De ontwikkeling van primaire en secundaire geslachtskenmerken
De ontwikkelingsanatomie (=embyrologie):
De genitale anatomie is het eindresultaat van de prenatale ontwikkeling.
Week 5 prenatale ontwikkeling: genitaliën zijn identiek aan elkaar. Ze ontwikkelen zich later uit vier
verschillende structuren die symmetrisch aan weerszijden van de wervelkolom liggen:
1. De gonadale plooi: ontstaat aan de rugzijde van het emrbyo, aan de voorrand van de
oernier (mesoneprhos). → hieruit ontstaan de testes of ovaria.
2. Genitale buizen, bestaande uit een ductus paramesoneprhicus (buis van Müller) en een
ductus mesonephricus (buis van Wolff). Deze buizen bevinden zich in de oernier. →
hieruit ontstaat het grootste deel van de inwendige genitaliën.
3. Sinus urogenitalis is een ruimte onderin het embryo. → hieruit ontstaan urethra,
prostaat en het oppervlakkige deel van de vagina.
4. Weefsel rondom de cloaca: dit weefsel bevindt zich aan de oppervlakte van het emrbyo
(bij de uitgang aan de onderkant) → hieruit ontstaan de uitwendige genitaliën.
Week 7: seksuele differentiatie begint (niet tegelijkertijd maar sequentieel en in onderlinge
afhankelijkheid). Het begint bij de gonadale plooien → testes bij XY, ovaria bij XX. Genen in de korte
arm van het Y-chromosoom (seks determining region = SRY) zorgen voor mannelijke differentiatie.
Week 7-16: de testes ontwikkelen zich sneller dan de ovaria. De onrijpe sertolicellen in de testes
maken antimüllerhormoon (AMH) → regressie (terugkeren naar een eerdere fase in de ontwikkeling)
buizen van müller.
Week 8: cellen van leydig in de testes beginnen met productie van testosteron o.i.v.
choriongonadotrogine (HCG). Testosteron zorgt voor differentiatie en groei van buizen van
Wolff → hieruit ontstaan de zaadleiders, bijballen, zaadblaasjes en spuitbuisjes.
Bij afwezigheid van testosteron gaan de buizen van Wolff in regressie en bij afwezigheid van
AMH wordt de ontwikkeling van de buizen van Müller niet geremd → zo ontstaan de
baarmoeder, eileiders en het diepe deel van de vagina. Het oppervlakkige deel van de vagina
en de urethra ondergaan een seperate ontwikkeling (hierdoor is het mogelijk dat het
oppervlakkige deel van de vagina wel is aangelegd maar dat het diepe deel en zelfs soms de
baarmoeder ontbreekt). Wanneer een congenitale afwijking in de buis van Müller wordt
vastgesteld, moet onderzoek naar de nieren en urinewegen worden gedaan omdat deze uit
dezelfde embryonale structuur (de oernier) ontstaan en ze zich in de zelfde periode van de
embryonale ontwikkeling (week 6-8) ontwikkelen.
Bij beide geslachten blijven er overblijfselen van de buizen van Müller en Wolff bestaan;
o De appendix van de testis = overblijfsel buis van Müller (een getordeerde appendix
testis kan aanleiding tot pijnklachten geven)
Week 9: differentiatie van de uitwendige geslachtsdelen
Deze differentiatie is testosteronafhankelijk.
Testes worden aangestuurd door: gonadotroffinen luteïniserend hormoon (LH) en
follikkelstimulerend hormoon (FSH) uit de foetale hypothese. Er bestaat rondom de cloaca een
tuberculum genitale, een genitale plooi en genitale zwellingen.
o Tuberculum genitale → glans
o Genitale plooi → uterthrale plooien
o Genitale zwellingen → scrotum of buitenste schaamlippen
Voor de mannelijke uitwendige genitaliën en ook voor de mannelijke sinus urogenitalis
(urethra en postaat) is testosteron nodig; in het bijzonder de vorm ‘’mateboliet
dihydrotestosteron (DHT)’’.
Voor differentiatie van de vrouwelijke uitwendige genitaliën zijn geen hormonen nodig.
Week 25: indaling testis & nestelen van ovarium in het bekken
De testis zullen uiteindelijke vanwege de lagere temperatuur (gunstig voor fertiliteit) vanuit de buik
indalen in het scrotum. Vroeg in de ontwikkeling is de gonade via een bindweefselstreng (=
,gubernaculum testis) verbonden met de voorste buikwand. Hierdoor bevindt zich in de buik al een
nauw kanaal (= het lieskanaal). De voorste buikwand gaat uitstulpen (dit is de aanzet tot het scrotum
of de buitenste schaamlip) en verdikt en verkort de bindweefselstreng zich waarmee de gonade aan
de buikwand is verbonden. Tegelijkertijd groeit de foetus waardoor de testis relatie lager komt te
liggen → het resultaat van al deze processen is dat de gonade indaalt. Dit proces is sterk afhankelijk
van de testiculaire functie (productie van androgenen en insulin-like factor 3). De testis wurmen zich
door het lieskanaal en komt in het scrotum samen met de epididymis, ductus deferens, testiculaire
bloedvaten, lymfevaten en zenuwen. Een testis die in het lieskanaal blijft steken is gevoelig voor zowel
subfertiliteit als nieuwvorming (=kanker).
De anatomie van de geslachtsdelen
Genitaliën (=geslachtsdelen) is een verzamelnaam voor alle buizen en klieren die onderdeel zijn van
onze seksuele stelsel. Genitaliën kunnen op verschillende manieren worden geordend:
o Primair vs secundair
Primaire geslachtsdelen: de geslachtscel producerende gonaden (teelbaal of eierstok)
Secundaire (accesoire) geslachtsdelen: de rest
o Inwendig vs uitwendig (anatomische indeling)
Anatomische grens tussen in- en uitwendig is het diaphragma pelvis (= de diepste laag van de
bekkenbodem). Deze spierlaag vormt ook de begrenzin tussen het kleine bekken en het
perineum. Deze indeling is ook niet heel praktisch omdat sommige genitalien die de
, bekenbodem passeren (bv. De vagina) zowel in het perineum als in het kleine bekken liggen
en dus zowel inwendig als uitwendig zijn.
Benige anatomie van het bekken
Het bekken bestaat uit twee heupbeenderen (= ossa
coxae) en het caudale gedeelte van de wervelkolom, het
sacrum (heiligbeen) en os coccyis (staartbeen). De
verbinding tussen het sacrum en het os coxae is een
synoviaal gewricht (=botstukken door een met vloeistof
gevulde gewrichtsholte van elkaar gescheiden). Dit
synoviaal gewricht is het sacro-iliacale gewricht (SI
gewricht).
De verbinding tussen de twee ossa coxae aan de
voorzijde bestaat uit een kraakbeenring ; de symfyse
(symphysis pubica). Het bekken brengt grote krachten
over van de romp naar de benen en weer terug. De
stabiliteit dit hiervoor nodig is wordt gewaarborgd door
sterke ligamenten die vooral het sacrum met de ossa
coxae verankeren.
Zwangerschap → door hormonen relaxeren de
bekkenligamenten wat leidt tot meer beweeglijkheid maar
minder stabiliteit → dit leidt tot bekenpijn, lage rugpijn en bekkeninstabiliteit wat tot lang na de
zwangerschap kan aanhouden.
Bekkenbodem
Bekkenbodem = een complex van botten, spieren, vet en bindweefsel. Bekkenbodem is belangrijk bij
het tegengaan van verzakking van inwendige organen. Dit gebeurt actief (door spieren) en passief
(door verdikkingen in bindweefsel, ofwel ligamenten). Er zijn theorieën die beweren dat de passieve
ondersteuning door het bindweefsel (met gladde spiercellen) belangrijker is dan de actieve
ondersteuning.
De meeste spieren in de bekkenbodem zijn dwarsgestreept (kunnen bewust of onbewust worden
aangespannen). In de praktijk gebeurt dit vaak onbewust of reflexmatig. Ze bieden ondersteuning en
hebben ook een functie in lichaamsopeningen en genitaliën. Verschillende fysieke en niet-fysieke
inspanningen kunnen zorgen voor een verhoogde spierspanning; dit kan leiden tot seksuele klachten ,
defecatie of mictieklachten. Verhoogde spanning in bekkenbodemspieren kan ook leiden tot pijn of
klachten door druk op de bloedvaten en zenuwen die in de bekkenbodem liggen.
Behandeling; bekkenbodemspieroefeningen (positieve invloed op seksuele functie)
De bekkenbodemspieren bestaan uit twee embryonale structuren: de sacrale myotomen en de cloaca.
1.De sacrale myotomen (staart van het embryo)
→ hieruit ontstaan de m. levator ani en de m.coccygeus. Bij dieren → deze spieren bewegen de
staart, bij mensen → deze spieren zijn aangepast en vormt het diaphragma pelvis (de diepste
spierlaag van de bekkenbodem).
Diaphragma pelvis (m. levator ani)
De m. levator ani is een dunne spier. Het bestaat uit een
linker- en rechterhelft. In het midden zit een opening; de
hiatus levatorius (waardoor sommige bekkenorganen in
het perineum kunnen uitmonden). De vrouwelijke hiatus
is groter dan de mannelijke en wordt afgesloten door het
perineale membraan (= ookwel diaphragma urogenitale).
De m. levator ani is trechtervormig maar heeft in actieve
toestand een koepelvorm die het bekkenorganen met
omringend steunweefsel extra goed ondersteund.
Langzame type I-spiervezels zorgen voor het lang
vasthouden van de tonus die wordt bereikt. In de m.
levator ani worden drie verschillende spierlussen
opgedeeld op basis van de vezels van mediaal(midden)
naar lateraal (zijkant):
, 1. De m. pubovisceralis ; oorsprong pubis en bij contractie worden de organen richting het os
pubis getrokken (en daarmee afgesloten).
2. De m. pubococcygeus ; deze lus hangt aan een verdikking van het fascieblad van de
heupspier (‘’white line’’)
3. De m. iliococcygeus; loopt van de spina ischiadica naar het os coccygis → vooral de
achterwand van het bekken. Bevat meer bindweefsel dan spierweefsel en speelt geen
belangrijke rol in seksuele functie.
De m. pubovisceralis is het meest interessant voor de seksuele functie. Deze is gevoelig voor atrofie
(verschrompelen) door veroudering of door trauma bij bevallingen.
De m. pubococcygeus zorgt bij contractie van vernauwing van de vagina (deze zijn palpabel in de
zijwand van de vagina bij contractie). Verschillende vezels kunnen ook door contractie voor
vernauwing zorgen zoals bij: m.pubovaginalis (vagina), m.puboprotaticus (prostaat) en m.puborectalis
(rectum/anus). Het omknellen van de penis kan zorgen voor meer seksueel plezier, maar kan ook
leiden tot pijn en of penetratiestoornissen. Verslapping van deze vezels als gevolg van de bevalling
kan een relatie hebben met beschadiging van de zenuw die de m.levator ani innerveert.
2.De cloaca (primitieve anus)
→ hieruit ontstaan de rhabdosfincters (rhabdo =gestreept), de
spieren van het perineum en het centrum perinei waarop
verschillende spieren aanhechten.
Vanaf de 5e week van de embryonale ontwikkeling ontstaat in
de cloaca een septum die de cloaca in een urogenitaal en een
anaal gedeelte scheiden. Het septum ontwikkelt zich tot het
centrum perinei (=is een kolom van bindweefsel centraal in
het perineum). Het centrum perinei speelt een belangrijke rol in
de aanhechting en in de afstemming van de afzonderlijke
bekkenbodemspieren en bindweefselstructuren. Het centrum
perinei is bij vrouwen groter dan bij mannen en hebben een
sterkere aanhechting; bij vrouwen wordt het centrum perinei
ook het corpus perinei genoemd. Beschadigingen in deze
structuren kunnen leiden tot bekkenbodemproblemen en
seksuele disfuncties.
De rabdosfincters van het bekken, de externe urethrale sfincters (EUS) en externe anale sfincters
(EAS) zijn dwarsgestreepte spieren en knijpen het lumen van urethra en anaal kanaal strak.
• EUS bij mannen → volledig circulair waardoor betere continentie
• EUS bij vrouwen → meer hoefijzer vorm, EUS minder goed ontwikkeld. Additionele
spiervezels zijn nodig voor het continentiemechanisme. Mede hierdoor wordt verondersteld
dat schade aan m.levator ani bij vrouwen sneller tot incontinentie leidt.
De EUS is gelegen binnen het perineale membraan. EUS bij mannen bevatten bulbo-urethrale klieren
(van Cowper).
De EAS (anaal) bij mannen en vrouwen allebei circulair.
De interne urethrale en anale sfincters (IAS en IUS) zijn gladde spieren en hebben ook een circulair
verloop maar hebben een andere embryonale oorsprong dan de rabdosfincters.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Studiebol2022. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.03. You're not tied to anything after your purchase.