Grondtrekken H1
1.2 Verschillende rechtsgebieden
1. Strafrecht: Houdt zich bezig met het bestraffen van personen die een strafbaar feit
hebben gepleegd. Regelt wie straf kan krijgen en waarvoor
Monopolie van de staat: Straffen gebeurt door de overheid, niet de burgers zelf
- De overheid legt namens de samenleving een straf op
Officier van justitie (OvJ): Burgers kunnen elkaar niet dagvaarden: alleen de
officier van justitie kan dit: een vertegenwoordiger van het staatsorgaan dat is
belast met het vervolgen van verdachten (Openbaar Ministerie)
Drie delen volgende pagina
2. Civiel en burgerlijk recht: houdt zich bezig met zaken onderling tussen burgers
De staat wordt hier meestal buiten gelaten
Burgers kunnen elkaar voor de rechter slepen: laat een advocaat en dagvaarding
sturen om de kwestie voor te leggen aan een onafhankelijke rechter die een
bindende beslissing neemt
3. Bestuursrecht: regelt o.a. de wijze waarop het openbaar bestuur moet functioneren
bij het nemen van beslissingen die de burger direct of indirect beïnvloeden
Bijvoorbeeld een horecavergunning of beslissingen voor infrastructuur
Algemene wet bestuursrecht (Awb): hierin staan de algemene regels op het
gebied van het bestuursrecht
Bestuursrecht en strafrecht: de verhouding tussen de twee is lastig aangezien
sommige strafrechtelijke zaken zijn overgenomen door bestuursrechtelijke
instanties: denk aan verkeersovertredingen en -sancties
Voorbeeld
Wanneer sprake van verdenking van een strafbaar feit
1. A kan B eerst aanklagen door aangifte te doen bij de politie (art. 300 Sr.)
2. De politie onderzoekt de zaak en zal de resultaten voorleggen aan een officier van
justitie
3. De officier van justitie kan bepalen of hij een dagvaarding zal sturen om B voor de
rechter te laten verschijnen
4. De rechter kan dan een straf opleggen aan B
Maar A heeft schade geleden waaronder ook immateriele schade en is dus nog ontevreden.
5. A kan via een advocaat een dagvaarding laten sturen om de schade te laten
vergoeden door B indien B hier niet vrijwillig in meegaat
Dit kan echter lang duren dus heeft het strafrechtelijke systeem de mogelijkgheid
om schadevergoeding op te halen als ‘benadeelde partij’
1.3 Doelen van Straffen
1. Vergelding: maakt duidelijk dat men een strafrechtelijke norm heeft overschreden
Leedtoevoeging: de dader heeft de samenleving kwaad gedaan en daarom roept
de samenleving kwaad over hem
, 2. Preventie: mensen willen geen straf krijgen dus zullen zij gedrag dat mogelijk tot
straf leidt zoveel mogelijk proberen te voorkomen
Zou ertoe moeten leiden dat mensen minder strafbare feiten gaan plegen
Twee soorten preventie
1. Speciale preventie
- Betreft de gestrafte
- Gaat over het voorkomen of ontmoedigen van de gestrafte om niet weer de wet
te overtreden
2. Generale preventie
- Betreft potentiele wetovertreders
- Heeft als uitgangspunt dat anderen, naast de gestrafte, afgeschrikt worden door
de opgelegde straffen
- Men wordt bekend met de gevolgen van het overtreden van de wet
1.4 Materieel strafrecht, formeel strafecht en sanctierecht
Het strafrecht kan worden onderverdeeld in drie delen
1. Materieel strafrecht
- Gaat over wat een strafbaar feit is: bepaalt welk gedrag niet is toegestaan en
welke personen hiervoor kunnen worden gestraft
- Strafbepalingen: diefstal en moord
- Uitsluiting van strafbaarheid: noodweer
- Uitbreiding van strafbaarheid: poging en medeplichtigheid
- Wetboek van strafrecht
2. Formele strafrecht
- Ook wel strafprocesrecht of strafvordering
- Gaat over welke regels moeten worden gevolgd wanneer een norm van het
materiele strafrecht (vermoedelijk) is overtreden
- Voorbeeld: bevoegdheden politie, duur hechtenis, in hoger beroep gaan etc.
- Het formele strafrecht verwezenlijkt het materiële strafrecht; het is de schakel
tussen het gepleegde strafbare feit en de sanctionering
- Wetboek van strafvordering
3. Sanctierecht
- Gaat over de voorwaarden waaronder bepaalde straffen mogen worden
opgelegd:
- Mag je voor een bepaald strafbaar feit een taakstraf opleggen?
- Welke voorwaarden mag een rechter stellen bij het opleggen van een
voorwaardelijke straf?
- Wetboek van strafrecht en wetboek van strafvordering
Ne bis in idem (art. 68 Sr.): niet twee keer voor hetzelfde: men kan niet nog een keer voor
de rechtbank worden geroepen als de rechter heeft bepaald dat hij onherroepelijk is
Totstandkoming van wetten
1. Wet in formele zin: een wet die tot stand is gekomen in samenwerking tussen de
regering en de Staten-Generaal
In niet formele zin zou je kunnen denken aan een algemene plaatselijke
vordering (APV) door een gemeente die bepaalde handelingen strafbaar stelt
, 2. Wet in materiele zin: duidt aan dat een wet algemene regels bevat die burgers
binden
Wetten in materiele zin kunnen zowel in formele zin zijn of niet
1.5 Commuun en bijzonder strafrecht
Grondwet art. 107: de wetgever dient de regels van het strafrecht en het strafrechtproces
op te nemen in wetboeken
Soorten strafrecht
1. Commune strafrecht: het strafrecht dat ib de wetboek is opgenomen: de algemene
delen van het strafrecht
2. Bijzonder strafrecht: Overige strafbepalingen die niet in de wetboeken staan maar
die in andere wetten staan
Bevat zowel materieel (het strafbar stellen van rijden onder invloed) als formeel
strafrecht (de bevoegdheid geven om een blaastest af te nemen)
1.6 de opbouw van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering
Sr: Wetboek van Strafrecht
Boek 1: bevat het algemene leerstuk van materieel recht: zijn van toepassing op
alle delicten
Boek 2 en boek 3: bevatten strafbepalingen: omschrijvingen van gedrag dat
strafbaar is, met aanduiding van de maximale straffen die mogen worden
opgelegd
- Onderscheid boek 2 en 3: de ernst van de delicten (boek 2 bevat misdrijven),
(boek 3 bevat overtredingen)
Sv: Wetboek van Strafvordering
Boek 1: regelt de belangrijkste bevoegdheden tijdens opsporingsonderzoek
Boek 2: regelt de vervolgbeslissing van de officier van justitie en de gehele
procedure voor de berechting van een verdachte door de rechtbank
- Rechtsmiddel: een middel om de beslissing aan te vechten bij een hogere
instantie
Boek 3: geheel over rechtsmiddelen
Boek 4 en 5: niet van belang
Boek 6: tenuitvoerlegging
Deze wetboeken zijn geleidelijk veranderd door middel van partiele wijzigingen: nieuwe
wetten worden aangenomen die het wetboek gedeeltelijk wijzigen
1.7 Invloed van internationaal en supranationaal recht
Internationaal recht: het recht tussen staten
Supranationaal recht: regels opgelegd door een internationale organisatie waar
lidstaten zich aan moeten houden
- Kunnen zorgen voor aanpassingen in de Nederlandse strafrechtelijke regels
, Grondtrekken H2
2.2.1 Het vierlagenmodel
Strafbaar feit (materieel recht): een menselijke gedraging die valt binnen de grenzen van
een wettelijke delictomschrijving, die wederrechtelijk is en aan schuld te wijten
Vier componenten strafbare feiten
1. Menselijke gedraging (MG)
Is het feit door de verdachte begaan?
De gerdraging moet verricht zijn door een mens
- Kunnen zowel natuurlijke als rechtspersonen zijn
Het moet gaan om een gedraging
- Mensen kunnen dus niet gestraft worden voor een gedachten
- Ook het nalaten van een actie kan een strafbare gedraging opleveren
De menselijke gedraging komt tot uitdrukking in de tenlastelegging
- Tenlastelegging: een processtuk waarin staat beschreven welke gedragingen de
verdachte, volgens de OvJ zou hebben verricht
2. Wettelijke delictsomschrijving (DO)
Is het feit strafbaar?
Bestanddeel
Gedragingen zijn pas strafbaar als zij in de strafwet terug te vinden zijn
- Maar gedragingen zijn vaak gealgemeniseerd
Proces van kwalificatie: de rechter zal de bewezenverklaarde feitelijke gedraging
uit de tenlastelegging juridisch moeten benoemen
- De rechter moet beslissen welk strafbaar feit het bewezen verklaarde volgens de
wet oplevert
3. Wederrechtelijkheid (W)
Is het feit strafbaar: Is het bewezenverklaarde wederrechtelijk begaan?
Element
Wederrechtelijkheid: in strijd met het recht
Wanneer er tegen de norm van het recht in wordt gehandeld: iets is niet
wederrechtelijk als er een goede reden voor is om op een bepaalde manier te
handelen
- In principe wordt er vanuit gegaan dat er sprake is van wederrechterlijkheid
wanneer er sprake is van wettelijke delictsomschrijving: maar toch apart omdat
er een beroep kan worden gedaan op rechtvaardigingsgronden
- Simpel: als iemand niet handelt in strijd met het recht, als het gedrag niet
verkeerd is, dient er ook geen straf te volgen
- Voorbeeld: doodslag door zelfverdediging is gene wederrechtelijkheid omdat
jezelf kunnen verdedigen ook een recht is (noodweer)
4. Schuld (V)
Is de verdachte strafbaar?
Element
Culpa: schuld als bestanddeel
Schuldstrafrecht: niemand mag gestraft worden zonder dat hij (een bepaalde
mate van) schuld heeft
Geen schuld als men geen andere gedraging als mogelijkheid had
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller LIJansen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $16.71. You're not tied to anything after your purchase.