Samenvatting Uitwerking alle taken Blok 1 Een leven lang gezond
12 views 0 purchase
Course
Blok 1 : Een Leven Lang Gezond GZW1021
Institution
Maastricht University (UM)
in dit document staat een uitwerking van taak 1 t/m 12 van Blok 1: een Leven Lang Gezond. Deze uitwerkingen zijn allemaal aangevuld met informatie uit de nabesprekingen. Het is dus een heel uitgebreide uitwerking van de taken waar alles in terugkomt.
1. Hoe is het denken over gezondheid ontwikkelt tot de WHO definitie?
2. Wat is de WHO definitie en hoe is die tot stand gekomen?
3. Wat is de definitie van Huber en hoe is die tot stand gekomen?
4. Wat is het verschil tussen de definitie van de WHO en de definitie van Huber?
5. Wat zijn de kritieken op de definities?
6. Wat is een (gezonde) levensverwachting? Hoe bereken je deze levensverwachting? En wat is
het verschil tussen de levensverwachting van een man en een vrouw?
7. Hoe bepalen gezondheidsapps wanneer je gezond bent?
Uitwerking:
1. Het Engelse woord ‘health’ betekent etymologisch heelheid, heel zijn, compleet zijn.
sinds het begin van de menselijke documentatie zijn er uitdrukkingen te vinden waarin
onderscheid gemaakt wordt tussen de menselijke staat van welzijn en ziektes, ziektes werd
daarbij beschouwd als abnormaal, ongewenst en indien mogelijk te genezen. Een goede
gezondheid is vastgelegd in begrippen als een staat van evenwicht tussen verschillende
elementen. Gezondheid wordt beschreven als haalbaar en beïnvloedbaar door leefgewoonten
en onder bepaalde omstandigheden, onder invloed van god(en) en bemiddeld door priesters in
tempels.
’Hygeia’, de godin en personificatie van gezondheid, reinheid en hygiëne in het oude
Griekenland, vertegenwoordigde een gezonde manier van leven.
Hippocrates (460_370 v.Chr) wordt beschouwd als de vader van de westerse geneeskunde,
omdat hij de eerste was die het belang van een goed lichamelijk onder van de patiënt
benadrukte. Hij creëerde een nieuw paradigma (=stelsel van met elkaar samenhangende
wetenschappelijke theorieën), waarin hij vier humores bij mensen onderscheidde: zwarte gal,
gele gal, slijm en bloed, elk van deze humores kwam overeen met een van de traditionele vier
elementen en temperamenten. Galenus (131-116) volgde en verfijnde de leer van Hippocrates
en beschreef zes leefstijlfactoren (‘res non naturalia’) die in balans moeten zijn om de
gezondheid te behouden: voeding en drinken (cibus et potus), slapen en wakker zijn (somnus et
vigilia), licht en lucht (aer),secreties en excreties (secreta et excreta), werk en ontspanning
(motus et quies), en emoties (affectus animi). Aristoteles (384-322 v. Chr.), gaat niet over
‘gezondheid’als zodanig, maar stelt dat extremen in de lichamelijke toestand moeten worden
vermeden, het handhaven van een goed evenwicht (het gemiddelde) is een deugd.
Toen Vesalius (1543) zijn studies over de anatomie van het menselijk lichaam publiceerde begon
er in de geneeskunde een andere manier te ontstaan om menselijke gezondheid en ziekte te
interpreteren. Een eeuw later beschreef William Harvey (1628) het systeem van de
bloedsomloop, waarvan tot dan werd gedacht dat het een getijde beweging was (eb en vloed).
Toen Rudolph Virchow in 1858 zijn theorie over cellulaire pathologie publiceerde, werden de
humores van Galen definitief verdreven. In dezelfde periode ontdekte Semmelweiss de
beschermende werking van desinfecterende maatregelen tegen de dodelijke
kraamvrouwenkoorts. Kort daarna beschreef Pasteur het bestaan van bacterien die hij in de
microscoop kon zien, en manieren om deze onschadelijk te maken. Vanaf dat moment werden
de paradigma's van de celfysiologie, microbiologie en pathologische anatomie de dominante
opvattingen in de geneeskunde. Gezondheid werd definitief de afwezigheid van ziekte.
, Filosofen uitten toch nog steeds een breder perspectief op de gezondheid dan gezondheid alleen
te zien als de afwezigheid van ziekte.
Vanaf de 20e eeuw kwam er een begin in het organiseren van de volksgezondheid op zowel
nationalen en internationale schaal, dit werd beheerd door grote gezondheidsorganisaties. De
Tweede Wereldoorlog leidde tot de wens om een wereldorganisatie op te richten voor de
gezondheid. De Noorse art Karl Evang stelde bij een medische lunch voor aan de andere artsen
om een nieuwe gezondheidsorganisatie te starten. Het idee was om de verschillende bestaande
organisaties te verenigen in één gezondheidsorganisatie. Toen de aanbeveling goedgekeurd
werd in 1945, was dit het begin van de nieuwe Wereldgezondheidsorganisatie. Het werk van het
comité en adviseurs resulteerde in het ontwerp van de grondwet van de WHO, die op 22 juli
1946 ondertekend werd door vertegenwoordigers van de 61 landen op de International Health
Conference in New York. Op 7 april 1948 tijdens de eerste Wereldgezondheidsvergadering trad
de WHO grondwet in werking.
2. De definitie van de WHO is dat Gezondheid een toestand is van volledig fysiek, geestelijk en
sociaal welbevinden en niet louter het ontbreken van ziekte of gebrek. De Tweede Wereldoorlog
leidde tot de wens om een wereldorganisatie op te richten voor de gezondheid. De Noorse art
Karl Evang stelde bij een medische lunch voor aan de andere artsen om een nieuwe
gezondheidsorganisatie te starten. Het idee was om de verschillende bestaande organisaties te
verenigen in één gezondheidsorganisatie. Toen de aanbeveling goedgekeurd werd in 1945, was
dit het begin van de nieuwe Wereldgezondheidsorganisatie. Het werk van het comité en
adviseurs resulteerde in het ontwerp van de grondwet van de WHO, die op 22 juli 1946
ondertekend werd door vertegenwoordigers van de 61 landen op de International Health
Conference in New York. Op 7 april 1948 tijdens de eerste Wereldgezondheidsvergadering trad
de WHO grondwet in werking. In deze tijd was de definitie vernieuwend, omdat het om meer
ging dan alleen het uitblijven van ziekten. Door de acties van Roosevelt is WHO ontstaan, met
VN.
3. “Het vermogen zich aan te passen en een eigen regie te voeren, in het licht van de fysieke,
emotionele en sociale uitdagingen in het leven“.
Huber was altijd al geïnteresseerd in de vraag: Wat is gezondheid? Toen zij onderzoeker werd
groeide die belangstelling. Strikt genomen is het geen definitie, want die zou het begrip
nauwkeurig begrenzen. Wij hebben een gevoel van wat gezondheid is, ookal is dat nooit
beschreven. In de tijd waarin de WHO definitie is geformuleerd, waren er veel infectieziekten,
waren de antibiotica net ontdekt en hoopten we dat we de ziekten onder de knie zouden
krijgen. Maar eigenlijk moet je blijven doorbehandelen totdat de patiënt in een toestand is van
volledig welbevinden. De definitie van de WHO zou te ambitieus en statisch zijn en te weinig
recht doen aan chronisch zieken en gehandicapten. Daarna organiseerde Huber samen met
ZonMw en de gezondheidsraad in 2009 een internationale conferentie over het onderwerp: Wat
is gezondheid?
Strikt genomen is het geen definitie, want die zou het begrip nauwkeurig begrenzen. Ze kwamen
tot een general concept, een paraplubegrip. In de nieuwe omschrijving staat het vermogen van
mensen om zich aan te passen en regie te voeren centraal. Om het concept te operationaliseren
introduceerde de onderzoeker het begrip ‘positieve gezondheid’, bestaande uit zes dimensies
waaraan je gezondheid kunt aflezen: lichamelijke functies, mentale functies en beleving, de
spirituele/existentiële dimensie, kwaliteit van leven, sociaal-maatschappelijke participatie en
dagelijks functioneren.
,4. De definitie van de WHO is absoluut. Gezondheid is volgens de WHO definitie een toestand is
van volledig fysiek, geestelijk en sociaal welbevinden en niet louter het ontbreken van ziekte of
gebrek. Dit betekent dat als iemand een lichamelijke beperking heeft, diegene volgens de
definitie van de WHO nooit gezond kan zijn, want diegene is niet in een toestand van volledig
fysieke, geestelijk en sociaal welbevinden, deze persoon heeft namelijk een fysieke beperking.
De gezondheidsdefinitie van Huber is niet zo absoluut. Het is geen definitie, maar een
paraplubegrip. In de nieuwe omschrijving staat het vermogen van mensen om zich aan te passen
en regie te voeren centraal. Om het concept te operationaliseren introduceerde de onderzoeker
het begrip ‘positieve gezondheid’, bestaande uit zes dimensies waaraan je gezondheid kunt
aflezen: lichamelijke functies, mentale functies en beleving, de spirituele/existentiële dimensie,
kwaliteit van leven, sociaal-maatschappelijke participatie en dagelijks functioneren. Dat wil
zeggen dat als iemand een lichamelijke beperking heeft iemand nog steeds gezond kan zijn op
de andere vijf dimensies. Volgens deze definitie ben je dus niet per se ongezond als je een
gebrek hebt op een van de zes dimensies.
5. De meeste kritiek op de WHO- definitie betreft de absoluutheid van het woord ‘compleet’ in
relatie tot welzijn. Het eerste probleem is dat he onbedoeld bijdraagt aan de medicalisering van
de samenleving. De eis voor volledige gezondheid ‘zou de meeste van ons meestal ongezond
achterlaten’. Het tweede probleem is dat sinds 1948 de demografie van de bevolking en de aard
van de ziekten aanzienlijk verandert zijn. De demografie laat een verandering zien van infecties
naar voornamelijk chronische ziektes waarmee mensen tientallen jaren kunnen leven. Maar in
deze context verklaart de definitie van de WHO de meerderheid van de mensen ziek is, zonder
daarbij rekening te houden met het vermogen dat de mensen hebben om met de situatie om te
gaan. Het begrip van de WHO is te statisch. Het derde probleem is de operationalisering van de
definitie. De WHO heeft verschillende systemen ontwikkeld on de ziektes te classificeren en
beschrijven aspecten van gezondheid, handicaps, functioneren en de kwaliteit van leven. Maar
vanwege de verwijzing naar een volledige staat, blijft de definitie onpraktisch omdat compleet
niet operationeel is en ook niet meetbaar is.
Leonardi: 9 criteria definitie
Het is belangrijk om te benadrukken dat niet alle mogelijke definities van gezondheid goed
kunnen werken binnen het klinisch wetenschappelijk veld.
Op basis van recent wetenschappelijk debat kan men stellen dat elke definitie van
gezondheid ten minste 9 kenmerken mort hebben om goed te werken binnen het klinisch-
wetenschappelijke veld:
1. Gezondheid moet verder gaan dan de afwezigheid van ziekten of gebreken en de biofysische
parameters om het oude gevestigde reductionisme te vermijden van geneeskunde.
2. Gezondheid moet worden opgevat als een bekwaamheid, omdat gezondheid een
samenhangend concept wordt wanneer het wordt opgevat als een capaciteit, of beter
gezegd, een cluster van capaciteiten.
3. Gezondheid moet worden gezien als een continu, herhalend en dynamisch proces, niet als
een staat om te bereiken.
4. Gezondheid moet potentieel haalbaar zijn voor iedereen in het echte leven, onder alle
omstandigheden, op elke leeftijd, ongeacht culturele of sociaaleconomische status, ras of
religie, om te voorkomen dat het een utopie wordt.
5. Gezondheid moet zowel malaise (=toestand waarin het slecht gaat) als welzijn omvatten,
omdat de meeste mensen dagelijks omgaan met negatieve gebeurtenissen en daardoor
onbehagen, verdriet en onaangenaam emoties voelen zonder gezondheidsverlies te melden.
De opname van malaise in de definitie van gezondheid is strategisch voor het contrasteren
, met medicalisering van de samenleving en culturele vooroordelen verminderen om
gezondheid als een ideale toestand te beschouwen: het zorgt ervoor dat iemand realistische
verwachtingen heeft en om gezond te zijn, zelfs als diegene omgaat met negatieve
gebeurtenissen.Voor oudere mensen of mensen die lijden aan chronische ziekte, kan
gezondheid alleen worden begrepen als het vermogen om met beperkingen te leven, om
lichamelijke gebreken te accepteren en ermee te leren leven.
6. Gezondheid moet individualistische benaderingen overwinnen, want dat kan niet langer
beschouwd worden als een eigenschap van een abstract individu, onafhankelijk van de
leefcontext, maar tegelijkertijd kan gezondheid niet alleen worden gereduceerd tot een
resultaat van sociale factoren.
7. Gezondheid moet onafhankelijk zijn van morele en ethische discussies, zelfs als het
onvermijdelijk is dat elke definitie van gezondheid een impliciete uitdrukking is van bepaalde
sociaal-culturele normen. Dit aspect is erg belangrijk omdat het iemand toestaat om het
probleem van het vermengen van moraal met wetenschappelijke beoordelingen te
vermijden, maar de concrete toepassing ervan is misschien niet eenvoudig omdat met
waarden beladen uitspraken betrokken zijn bij verschillende aspecten van gezondheid.
8. Gezondheid moet gebaseerd zijn op iemands prioriteiten, waarden, behoeften, ambities en
doelen om de persoonlijke ervaring van de patiënt te integreren in de medische praktijk en
om rekening te houden met die subjectieve factoren die een belangrijke rol in iemands
gezondheid spelen. Dit houdt in dat de adoptie van een idiografisch (gedrag dat individu
uniek maakt) perspectief, gebaseerd op het specifieke individu en zijn of haar unieke
gezichtspunt, waarbij hij een nomothetisch (waarden die voor iedereen hetzelfde zijn)
perspectief verwerpt dat gericht is op het vinden van algemene wetten die
gezondheidsverschijnselen voor alle individuen verklaren.
9. Gezondheid moet operationeel en meetbaar zijn door duidelijke, concrete en definitieve
processen, om een bruikbaar concept te worden in echte situaties. Natuurlijk, zoals met alle
abstracte concepten, kan gezondheid niet direct worden gemeten, maar alleen door
indicatoren, die moeten worden geconstrueerd op basis van de definitie van gezondheid.
Zes criteriapunten op de definitie van de WHO:
- De eerste heeft betrekking op 'volledig welzijn', wat een toestand betekent die zo extreem is
dat het bijna onmogelijk te bereiken is. Zeker voor oudere mensen of patiënten met een
chronische ziekte (wat een steeds groter wordende bevolkinggroep vertegenwoordigen
vanwege tot de groei van het verouderingspercentage en de verbetering van de
overlevingskansen voor verschillende ziekten) is het nooit haalbaar. Niettemin is een
volledige staat van welzijn ook voor andere mensen een probleem, omdat
gemeenschappelijke ervaringen in het leven suggereren dat een lange periode zonder
lichamelijke en geestelijke symptomen hoogst onwaarschijnlijk is: wetenschappelijk bewijs
toont aan dat de gemiddelde volwassene ongeveer 4 symptomen ervaart in een 14-jarige
dagperiode. Dit impliceert dat gezondheid, opgevat als een volledige toestand, slechts een
tijdelijke toestand zou kunnen zijn, althans voor een gemiddelde volwassene. Met andere
woorden, deze definitie stelt onbereikbare gezondheidsnormen die bijna alle mensen het
grootste gedeelte van de tijd ‘ongezond’ zouden maken. In feite zou een volledige staat van
welzijn ook de afwezigheid inhouden van een risicofactor voor welke ziekte dan ook.
- Het tweede kritische aspect betreft de slechte mate waarin de WHO-definitie geschikt is
voor concrete toepassing: het is niet bruikbaar in echte situaties, omdat het noch
operationeel noch meetbaar is en het heeft nooit concrete en bruikbare
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kris2402. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.82. You're not tied to anything after your purchase.