Analysemethoden en technieken (sem. 1, per. 2, 2020) samenvatting MIDTERM
1. Literatuur
2. Sowiso
3. R Studio
1 Literatuur
Week 1
Creswell & Creswell (2018): In het onderzoek doen zijn er grofweg 2 hoofdsmaken: kwantitatief en kwalitatief. Mixed
methods is het weloverwogen samenbrengen van deze twee benaderingen in een onderzoek ontwerp. Er bestaan
verschillende soorten mixed methods onderzoek:
- Convergent: gelijktijdig data verzamelen
- Explanatory sequential: eerst kwantitatief dan kwalitatief
- Exploratory sequential: eerst kwalitatief dan kwantitatief
- Kwalitatief
o Het ontdekken en begrijpen van maatschappelijke problemen op individuele basis.
▪ Bepalen reductie (niet alles is even belangrijk)
▪ Observatie & meten
▪ Toetsing theorie
- Kwantitatief
o Het begrijpen en ontwikkelen van begrippen en kennis
▪ Meerdere betekenissen
▪ Invloeden sociaal & historisch belang
▪ Theorie ontwikkelen
- Mixed methods
o Mix van kwalitatief en kwantitatief onderzoek
▪ Ruimte voor interpertatie
▪ Theoretische ‘bril’
▪ Zorgt ervoor dat inzichten gecombineerd worden wat leidt tot nieuwe inzichten.
Er bestaan ook verschillende wereldbeelden voor het doen van onderzoek:
- Postpositivist: kwantiatief
o Problemen hebben een identiteit nodig, moeten erkenbaar worden gemaakt.
o Deze problemen hebben invloed op effecten of gevolgen
o Basis: nauwkeurig onderzoek
o Theorieën die gebruikt zijn om het probleem te ontdekken worden vaak herzien.
- (Social) Constructivism: kwalitatief
o Kwalitatief onderzoek
o Individuen moeten problemen in de wereld begrijpen.
o Problemen hebben meningen
o Meningen worden bestudeerd: zij worden gevormd door personen, samenleving, cultuur en
geschiedenis.
- Transformative Worldview: kwalitatief
o Kritisch op theorieën
o Theorieën zijn vaak gebaseerd op oude methoden maar de wereld verandert.
o Ook gebaseerd op de politieke agenda
- Pragmatic Worldview: mixed-methods
o Gebaseerd op actie, situaties & gevolgen i.p.v. theorieën of condities.
,Baarda et al. (2013): ‘Hoe zet je een gedegen interview op?’
1. Maak een topiclist (lijst met onderwerpen die je aan wilt halen) op basis van literatuur en eigen ervaringen
2. Doe proefinterviews:
- Schrappen/toevoegen van vragen
- Logische volgorde: persoonsgegevens - makkelijke vragen – moeilijke vragen
3. Wanneer je een onderzoeksvraag hebt:
- Vraag om verbreding
4. Wanneer je geen onderzoeksvraag hebt:
- Vraag om versmalling
Week 2
Thomas (2003): Richtlijnen om data te analyseren en kwaliteitscriteria.
- Inductive: maakt nieuwe theorie
- Deductive: via bestaande theorie.
De inductieve benadering heeft als doel:
- Data verkleinen tot samenvatting
- Linkjes tussen research en de samenvatting leggen
- Theorie ontwikkelen over de data (structuren, verschillen)
De inductieve benadering maakt gebruik van ‘coderen’. Dit zijn de stappen die men zet:
1. Data cleaning
2. Lezen van data
3. Maken van categorieën
4. Verwerpen duplicaten
5. Optimalisering
Baarda et al (2013): proces van optimaliseren, kwantatieve vragen en antwoordopties.
- Optinaliseren: het concreet maken van het begrip, een definitie
Om kwantitatieve vragen op te stellen moet men indicatoren zoeken: factoren die je in principe kunt meten en die
iets meer zeggen over het abstracte begrip (v.b.: dus gedrag, maar niet geslacht) in de probleemstelling.
Voor elke indicator moet men vragen opstellen die respondent kan beantwoorden. Het antwoord is dan een
variabele. Voorbeeld:
- Zo concreet mogelijk
▪ Termen nauwkeurig
▪ Gedragingen tellen
▪ Specificeren van tijd en plaats
- Zo neutraal mogelijk
▪ Geen im- of expliciet antwoord
▪ Niet veronderstellen dat iemand iets wel/niet kent
▪ Voorkom onnodig (pijnlijke vragen): ‘zo ja, ga door naar vraag 4’
Om meningen/opvattingen/gevoelens/intenties te meten:
- Gebruik stellingen
- Likertschaal! Helemaal mee eens – helemaal mee oneens
, Week 3
Burns & Burns (2008):
Steekproeftrekking (sampling): een manier om een populatie in een bepaalde mate representatief weer te geven. Er
zijn verschillende manieren, maar sommigen zijn meer representatief dan anderen. Representativiteit is het gegeven
dat de genomen streekproef correspondeert met de karakteristieken van de grotere groep. De grootte van de
sample (steekproef) is ook van belang: hoe kleiner de sample, hoe minder representatief. Er is een verschil tussen
probability en non-probability sampling:
Probability Sampling Elke element vd populatie (een mens, Kenmerken
een huishouden, een event of een
item) heeft een gelijke kans om -Sampling error kan berekend
gekozen te worden voor de steekproef. worden.
Alles is random. -Generaliseerbaar
Non-probability sampling Een element heeft geen gelijke kans -Goedkoop, gemakkelijk
om gekozen te worden. Er wordt -Sampling error onbekend
gekozen op kans, doelgerichte selectie -Niet generaliseerbaar
of een deskundig oordeel. Opzettelijk!
Probability sampling
- Random sample: Een steekproef die wordt gekozen door middel van een willekeurig proces dat elke
eenheid garandeert in het steekproefkader een gelijke kans om geselecteerd te worden.
- Systematic sample: Een monster gevormd door het selecteren van elk n-de item uit de bevolking.
- Stratified sampling: De steekproef wordt gevormd door het nemen van verhoudingen uit elke laag
van de bevolking, zodat het overeenkomt met het patroon in de bevolking.
- Cluster sampling: De steekproef wordt gevormd door het identificeren van clusters of groepen in de
populatie en het selecteren van een steekproef van de clusters.
Non probability sampling
- Opportunity sampling: Een steekproef geselecteerd uit gemakkelijk verkrijgbare deelnemers.
- Judgement sampling: Een steekproef op basis van de identificatie van wie of wat door een
deskundige moet in het monster worden opgenomen.
- Quota sampling: Een steekproef die bestaat uit een vrij te kiezen, maar vooraf bepaald aantal of
aandeel van de eenheden van elke categorie van vooraf bepaalde kenmerken.
- Purposive sampling: Een doelbewust gekozen sample om een specifieke groep te bemonsteren met
een specifiek doel voor ogen.
- Snowball sampling: Dit maakt gebruik van de eerste contacten om verdere contacten of zaken via
doorverwijzingen aan te bieden. Het is een beetje zoals netwerken.
Taris et al (2005):
In de 21e eeuw is er veel vooruitgang geboekt op het gebied van dataverzameling. Vooral op het gebied van
verzameling via intra- en internet. Dat lijkt op het eerste gezicht een aantrekkelijke mogelijkheid om snel en zonder
hoge kosten grote hoeveelheden data gegevens te verzamelen, maar na enig nadenken zal men constateren dat het
nieuwe instrument is omgeven met onzekerheden, mogelijke problemen en onbeantwoorde vragen. Als we de
nieuwe manieren (via internet) vergelijken met oude manieren op het gebied van representativiteit en validiteit
kunnen we de volgende conclusies trekken:
De voordelen van het internet zijn evident; het kan een relatief goedkope, snelle manier zijn om veel gegevens te
verzamelen. Vanwege het ontbreken van interviewers is interviewerbias als vertekenende factor uitgeschakeld;
omdat de gegevens niet meer afzonderlijk hoeven te worden ingevoerd, is ook hier een bron van mogelijke fouten
verdwenen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annevlassak8. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.23. You're not tied to anything after your purchase.