4.2 De wereld na de oorlog
Koude oorlog (1945-1989)
- Kenmerk: wapenwedloop
Communisme: Kapitalisme:
Sovjet-Unie (Oostblok) Verenigde Staten (Westblok)
Klasseloze Samenleving: Vrijheid van individu:
Streven naar gelijkheid. Voorstander van een democratisch gekozen
bestuur.
Volksdemocratie Democratie
Planeconomie: Vrijemarkteconomie:
Alle productiemiddelen zijn eigendom van Inwoners bepalen zelf de prijzen en
de staat. hoeveelheid producten ze produceren.
Warschaupact (1955) NAVO (1949)
Militairbondgenootschap van SU en de Militairbondgenootschap van VS, Canada,
Oost-Europese laanden. Turkije en Europese landen.
Juli 1950- juli 1953 - Korea oorlog, Noord-Korea valt Zuid-Korea aan VN steunt Z-
Korea1953 wapenstilstand ijzeren gordijn tussen Noord en Zuid-Korea
1953: Stalin sterft Chroetsjov wordt president spanning daalt!
Doel: vreedzame co-existentie.
Communisme en Kapitalisme vreedzaam naast elkaar leven
1961: bouw van de Berlijnse Muur
1962: Cubacrisis!
Jaren ‘60 Vietnamoorlog
1945 – Conferentie van Jalta
- Machtsverdeling in Europa
- Verdeling van Duitsland en Berlijn (Oost-Duitsland en West-Duitsland)
- Op de conferenties van Jalta en Potsdam probeerden de geallieerden
overeenstemming te bereiken over de vraag wat er met Duitsland moest
gebeuren na de oorlog. Dat lukte maar ten dele. Er was tijdens de oorlog geen
gezamenlijk plan gemaakt voor de toekomst van Duitsland.
1949 – DDR (communistische staat in Oost-Duitsland tot 1990) en BRB (democratische staat)
opgericht.
1961 – IJzeren Gordijn
- Door de grote ideologische verschillen tussen deze twee landen breekt de Koude
Oorlog uit. De Sovjets willen vervolgens niks meer met het kapitalistische westen
te maken hebben en gooien de grenzen in Europa op slot. Zo ontstaat een
scheidslijn dwars door Duitsland en Europa, die het IJzeren Gordijn wordt
genoemd.
, 4.3 Herstel van Europa
1948 – Benelux opgericht
1951 – EGKS opgericht
- Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal
- Italië, Benelux deden mee
- Doel: samen meer Kool/Staal produceren voor wederopbouw.
(en nieuwe oorlog voorkomen).
1958 – EEG
- De Europese Economische Gemeenschap
- EEG wilde 1 markt krijgen met vrije handel tussen lidstaten en
gemeenschappelijke tarieven voor de buitenwereld.
- Ze controleren bedrijven/landen of ze zich aan de afgesproken regels houden.
De EEG groeide, meer landen wilden lid worden.
- 1973 – GB, Ierland, Denemarken
- 1981 – Griekenland
- 1986 – Spanje, Portugal
1949 – Raad van Europa
- Door 10 landen opgericht
- Doel: de parlementaire democratie, de rechtsstaat en de mensenrechten te
verdedigen.
- Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens
Triomf van de democratie
- De democratie in Europa was een stuk sterker dan in t interbellum.
- Duitsland nu een stabiele democratie.
BRD kreeg in 1949 een democratische grondwet.
Vanaf de jaren 1970 kwam er ook democratie in Zuid-Europa:
Griekenland, Portugal en Spanje veranderden toen van militaire dictaturen in democratieën
en mochten toen ook meedoen aan de EEG.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mirthe2. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.