Doelen van sociaal werk) x
- Bevorderen van maatschappelijke verandering en ontwikkeling
- Het bevorderen van sociale cohesie
- Bevrijden van mensen uit hun onderdrukking en ondersteunen om vastgelopen situaties los te wrikken
empowerment en dis empowerment
In de middeleeuwen (500-1500) x
Onderverdeeld in 3 groepen. Het gewone volk, de adel en de geestelijken. Je wordt geboren in een stand en
daar blijf je over het algemeen in. Weinig interactie tussen deze groepen. Dit systeem zie je nog steeds terug in
India. Mensen leven in verschillende kasten.
De rol van de kerk: zorgen voor de armen en zwakzinnigen. Dit werd verwacht volgens de bijbel en de kans
op een plek in de hemel was groter.
Eind middeleeuwen (1500) De armen werden gezien als een sociaal gevaar. De steden stegen explosief
waardoor groep armen ook steeds groter werd. Problemen die door armen werden veroorzaakt werden
aangepakt. Armen waren bv niet meer welkom in de stad.
De gouden eeuw (1700) x
Economisch gezien gaat het goed. Armoede blijft bestaan. De verschillen worden alleen groter.
Caritas: daad vanuit liefdadigheid. Dit werd een nieuwe vorm van hulpverlening. De ‘rijke’ burgers hielpen de
armen, niet alleen liefdadigheid!!
- Eigenbelang: hoe minder armen of zieken in de stad. Hoe minder problematiek.
- Grotere kans op een plek in de hemel
Een voorbeeld hiervan is het aanleg van het riool in Amsterdam. De rijkere betaalde voor de riolering in heel de
stad. Hierdoor had heel de stad er baat van.
Industriële revolutie (1850) x
Ontstaan in Engeland. Uitvinding stoommachine er komen meer fabrieken ook naar Nederland. Steden
ontploffen omdat iedereen in de fabrieken wil werken. Er ontstaat een klassenmaatschappij:
- Arbeiders Werkte lange dagen in de fabriek, kleine huizen, slechte gezondheid etc.
- Kapitalisten De bazen van de fabrieken. Macht en geld in hun bezit.
Karl Marx: socioloog die het verschil tussen deze twee klassen kleine wilde maken. (Kapitaal en politiek)
Veranderingen op politiek gebied: er ontstaan 2 groepen. Liberalen en socialisten.
Liberalen: individuele vrijheid, eigen verantwoordelijkheid. Kleine overheid, zo min mogelijk bemoeien.
Socialisten: gelijkheid, rechtvaardigheid en solidariteit. Opkomen voor de zwakkere in de samenleving. De
overheid speelt een belangrijke rol.
Vrouwenrechten: 1e feministische golf. Kiesrecht en toegang tot hogeschool/ universiteit. (1919)
Verzuiling: (vorm van standenmaatschappij, los van inkomen) 4 zuilen met elke een eigen krant, een eigen
omroep, eigen scholen etc. Liberalen, protestanten, katholieken en socialisten.
Sociale wetten: arbeiders kwamen op voor rechten. En de eerste sociale wetten ontstonden.
, 1974 Kinderwetje van houten, kinderen werken niet meer in de fabriek
1900 Eerste leerplichtwet
1901 Ouder heeft rechten en plichten, jeugdzorg wordt jeugdbescherming
Tussen de 2 wereldoorlogen x
Uitbreiding volkshuizen. Gericht op jeugd
Buurthuizen, grotere rol voor de overheid.
Vooral gericht op onderwijs en vorming (minder gemeenschapsvorming)
Na WO || X
Steden moeten opnieuw worden gebouwd, er is veel armoede en gezinnen uit elkaar. Sociaal werk krijgt een
belangrijke rol in de samenleving. Amerika loopt hierop voor. Marshallhulp start op = plan om het land weer
op de bouwen om vervolgens weer in Amerika te investeren.
3 methodes vanuit Amerika komen centraal te staan:
1902 Social casework perspectief van clienten kwam centraal te staan (maatschappelijk
werk)
1903 Social group Het werken met mensen in groepen (sph)
1904 Community Mensen betrekken bij de gemeenschap
Kenmerken van deze methodes: planmatig werken, gebruik make van de wetenschap, gelijkwaardige relaties.
Eind jaren 60- begin 70 x
Verzorgingsstaat is bijna afgerond. Sociale wetten voor arbeidsongeschiktheid, werklozen, bijstandswet en
AOW.
Totale institutie: patiënten werden ver weg van de bewoonde wereld gestopt. Meer aandacht voor de mens.
Groei aantal professionals. Er werden kwaliteitseisen gesteeld aan maatschappelijk werk.
Jaren 80: x
Verzorgingsstaat te duur, crisis in Nederland. Er komt veel kritiek op sociaal werk.
Burgers krijgen steeds meer verantwoordelijkheid liberalen partijen hadden de macht.
Gevolgen van deze ontwikkelingen:
1905 Grotere instellingen
Vroeger waren armen de doelgroep, later pas kinderen kwamen centraal door weeshuizen.
Maatschappelijk opvoeden: twee kanten.
2000 – 2015
Herwaaring
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lisaslappendel. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.88. You're not tied to anything after your purchase.