zwakke werkwoorden in de verleden tijd trappen van vergelijking
zwakke werkwoorden in de verleden tijd
voltooid deelwoord van de sterke werkwoorden
Written for
Secondary school
HAVO
Duits
3
All documents for this subject (130)
Seller
Follow
je-julie
Reviews received
Content preview
Hoofdstuk 14 14
Hoofdstuk
Zwakke werkwoorden in de verleden tijd (o.v.t)
Hoofdregel: Uitzondering: -d of -t
(Met machen, maken) (Met antworten, antwoorden)
ich Mach-te ich antwort-ete
du Mach-test du antwort-etest
er/sie/es Mach-te er/sie/es antwort-ete
wir Mach-ten wir antwort-eten
ihr Mach-tet ihr antwort-etet
sie Mach-ten sie antwort-eten
Sie Mach-ten Sie antwort-eten
Uitzondering: eindigen op -s, -ss, -z of -ß
(Met tanzen, dansen)
ich tanz-te 1. Neem de stam van het werkwoord.
du tanz-test 2. Daarachter zet je de uitgangen van de verleden
er/sie/es tanz-te tijd.
wir tanz-ten 3. Bij de werkwoorden die eindigen op -d of -t komt er
ihr tanz-tet een extra -e voor de uitgang.
sie tanz-ten 4. Bij werkwoorden die eindigen op een -s klank
Sie tanz-ten verandert er niets aan de uitgangen
Trappen van vergelijking
Hoofdregel: klein -Kleiner – kleinst
Andere vorm: al een woord eindigt op een -d, -t, -s klank (s, z, ß, sch), of een klinker:
in de overtreffende trap + -est.
(Luid) laut – lauter – lautest
(Vers) frisch – frischer – frischest
(Nieuw) neu – neuer – neuest
Umlaut: woorden die in de vergrotende en overtreffende trap een umlaut krijgen;
(Sterk) stark – stärker -stärkst
(Zwak) schwach – schwächer - schwächst
(Oud) alt – älter – ältest
(Jong) jung – jünger – jüngst
(Koud) kalt – kälter - kältest
(Warm) warm – wärmer - wärmst
(Arm) arm – ärmer - ärmst
(Dom) dumm – dümmer - dümmst
(Schrander) klug – klüger - klügst
(Kort) kurz – kürzer - klürzest
Uitzondering:
(Veel) Viel – mehr – meist
(Hoog) Hoch – höher – höchst
(Goed) Gut – besser – best
(Dichtbij) Nah – näher – nächst
(Graag) Gern – lieber – liebst
(Groot) Groß – größer - größt
Extra’s:
1. Woorden zoals ‘het grootst’ worden in het Duits als volgt gevormd: am + overtreffende trap + en
ich laufe schnell er läuft schneller sie läuft am schnellsten
2. Bij een vergelijking waar je in het Nederlands ‘dan’ gebruikt, gebruik je in het Duits ‘als’
Hij is groter dan haar er ist größer als sie
3. Bij een vergelijking waar in het Nederlands ‘als wordt gebruikt, gebruik je in het Duits ‘wie’
Ze is niet zo groot als hem sie ist nicht so groß wie er
Infinitief nl Infinitief d Voltooid deelwoord
1. aanbevelen emphelen Hat empfohlen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller je-julie. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.