Answer: het beginsel van rechtstreekse werking in nationaal recht mits er is voldaan aan duidelijk, onvoorwaardelijk en voldoende nauwkeurig
4.
Wat is er bepaald in Costa/ENEL?
Answer: het beginsel van voorrang: EU-recht gaat voor op nationaal recht
5.
Wat is er bepaald in het Simmenthal-arrest?
Answer: De nationale rechter dient strijdige nationale wetgeving buiten toepassing te laten
Europese Integratie
Flashcards12 Flashcards
Free1 sales
Flashcards12 Flashcards
Free1 sales
Some examples from this set of practice questions
1.
1950: Schumanverklaring
Answer: Feitelijke solidariteit als uitgangspunt bij het verenigen van Europa
2.
1951: Verdrag van Parijs
Answer: EGKS opgericht door Benelux, West-Duitsland, Frankrijk en Italië
3.
1957: Verdragen van Rome
Answer: EEG & Euratom opgericht
4.
1965: Empty Chair Crises
Answer: Frankrijk wilt geen supranationale EEG en weigert daarom nog deel te nemen aan de vergaderingen van de Raad.
5.
1966: Luxemburgs Akkoord
Answer: Veto-recht blijft in stand, EEG wordt geen supranationale organisatie.
Instellingen van de EU
Flashcards6 Flashcards
Free1 sales
Flashcards6 Flashcards
Free1 sales
Some examples from this set of practice questions
1.
Europese Raad
Answer: - Leidinggevend orgaan van de EU
- Regeringleiders & Staatshoofden
- Besluiten met consensus
- Voorzitter: Donald Tusk
2.
De Raad van de Europese Unie/ de Raad van Ministers/ de Raad
Answer: - Komt in verschillende formaties bijeen
- Wetgevingsfunctie
- Voorzitter verandert elk half jaar
3.
Europees Parlement
Answer: - Volksvertegenwoordiging
- Wetgevingsfunctie
- Politieke controle
- Begrotingstaak
- Goedkeuringsrecht ten aanzien van de gehele Commissie
- Voorzitter: Martin Schulz
Content preview
Introductie; Europese Integratie
Europees recht = het geheel of systeem van juridische regels betreffende doelstelling,
inrichting en functioneren van de Europese Unie.
Europese Unie = een verband van landen en mensen met gezamenlijke bestemming.
Stappen die leidde tot de Europese Unie:
1950 Schuman verklaring: feitelijke solidariteit als uitgangspunt bij het verenigen
van Europa
1951 Verdrag van Parijs: EGKS werd opgericht door Benelux, West-Duitsland,
Frankrijk en Italie.
1957 Verdragen van Rome: EEG&EURATOM werden opgericht. EEG legt de basis
voor de EU zoals we deze vandaag kennen.
1965 Empty Chair Crisis: een crisis die ontstaat op het moment dat Frankrijk geen
sterke supranationale EEG wilt en daarom niet meer deelneemt aan de
zittingen in de Raad. oplossing Luxemburgs Akkoord.
1966 Luxemburgs akkoord
1987 Single European Act (Europese Akte): overgang van een gemeenschappelijke
naar een interne markt. Vetorecht werd afgeschaft.
1992 Verdrag van Maastricht. Oprichten van de EU met economische unie en
muntunie. Burgerschap van de EU werd hier gecreëerd. Drie pijlers van de EU
neergelegd in 2 verdragen: EU-verdrag & EG-verdrag.
1. Europese Gemeenschappen;
2. Europees Burgerschap, Economische en Monetair Unie (EMU),
Gemeenschappelijk buitenlands-, en veiligheidsbeleid;
3. Politiële en justitiële samenwerking.
1997 Verdrag van Amsterdam: aantal wijzigingen op het verdrag van Maastricht
2001 Verdrag van Nice: poging tot voorbereiding van de EU op de toetreding van
nieuwe lidstaten.
2004 Grondwettelijk verdrag: in totaal 18 lidstaten dit verdrag geratificeerd maar
Frankrijk en Nederland niet en daardoor vond het verdrag geen doorgang.
2009 Verdrag van Lissabon: VEU, VWEU en Handvest van de grondrechten van de
EU werden vastgesteld.
Europese Raad Art. 15 VEU & Regeringsleiders & Voorzitter: Donald
art. 235-236 Staatshoofden Tusk
VWEU Leidinggevend!
Besluiten worden bij
consensus genomen
Raad van de Art. 16 VEU & Ministers in verschillende Elk half jaar
Europese Unie art. 237-243 samenstellingen veranderd de
VWEU Wetgevingstaak voorzitter van de
Gekwalificeerde raad, dit gebeurd
meerderheid via een vast
systeem. 1
uitzondering: als de
ministers van
buitenlandse zaken
bij elkaar komen is
de Hoge
Vertegenwoordiger
voorzitter.
Europees Art. 14 VEU & Vertegenwoordiging van de Voorzitter: Martin
Parlement art. 223-234 burgers van de EU Schulz
VWEU - Wetgevingstaak
- Toezicht op de
Commissie
Commissie Art. 17 VEU & Uitvoering en handhaving Voorzitter: Jean-
art. 244-250 van EU-recht. Art. 17 lid 2 Claude Juncker
VWEU recht van initiatief
- 1 commissaris per
lidstaat, zij behartigen niet
het belang van hun
lidstaat.
Hof van Justitie Art. 19 VEU & Geschillenbeslechting X
art. 251-281
VWEU
De Europese Art. 282-284 De centrale bank voor de Voorzitter: Mario
Centrale Bank VWEU gemeenschappelijke munt Draghi
in de EU (euro)
Rekenkamer Art. 285-287 Controleert financien van Niet van belang
VWEU de EU
Hoge - Toezien op de Frederica Mogherini
Vertegenwoordiger samenhang van het
van de Unie voor externe optreden
buitenlandse zaken van de Unie
en veiligheidsbeleid - Verantwoordelijk
voor de
tenuitvoerlegging
van het beleid
- Voorzitter Raad
Buitenlandse zaken
- Vicevoorzitter
commissie
,Rechtsbronnen en wetgeving van de Europese Unie
Bevoegdheden
Attributiebeginsel = Unie heeft alleen bevoegdheden wanneer deze zijn overgedragen via
een verdrag. Art. 5 lid 2 VEU
Elk besluit van de Unie moet een geldige rechtsbasis of rechtsgrondslag in een specifieke
bepaling van de verdragen hebben. Geen rechtsbasis = geen bevoegdheid!!
Functies rechtsbasis:
1. Concrete bevoegdheid om doelstelling te bereiken;
2. Bepaalt de categorie waarbinnen de bevoegdheid valt;
3. Bepaalt de procedure voor aannemen handeling;
4. Bepaalt rechtsinstrument.
De Unie zal altijd moeten kijken of er een rechtsbasis is, willen ze wetgeving aannemen.
Bij het kiezen van de rechtsbasis moeten ze kijken naar het doel en de inhoud van de
regel. Dit wordt lastig wanneer een regel meerdere doelen heeft; in beginsel gaat het
hoofddoel voor. Zijn er twee onlosmakend verbonden doelen? dan kunnen beide
rechtsbases’ worden gecombineerd.
Bevoegdheden zijn onder te verdelen in:
1. Exclusieve bevoegdheid, art. 3 VWEU
2. Gedeelde bevoegdheid, art. 4 VWEU
3. Ondersteunende, coördinerende of aanvullende bevoegdheid, art. 6 VWEU
Bronnen van Unierecht
Het Unierecht is terug te vinden in verschillende bronnen en deze bronnen verhouden
zich hiërarchisch tot elkaar.
Primair recht:
1. Verdragen;
2. Algemene beginselen;
3.Secundair recht:
a. Verordening
b. Besluit
c. Richtlijn
4. Uitspraken Hof van Justitie;
5. Soft law.
Verordening = heeft algemene strekking, is verbindend in al haar onderdelen en is
rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Besluit = een geschikt instrument voor de tenuitvoerlegging van in verordeningen
neergelegde algemene regels, maar kan ook een meer algemene regelstelling bevatten.
Besluiten die feitelijk een beschikking behelzen kunnen zijn gericht aan lidstaten of aan
particulieren of aan ondernemingen en zijn dan alleen voor de adressaat bindend.
Richtlijn = verbindend ten aanzien van het te bereiken resultaat voor elke lidstaat
waarvoor zij bestemd is. Nationale instanties hebben de bevoegdheid om de ‘vorm en
middelen’ te kiezen. Binden alleen lidstaten en moeten dus omgezet worden.
Europese Wetgevingsprocedures
Verschillende rechtsbronnen kunnen op verschillende manieren worden gewijzigd.
Primair recht kan alleen worden gewijzigd door een verdragswijziging, op grond van art.
48 VEU moet dit gebeuren door unanimiteit. Voor secundair recht gelden de
wetgevingsprocedures.
, Gewone wetgevingsprocedure
Art. 294 lid 1 VWEU geeft de basisstructuur aan van de procedure. De commissie heeft
het recht van initiatief tot het indienen van een wetsvoorstel. Dit wetsvoorstel moet
worden aangenomen door het Europees Parlement en de Raad. Beiden mogen
amendementen invoeren.
Recht van initiatief -------- Aannemen door:
Commissie EU Parlement & de Raad ---- kunnen amendementen indienen
(eerste lezing) (tweede lezing)
Geen amendementen? Aanneming
Aanneming
Stemmodaliteiten in de Raad:
1. Unanimiteit:
Alleen bij belangrijke onderwerpen
2. Gewone meerderheid:
Dit is de uitzondering, het gebruik van gewone meerderheid komt het meeste
voor bij procedurele kwesties.
3. Gekwalificeerde meerderheid:
Meest gebruikelijke, geregeld in art. 16 lid 4 VEU.
Stemmodaliteiten in het Europees Parlement:
Zij stemmen meestal met een gewone meerderheid; dus de helft + 1. Wel kennen ze
meerdere modaliteiten:
1. Volstrekte meerderheid van stemmen: de normale meerderheidseis
2. Volstrekte meerderheid van leden: gekwalificeerde meerderheid, 378 van de 754
stemmen.
3. Verzwaarde meerderheid van leden:
Bijzondere wetgevingsprocedure
Hier is geen algemene bepaling voor, de bijzondere wetgevingsprocedure is terug te
vinden in de specifieke verdragsbepaling die de bevoegdheid tot regelgeving toekennen.
Art. 289 lid 2 VWEU geeft een algemene omschrijving van de verschillende soorten
wetgevingsprocedures.
Negatieve en positieve integratie
Positieve integratie is wetgeving die de regelgeving van lidstaten harmoniseert.
Negatieve integratie zijn onderwerpen die verboden zijn in het verdrag maar de lidstaten
moeten die respecteren. Ook wanneer de Unie geen bevoegdheden heeft op dit gebied;
lidstaat mag zelf regelgeving opstellen over dit onderwerp maar mag geen verboden van
de Unie schenden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MRang. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.