Wie kan wanneer als verdachte worden aangemerkt?
Onschuldpresumptie: iedere vermoedelijke dader wordt onschuldig gehouden tot dat het tegendeel
is bewezen.
art. 27 Sv bepaald wie als verdachte kan worden aangemerkt. Lid 1 is materieel, lid 2 is formeel.
Er moet sprake zijn van een redelijk vermoeden dat blijkt uit feiten of omstandigheden
Hollende-kleurling
Een donkere man maakt zichzelf verdacht. De man rent uit een cafe dat om illegale praktijken
bekent staat. Hij houdt zijn hand vast bij zijn zak, waardoor de agenten vermoeden dat hij
verdovende middelen bij zich heeft. Wanneer de man weigert zich te legitimeren, besluiten de
agenten hem te fouilleren. De man verzet zich hiertegen. De man haalt zijn hand uit zijn jaszak en
er valt een wikkel heroïne op de grond. De man wordt vervolgd vanwege heroïne bezit. En wegens
wederspannigheid.
Uiteindelijk was de man helemaal geen verdachte en mocht hij dus niet gefouilleerd worden. De
man werd ook vrijgesproken van het heroïnebezit omdat het bewijsmateriaal op onrechtmatige
wijze was verkregen.
Stormsteeg
Een man liep in een stormsteeg in Amsterdam met zijn hand in zijn zak. Bij het zien van de
agenten schrok hij, stond even stil en rende snel weg. De stormsteeg stond al bekend als handel
plaats van verdovende middelen. Volgens de HR was er sprake van ernstige bezwaren en mocht
de man dus gefouilleerd worden.
Hoe is een strafbepaling opgebouwd?
Het materiële strafrecht bepaald welk gedrag strafbaar is.
Een strafbepaling bestaat uit:
- Een delictsomschrijving
Welke ongewenste gedraging de wetgever strafbaar wilt stellen.
- Een kwalificatie-aanduiding
Hoe het gedrag in juridisch opzicht moet worden genoemd.
- Een strafbedreiging
Welke soort straf mag worden opgelegd en het maximum daarvan.
In veel artikelen ontbreekt de kwalificatie-aanduiding of wordt deze geacht besloten te liggen in de
delictsomschrijving (zoals art. 300 lid 1 Sr mishandeling)
Wanneer is een gedraging een strafbaar feit?
In materieelstrafrechtelijke zin is de inhoud van een strafbaar feit:
“Een strafbaar feit is een menselijke gedraging die valt binnen de grenzen van een wettelijke
delictsomschrijving, die wederrechtelijk is en aan schuld te wijten.”
Het vierlagen model
1. Menselijke gedraging (MG);
2. Wettelijke delictsomschrijving (DO);
3. Wederrechtelijkheid (W);
4. Schuld (verwijtbaarheid -> V).
De menselijke gedraging
De gedraging moet verricht zijn door een mens. Niemand kan vervolgd of gestraft worden voor
bepaalde gedachten.
Art. 350 Sv de rechter moet zich buigen over het feit of het ten laste gelegde feit bewezen kan
worden verklaard.
Art. 352 lid 1 Sv als de ten laste gelegde gedraging niet kan worden bewezen, zal de rechter de
verdachte moeten vrijspreken.
Wettelijke delictsomschrijving
Gedragingen zijn pas strafbaar als zij in de strafwet terug te vinden zijn.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller reneeevanwijk. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.28. You're not tied to anything after your purchase.