100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
ERB - Hoorcollege 8 (2014/2015) $3.25   Add to cart

Class notes

ERB - Hoorcollege 8 (2014/2015)

 121 views  5 purchases
  • Course
  • Institution

Collegedictaat van 10 pagina's voor het vak Europese rechtsbescherming aan de VU

Preview 2 out of 10  pages

  • March 13, 2015
  • 10
  • 2014/2015
  • Class notes
  • Unknown
  • All classes
avatar-seller
Europese Rechtsbescherming – Hoorcollege 8

Wie toetst aan grondrecht?
De rechter treedt niet in de grondwettigheid van wetten (art. 120 Gw). Het verbiedt de
rechter om wetten te toetsen aan grondrechten in de Grondwet. De wetgever heeft hier het
laatste woord en de rechter heeft hier weinig in te brengen. Er ligt een initiatiefwetsvoorstel
van Halsema die art. 120 GW wil afschaffen met betrekking tot grondrechten. Dus dat de
rechter grondrechten wel aan de Grondwet kan toetsen.

Daar tegenover staat art. 94 Gw, waar in staat dat Verdragsbepalingen voorrang hebben
boven nationale voorschriften. De rechter heeft hier het laatste woord en de wetgever heeft
hier weinig in te brengen. Er ligt een initiatief wetsvoorstel van Taverne die art. 94 GW
zodanig wil wijzigingen dat de rechter wetten niet meer zou kunnen toetsen aan het EVRM,
want dat is iets wat de wetgever zou moeten doen.

Werking Volkenrecht
Er zijn twee modellen mogelijk:
(1) De ene is het monisme en dat zegt dat er één rechtsorde is en al het recht valt daarin.
De enige vraag die telt is of het recht rechtsgeldig tot stand is gekomen en of het werkt. Als
het werkt kan de rechter daar aan toetsen. Het maakt dan niet uit of het internationaal recht
is. Dat betekent niet dat je alles met succes in kunt roepen.

(2) Daar tegenover staat dualisme en dat zegt dat er twee rechtsordes zijn die principieel
verschillend zijn. Je hebt de nationale rechtsorde en daarin worden regels gemaakt die zien
op het toekennen van rechten aan mensen en die zijn er ook voor gemaakt om door de
rechter toegepast te worden. Het internationaal recht daarentegen is recht dat is gemaakt
voor verhoudingen tussen staten. Het is principieel recht onjuist om internationaal recht in
een nationale rechtsorde toe te passen. Internationaal recht moet eerst worden omgezet om
toegepast te kunnen worden.

Wie bepaalt welk model je hebt? Dat wordt aan nationale rechtsstelsels overgelaten. Het
Unierecht bepaalt zelf wanneer en onder welke voorwaarde het doorwerkt (Costa/ENEL).

In Nederland hebben we van oudsher een monistisch systeem. De wetgever, het bestuur, en
rechter zijn gebonden aan alle verdragen en aan ongeschreven volkenrecht. Er is altijd
binding in Nederland.

Wanneer kan je een bepaling inroepen?
In een zuiver monistisch systeem heb je daar geen regeling voor nodig. In Nederland hebben
we wat dualistische trekken, want wij hebben hier wel regelingen voor. Je hebt directe
werking en dan beroep je je op de verdragsbepaling zelf en de andere is indirecte werking
en dat beroep je je op een bepaling van nationaal recht in en die wil je verdragsconform laten
lezen door de rechter.

Rechtstreekse werking
De regeling die getroffen is, is art. 93 GW: ‘bepalingen van verdragen en van besluiten van
volkenrechtelijke organisaties, die naar haar inhoud een ieder kunnen verbinden, hebben
verbindende kracht nadat zij zijn bekendgemaakt’.

Deze regeling ziet uitsluitend op verdragen en die niet op ongeschreven recht. Het gaat om
verdragen, maar ook om besluiten van volkenrechtelijke organisaties (WTO). Deze hebben
verbindende kracht, directe werking, en zijn inroepbaar als er aan twee voorwaarden is
voldaan.

, Ze moeten naar hun inhoud een ieder kunnen verbinden en ten tweede moeten ze bekend
zijn gemaakt. Dit laatste is een dualistische trek. In een zuiver monistisch systeem hoeft een
bepaling niet bekend gemaakt te worden.

Wanneer een ieder verbindend?
Het eerste artikel waar de Hoge Raad zich over uit moest laten, was art. 6 lid 4 ESH. Het
was de tijd van de grote onderhandelingen en in die tijd hadden we geen regeling die het
mogelijk maakte om te staken. De vakbonden waren op zoek naar een regeling die dat wel
voor hen mogelijk maakte en die vonden ze in art. 6 lid 4 van het ESH. De vraag was dus of
deze bepaling een ieder verbindend was.

6(4) ESH: With a view to ensuring the effective exercise of the right to bargain collectively,
the Parties […] recognise: […] the right of workers and employers to collective action in
cases of conflicts of interest, including the right to strike, subject to obligations that might
arise out of collective agreements previously entered into.

De bedoeling was dat met de toetreding van Nederland bij het ESH dat er een bepaling zou
komen over staken. Het was ook de bedoeling van het artikel dat er een wettelijke regeling
gemaakt zou worden. Deze bepaling kon dus nooit rechten aan werknemers verlenen, want
hij moest eerst omgezet worden. De vakbonden vonden dat de bepaling gewoon kon worden
toegepast.

HR Spoorwegstaking
R.o. 3.2: "Of de verdragsluitende Staten al dan niet hebben beoogd aan art. 6 lid 4 ESH
directe werking toe te kennen, is niet van belang nu noch uit de tekst, noch uit de
geschiedenis van de totstandkoming van het Verdrag valt af te leiden dat zij zijn
overeengekomen dat aan art. 6 lid 4 die werking niet mag worden toegekend. Bij deze stand
van zaken is naar Nederlands recht de inhoud van de bepaling zelf beslissend: verplicht
deze de Nederlandse wetgever tot het treffen van een nationale regeling met bepaalde
inhoud of strekking, of is deze van dien aard dat de bepaling in de nationale rechtsorde
zonder meer als objectief recht kan functioneren?

Een ieder verbindend
Phillips en de Wit stellen dat hier eigenlijk drie vragen worden onderscheiden door de Hoge
Raad die je ook in die volgorde moet aflopen.
(1) Blijkt uit de tekst blijkt dat de bepaling geen directe werking beoogd? In de praktijk slaat
de rechter deze vraag vaak over, want dat staat er bijna nooit in.
(2) Verplicht de regeling de wetgever om een regeling te treffen?
(3) Kan de bepaling zonder meer als objectief recht functioneren?

Wordt aan deze eisen voldaan dan is de bepaling een ieder verbindend. De rechtspraak richt
zich vooral op de laatste vraag en stelt dat een bepaling een ieder verbindend is als deze
zonder meer als objectief recht kan functioneren. Leent het recht zich voor toepassing van de
rechter. En ‘zonder meer’ valt te begrijpen als een verwijzing naar de vorige vraag: is het de
bedoeling dat er een omzettingsregeling plaatsvindt?

Het is dus te bepalen aan de hand van de tekst van de bepaling en wat je verder over het
verdrag kan vinden. De Hoge Raad laat ook zien hoe dat zit in het arrest:

R.o. 3.2: Art. 6 lid 4 is […] zo geredigeerd dat de betrokken verdragsstaten niet een
verplichting tot regelgeving wordt opgelegd, maar integendeel aldus dat werknemers en
werkgevers zich op het door de betrokken verdragsstaten binnen zekere grenzen erkende

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Kieb. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64438 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.25  5x  sold
  • (0)
  Add to cart