100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting MB blok 1.2 $5.42   Add to cart

Summary

Samenvatting MB blok 1.2

 30 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Een overzichtelijke samenvatting van de stof uit de Medisch-Biologische colleges van blok 1.2. De samenvatting bevat alle colleges MB per week gesorteerd uit fysiotherapie jaar 1 blok 2 (bovenste extremiteit en wervelkolom).

Preview 4 out of 35  pages

  • November 17, 2021
  • 35
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
WEEK 1

Nociceptieve pijn = pijn als gevolg van beschadiging van een lichaamsdeel
De definitie van pijn: onplezierig sensorisch en emotionele ervaring, geassaisoneerd met potentiële of actuele
weefselschade.

→ Pijn is beschermend. Ongevoeligheid van pijn kan leiden tot ongelukken.


SENSOREN / RECEPTOREN

Sensoren/ receptoren: cellen die prikkels (stimuli) waarnemen. Ze bevinden zich overal in het lichaam,
bijvoorbeeld in de huid, spieren, botten en organen. Sensorische informatie wordt doorgestuurd naar het
sensorische deel van de hersenen.

Indeling van sensoren:
− Op basis van locatie in het lichaam
− Op basis van de bouw van de sensoren
− Op basis van het stimulus-type:
o Mechanoreceptoren: trek en druk
o Thermoreceptoren: warmte en kou
o Photoreceptoren: licht en donker
o Chemoreceptoren: chemische stoffen
o Nociceptoren: pijn




ZENUWSTELSEL
▪ Centrale zenuwstelsel: hersenen en ruggenmerg
▪ Perifere zenuwstelsel: ontspringen uit het centrale zenuwstelsel (zenuwen)

Soorten neuronen:
- Motorische neuron: Geleiden impulsen van het centraal zenuwstelsel naar de
dwarsgestreepte spieren.
- Sensorisch neuron: Geleiden impulsen van zintuigcellen naar het centrale
zenuwstelsel.
- Schakelneuron (interneuron): Aan beide einden verbonden met andere zenuwcellen.

Over een neuron heen lopen elektrische signalen. Een prikkel tussen twee neuronen wordt overgedragen
door middel van chemische stoffen, neurotransmitters.

,OPBOUW VAN NEURONEN

Dendriet: de input kant. Stimuli worden
omgezet in een elektrisch signaal.
Cellichaam: verdikte gedeelte
Axon: lange vezel
Synaps: output kant, hier vindt de
chemische signaaloverdracht plaats.




Axonen liggen gebundeld ter bescherming. Meerdere bundels van axonen vormen samen een zenuw.
Endoneurium: bindweefselachtige laag rond één neuriet van een zenuwbundel
Perineurium: bindweefselomhulling rond de zenuwbundels van de zenuw
Epineurium: (buitenste) beschermlaag om een zenuwbundel.
Zenuwen zijn gemengd. Ze bestaan uit zowel sensorische als motorische zenuwvezels.

Myeline maakt prikkeloverdracht snel:
- Gemyeliniseerde axonen: 20 – 120 m/s
- Ongemyeliniseerde axonen: 2 m/s



PIJNWAARNEMING
Nociceptie = pijnwaarneming.
1. Transductie = prikkeling van de nociceptoren (opwekken elektrische signalen)
Hamer, hitte, weefselschade
2. Transmissie = doorgeven van het signaal richting de hersenen
Axonen, synapsen
3. Perceptie = bewustwording van pijn in de hersenen
Lokalisatie, gedrag, emotie en geheugen

,TYPEN NOCIRECEPTOREN (TRANSDUCTIE)

Aδ-mechanische nociceptoren: snel C-polymodale nociceptoren: langzaam
- Unimodaal (kan maar 1 stimulustype - Polymodaal (kan verschillende stimuli
waarnemen) waarnemen)
- Hoge prikkeldrempel (sterke stimulus - Lage prikkeldrempel (snel geactiveerd)
nodig) - Ongemyeliniseerd (langzaam)
- Gemyeliniseerd axon (snel) - Zeurende, brandende pijn, moeilijk te
- Scherpe pijn, goed te lokaliseren (cortex) lokaliseren
- Gekoppeld aan reflexen - Onbewuste gedragsaanpassingen
- Bereikt uiteindelijk: hersenstam, thalamus, (immobilisatie)
cortex - Bereikt uiteindelijk: hersenstam, thalamus,
limbische systeem (emotie)




Bij weefselschade komen chemische stofjes vrij. Bijvoorbeeld bradykinine, serotonine, histamine en
substance P.


TRANSMISSIE
Bij transmissie zijn er minstens drie neuronen betrokken.
Schadelijke stimulus → nociceptor (1) → ruggenmerg (2) → thalamus (3) → grote hersenen.
Sensorische informatie komt aan de achterkant je ruggenmerg binnen, in de dorsale hoorn.

Prikkeloverdracht: nociceptor geeft het signaal in het ruggenmerg door aan een tweede zenuwcel.
Neurotransmitters komen in de spleet (chemische signaaloverdracht) en plakken aan receptoren van de
tweede zenuwcel. Er ontstaat een elektrisch signaal dat weer verder door gaat naar het brein.

, Het signaal gaat via het ruggenmerg naar de hersenstam en de
thalamus (schakelstation). Via de thalamus gaat het signaal naar
de cortex (schors) van de grote hersenen.
Tractus spinthalamicus: baan van pijnprikkels, de “snelweg”
waarlangs prikkels langs het ruggenmerg naar de thalamus gaan.

In de cortex:
- Bewustwording van de pijn
- Lokaliseren van de pijn
- Gedragaanpassing (bewust gedrag)




TRANSMISSIE
Bij transmissie zijn er minstens drie neuronen betrokken.
Schadelijke stimulus → nociceptor (1) → ruggenmerg (2) → thalamus (3) → grote hersenen.
Sensorische informatie komt aan de achterkant je ruggenmerg binnen, in de dorsale hoorn.

Prikkeloverdracht: nociceptor geeft het signaal in het ruggenmerg door aan een tweede zenuwcel.
Neurotransmitters komen in de spleet (chemische signaaloverdracht) en plakken aan receptoren van de
tweede zenuwcel. Er ontstaat een elektrisch signaal dat weer verder door gaat naar het brein.



PIJNMODULATIE

Pijnmodulatie: beïnvloeden van de pijn

Facilitatie: versterken van de pijn.
- Gedrag aanpassen, pijn mijden, schade beperken, genezing bevorderen.

Inhibitie: remmen van de pijn.
- Bevalling/oorlogswonden: pijn onderdrukken want je moet wel door.
- Gate control theory: wrijven op een pijnlijke plek (marieb)

Pijn inhibitie in het centrale zenuwstelsel:
- Afdalende modulerende banen
- Van brein naar ruggenmerg
In de dorsale hoorn worden neurotransmitters vrij gelaten die de pijn
kunnen inhiberen (remmen). Het pijnsignaal kan niet meer doorgegeven
worden waardoor het de hersenen niet kan bereiken, er wordt minder pijn
ervaren. Voorbeelden van de stoffen die de transmissie beïnvloeden
(remmen) zijn serotonine en endorfine.
Facilitatie: pijn versterken. Een beschermend signaal.
Chemische stof: substance P > geproduceerd door de nociceptor zelf.
- Zorgt lokaal voor het vrijkomen van ontstekingsstoffen (positieve
feedback…).
- Maakt het tweede neuron gevoeliger voor prikkels, de
prikkeldrempel gaat omlaag.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller FysiotherapieStudent. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.42. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

79223 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.42  1x  sold
  • (0)
  Add to cart