport moet
je niet vergelijken met nu, omdat het toen oorlog gericht was. De dagindeling was gericht
op overleven: Hardwerken voor je brood en verder genoeg spelen voor de volgende dag.
Alleen de hogere standen hadden nu en dan een religieus feestje.

,  De ontdekking van de vrije tijd door de massa (1850 tot 1920)
 Door de industriële revolutie die opkwam, en er stoommachines kwamen, hoefde arbeid
niet meer verricht te worden door menskrachten. Arbeiders en boeren trokken massaal
naar de steden om daar werk te vinden. De standenmaatschappij werd langzamerhand
een klassenmaatschappij. De hiërarchie van de standenmaatschappij werden hierdoor
steeds kleiner. De fabrieksarbeider had een vast aantal werkuren per dag. ’s Avonds
kreeg hij uitbetaalt en was dan tot de volgende ochtend vrij. Aan het eind van de dag
bleef dus tijd over en zo ontstond er vrije tijd. Aangezien het zware werk wat ze moesten
verrichten, gebruikten ze deze vrije tijd om te rusten. Degene die wel konden genieten
van hun vrije tijd zaten in de ‘leisure class’. Vanaf 1870 was Nederland een
geïndustrialiseerde, kapitalistische samenleving met een duidelijk verschil tussen de
kapitalisten en het proletariaat (mensen zonder bezit: de arbeiders)
 Van volksopvoeding naar een leisure-industrie (1920-1990)
 Na de 1ste oorlog was het verschil tussen de kapitalisten en het proletariaat een stuk
minder geworden, en ontstond er een nieuwe samenleving: de verzuilde samenleving
(katholieken, socialisten, liberalen en protestanten deden alles in hun eigen zuil). Ook
werd er in 1919 een arbeidswet aangenomen waarin stond dat een werkdag niet langer
dan acht uur mocht duren (arbeidsverkorting). Hierdoor nam de vrij tijd toe. Er kwamen
bioscopen, cafés, casino’s enz. in 1960 werd de vrije zaterdag ingevoerd, waardoor er
nog meer vrije tijd kwam. Ook kwamen er hoger lonen, kwamen de personenautos op en
kwamen de eerste televisies op de markt.
 Ook was de overheid voorbezig met het opbouwen en in stand houden van een
verzorginsstaat en nauwelijks met het opvoeden van het volk. De invloed van de kerk
nam ook af, waardoor de zuilen ook afnamen. Ten slotte won het neoliberalisme
terrrein. Dit houd in dat de overheid zich steeds minder bezighoudt met taken die door
commerciele bedrijven werden uitgevoerd. Al deze ontwikkeling hebben gezorgd voor
een vrijetijdsindustrie, met vraag en aanbodzijde
 Van vrijetijdsutopie naar ‘the labour of leisure’ (vanaf 1990)
 In het tweede deel van de twintigste eeuw, is vrije tijd een alternatief voor arbeid
geworden. Het verband tussen vrije tijd en arbeid is linear. Vrije tijd wordt niet meer
gezien als objectief, maar subjectief benaderd. Dit omdat een individu zelf invulling geeft
aan zijn leven.

Hoofdstuk 3: Vrijetijdsgedrag: cultuur en individu
Ieder mens is van nature geneigd om in groepen te leven.
Sociologie: wetenschap die bestudeert hoe verschillende groepen mensen met elkaar
samenleven en hoe verschillen tussen binnen samenlevingen te verklaren zijn, deze
verschillen kun je opdelen in sociaal-structurele factoren en culturele factoren.
 Sociale structuur: Een netwerk van mensen die met elkaar verbonden is.
Een goed voorbeeld hiervan is een organigram van een bedrijf; hoe ziet de hierarchie
eruit en hoe groot is de sociale afstand
Sociale integratie: Een harmioeuze relatie
 Sociale cultuur: De invulling van de sociale netwerken.

, Bij cultuur (alles wat de mens heeft voortgebracht) kunn je onderscheid maken
tussen materiele cultuur (tastbare dingen) en immatriele cultuur (niet-tastbare
dingen)
je spreek van cultuur in brede zin (maatschappelijke cultuur) waneer de mens alles heeft
voortgebracht.
Je spreekt van cultuur in enge zin waneer er kunstzinninge uitingen tot stand komen. Bij
cultuur in enge zin wordt nog onderscheid gemaakt tussen hoge en lage cultuur:
 Hoge cultuur: kunstzinnige uitingen alleen voor de bovenlaag van de
maatschappij
 Lage cultuur: de populaire cultuur onder heel het volk
De sociale structuur en cultuur waarin we leven zijn van invloed op ons vrijetijdsgedrag. Dit
bepaalt wat we belangrijk vinden en wat we kunn en mogen doen en met wie we omgaan.
Cultuur wordt vaak overgedragen op generaties, dit betekent niet dat de cultuur niet kan
veranderen, maar dit duurt vaak deccenia voordat dat zichtbaar is.
Deviant gedrag: afwijkend gedrag
 Wanneer iemand niet de normen en waarden van de cultuur naleeft.
Een subcultuur is een cultuur die in bepaalde opzichten afwijkt maar in andere opzichten
overeenkoment met het grote culturele geheel waarbinnen de subcultuur van een bepaalde
groepingen in de samenleving voorkomt. Subculturen zijn te onderscheiden op:
 Demografisch niveau (levensfase)
 Geografische niveau (leefomgeving)
 Pyschogragische en gedragskenmerken (emo’s skaters, gothics enz.)
Primaire socialisatie: Vanaf de geboorte tot aan de puberteit nemen kinderen cultuur over
van hun ouders en andere met wie ze in aanraking komen.
Secundaire socialisatie: De tiener wordt niet meer beinvloed door zijn ouders, maar door
leeftijdsgenoten. Hierdoor sluiten ze zich vaak aan bij een subcultuur met een rolmodel,
waardoor deviant gedrag kan ontstaan.
In de jeugdjaren zoeken veel mensen bewust of onbewust rolmodellen: aansprekende
personen op wie ze willen lijken. Onbewust creeert het individu een referentiekader: Geheel
van kennis, verklaringen en oordelen met betrekking tot de sociale omgeving.
Lifestylekenmerken: codes, symbolen en uitingen die bij een subcultuur horen.
Subculturen zijn van grote invloed op ons vrijetijdsgedrag. Vaak kijken mensen eerst de kat
uit de boom en kopeierne dit gedrag om erbij te horen. Het maken van keuzes wordt sterk
door de subcuult beinvloed.
Verzorginsposisite: De rol die het individu inneeemt binnen de sociale structuur die voor die
persoon centraal staat.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mirthetermeulen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.80. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62491 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.80
  • (0)
  Add to cart