Oefententamen Ondernemerschap met antwoorden (HvA Communicatie, jaar 1)
38 views 4 purchases
Course
Ondernemerschap (M19)
Institution
Hogeschool Van Amsterdam (HvA)
Book
Ondernemerschap in hoofdlijnen
Het document is een oefententamen voor het vak ondernemerschap wat je krijgt in het eerste jaar van de opleiding Communicatie. Bij dit tentamen zijn de antwoorden al gegeven, in een ander document staan er nog geen antwoorden bij.
TOELICHTING
Dit proeftentamen bestaat uit 40 vragen. Om een voldoende te halen mag je maximaal 13 fout hebben.
Het echte tentamen bestaat uit 44 meerkeuzevragen waarvan circa 15 rekenkundige vragen.
Genoemde prijzen zijn in het tentamen exclusief btw tenzij anders vermeld.
1. Een ondernemer betaalt een openstaande rekening via een Idealbetaling. Wat zijn de gevolgen op
de balans van deze ondernemer na deze transactie?
a. Geen gevolgen, want de balans wordt maar één keer per jaar gemaakt.
b. Het eigen vermogen stijgt.
c. Debiteuren en crediteuren gaan omlaag.
d. Crediteuren en bank gaan omlaag.
2. Van der Meer heeft het in zijn boek regelmatig over discontinuïteit. Welke uitspraak klopt?
a. discontinuïteit betekent dat nieuwkomers niet kunnen toetreden tot de markt.
b. discontinuïteit is waarde creëren waar klanten behoefte aan hebben.
c. discontinuïteit is een totaal nieuw product aanbieden dat niet eerder bestond.
d. discontinuïteit is het verdwijnen van bedrijfstakken.
3. Een succesvolle ondernemer zoals Steve Jobs was vaardig in het overdragen van zijn ideeën (zowel mondeling
als schriftelijk) op medewerkers en andere betrokken. Hij zag dit zelf als één van zijn primaire taken. Op welk
niveau in het ondernemersspectrum is dit volgens Van der Meer een competentie?
a. Uitvoerend niveau.
b. Innovatief niveau.
c. Persoonsniveau.
d. Strategisch niveau.
4. Een online muziekstreamingdienst gebruikt het Business Model Canvas. In één van de negen
bouwstenen staat het volgende: “Abonneegelden en advertentieopbrengsten.”
Welke bouwsteen is dit?
a. Customer segments
b. Revenue streams.
c. Customer Relationships.
d. Customer Segments.
5. Hoe heet de bouwsteen in het Business Model Canvas waar de wijze waarop een bedrijf problemen
van klanten oplost en in klantbehoeften voorziet?
a. Customer Relationships
b. Customer Segments
c. Key Activities
d. Value Properties
1
, Proeftentamen M19 Ondernemerschap 2018/2019
6. Een onderneming koopt kaarsen voor € 1,25 per stuk in en verkoopt deze voor € 3,99. Men
overweegt de verkooprijs te verhogen. Welke invloed heeft deze actie op het break-even-punt?
a. Het break-even-punt gaat omlaag.
b. Het break-even-punt gaat omhoog.
c. Het break-even-punt blijft hetzelfde.
d. Het break-even-punt gaat eerst omlaag en daarna omhoog.
7. Welke van de onderstaande opties is de correcte omschrijving van een waarde binnen de
bedrijfsstrategie volgens van der Meer?
a. Het beeld van de toekomst dat de ondernemer heeft
b. De collectieve neiging om een bepaalde gang van zaken te verkiezen boven andere
c. Het belang van de ondernemer in de onderneming
d. Het bestaansrecht van de onderneming
8. Hoe heet de rechtsvorm waarbij er ook eigenaren zijn met financiële inbreng die niet betrokken zijn
bij de operationele dagelijkse gang van zaken?
a. Een commanditaire vennootschap (cv)
b. Een eenmanszaak
c. Een maatschap
d. Een vennootschap onder firma (vof)
9. De bedrijfshypotheek staat op de balans onder:
a. Kort vreemd vermogen.
b. Vlottende activa.
c. Vaste activa.
d. Lang vreemd vermogen.
10. Hoe kun je het eigen vermogen berekenen van een onderneming?
a. De bezittingen en de vorderingen van de onderneming.
b. De bezittingen en de financiering van de onderneming.
c. Balanstotaal minus het vreemd vermogen van de onderneming.
d. De financiering en de vorderingen van de onderneming.
11. Om het resultaat van een onderneming te berekenen worden de kosten van de omzet afgetrokken. Wat is
omzet?
a. Alleen de waardevermeerdering van de activa.
b. Alle uitgaves van een bedrijf in een bepaalde periode.
c. In geld uitgedrukte waarde van een zakelijke transactie.
d. De aflossingen van leningen plus de rente.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kimzuurbier. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.44. You're not tied to anything after your purchase.