100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Puntsgewijze samenvatting Klinische Psychologie 2: Diagnostiek en behandeling incl. hoofdstukken over suïcidaliteit (PB2002) $5.46   Add to cart

Summary

Puntsgewijze samenvatting Klinische Psychologie 2: Diagnostiek en behandeling incl. hoofdstukken over suïcidaliteit (PB2002)

5 reviews
 222 views  13 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Handzame en complete samenvatting voor het van Klinische Psychologie 2: Diagnostiek en behandeling, inclusief de drie hoofdstukken over suïcidaliteit. Dit betreft een puntsgewijze samenvatting die perfect is voor het stampen voor het tentamen. Zie ook mijn meer uitgebreide samenvatting die los...

[Show more]
Last document update: 2 year ago

Preview 6 out of 51  pages

  • No
  • Hoofdstuk 1 t/m 17, 19, 20 + hoofdstukken suïcidaliteit
  • November 18, 2021
  • December 14, 2021
  • 51
  • 2021/2022
  • Summary

5  reviews

review-writer-avatar

By: clementinenederland • 7 months ago

Translated by Google

Complete and organized.

review-writer-avatar

By: anouk2 • 2 year ago

reply-writer-avatar

By: studybooster • 2 year ago

Translated by Google

Hi, you surprised me with this review. What exactly did you dislike about it?

review-writer-avatar

By: Snoekerd • 1 year ago

Translated by Google

Clear, inclusive and organized.

review-writer-avatar

By: liekestoevelaar • 2 year ago

review-writer-avatar

By: jvanstekelenburg • 2 year ago

avatar-seller
Korte samenvatting KP2


Inhoud

Psychodiagnostiek............................................................................................................................... 3
................................................................................................................................................................ 4
Transdiagnostische benadering.......................................................................................................... 5
Farmacotherapie................................................................................................................................... 7
Cliëntgerichte behandeling van psychopathologie.........................................................................11
Cognitieve Gedragstherapie.............................................................................................................. 14
Interpersoonlijke psychotherapie..................................................................................................... 17
Suïcidaliteit.......................................................................................................................................... 18
Angststoornissen............................................................................................................................... 23
Paniekstoornis................................................................................................................................... 24
Agorafobie......................................................................................................................................... 24
Sociale-angststoornis........................................................................................................................ 25
Specifieke fobie................................................................................................................................. 25
Gegeneraliseerde-angststoornis (GAS)............................................................................................ 26
Stemmingsstoornissen...................................................................................................................... 27
Depressieve stoornissen................................................................................................................... 27
Bipolaire-stemmingsstoornissen....................................................................................................... 28
Posttraumatische-stressstoornis...................................................................................................... 29
1

,Dissociatieve stoornissen................................................................................................................. 31
Soorten dissociatieve stoornissen..................................................................................................... 31
Psychotische stoornissen................................................................................................................. 33
Obsessieve-compulsieve en verwante stoornissen........................................................................35
Disruptieve, impulsbeheersings- en andere gedragsstoornissen.................................................37
Oppositioneel-opstandige stoornis (OOS)......................................................................................... 37
Periodiek-explosieve stoornis (PES)................................................................................................. 37
Normoverschrijdend-gedragsstoornis (NG).......................................................................................38
Antisociale-persoonlijkheidsstoornis (ASP).......................................................................................38
Pyromanie......................................................................................................................................... 39
Kleptomanie...................................................................................................................................... 39
Middelgerelateerde en verlavingsstoornissen.................................................................................40
Persoonlijkheidsstoornissen............................................................................................................. 42
Psychodynamische psychotherapieën.............................................................................................. 43
Op CGT gebaseerde therapieën....................................................................................................... 44
Somatisch-symptoomstoornis en verwante stoornissen...............................................................45
Ziekteangststoornis........................................................................................................................... 45
Conversiestoornis............................................................................................................................. 45
Psychologische factoren die somatische aandoeningen beïnvloeden..............................................45
Nagebootste stoornis........................................................................................................................ 46
Eetstoornissen.................................................................................................................................... 48
Voedingsstoornissen......................................................................................................................... 48
Eetstoornissen.................................................................................................................................. 48




2

,Psychodiagnostiek
Diagnostische cyclus
Bestaat uit 4 stappen
1. Klachtenanalhyse: wat is de vraag?
2. Probleemanalyse: wat is het probleem?
3. Verklaringsanalyse: waar komen de klachten vandaan?
4. Indicatieanalyse: wat is de beste aanpak?

Probleemanalyse
Bestaat uit 7 stappen
1. Gestandaardiseerde klachteninventarisatie
 ROM-procedure
 OQ-45 met drie functiedomeinen: intrapsychisch, interpersoonlijk, sociale rolvervulling
2. Speciële anamnese
 Huidige problemen
 Luxerende factoren (triggers/de druppel)
 Mogelijke interferentie (mate waarin problemen het leven van cliënt belemmeren)
3. Psychiatrische anamnese
 Zowel objectief als subjectief waargenomen symptomen
 Verschijning, psychomotoriek, oriëntatie, aandacht en geheugen, waarneming, spraak
en denken, stemming en affect, persoonlijkheid
4. Observaties
 Indruk van minder tastbare aspecten
 Hoe stevig of kwetsbare komt men over, hoe gaat men om met gevoelens, in welke
mate men in staat is tot mentalisatie, over welke afweermechanismen beschikt men
5. Biografische anamnese
 Factoren uit de levensgeschiedenis van de cliënt die de cliënten beschermen of juist
kwetsbaar maken voor het ontwikkelen van psychopathologie
6. Heteroanamnese
 Vooral belangrijk wanneer de (vroege) kindertijd een rol speelt bij de ontwikkeling van
de problematiek
7. Huidig functioneren

Onderkennende diagnose
Beschrijving van klachten, ernst en aanleiding, zonder deze te verklaren

Verklaringsanalyse
 Op basis van interviews, vragenlijsten en tests bepalen waar klachten vandaan komen en/of
hoe klachten te verklaren zijn
 Kan ook met behulp van indirecte methoden, echter is de betrouwbaarheid op individueel
niveau hiervan onvoldoende

Indicatieanalayse
 Stellen van een indicerende diagnose op basis van verklarende diagnose
 Uitspraken over predictie: de veranderbaarheid van de klachten en het probleemgedrag in de
toekomst.

Variabelen die het behandelresultaat voorspellen
 Of behandeling als dan niet evidence-based is
 Clientfactoren
 Therapeutkenmerken
 Context van de behandeling

Clientfactoren
 De ernst van de psychopathologie heeft invloed op de behandelprognose
 Comorbiditeit heeft invloed op de behandelresultaten
 Cliënten met een veilige hechtingsstijl en cliënten die niet overmatig zelf kritisch zijn halen
betere behandelresultaten
 Motivatie, openheid van nieuwe ervaringen en neiging tot zelfreflectie helpen bij het
bevorderen van constructieve deelname aan de behandeling
3

,Therapeutkenmerken
 Zijn verantwoordelijk voor 5 - 9% van de variantie in behandeluitkomsten
 Leeftijd, geslacht, training en ervaring hebben geen voorspellende waarde
 Flexibele model getrouwheid zorgt voor betere prestaties
 Effectieve behandelaars reageren beter op ‘moeilijke’ cliënten

Modellen voor indicatiestelling
 Expert model
o Clinicus is de expert en neemt de verschillende opties voor behandeling in
overweging en neemt hierover de beslissing
o Besluitvormingsproces speelt zich voornamelijk af in het hoofd van de clinicus.
 Vertegenwoordigersmodel
o Clinicus is expert en neemt beslissing over te volgen behandeling waarbij hij oog heeft
hij oog voor het cliëntenperspectief
o De cliënt kan een oordeel geven in hoeverre de verschillende behandelopties
aansluiten bij zijn levensstijl, voorkeuren en verwachtingen
 Consumentenmodel
o Clinicus is een informatiebron voor de cliënt m.b.t. de verschillende
behandelmogelijkheden en de afweging hiervan binnen de individuele situatie van de
cliënt
o De informatie-uitwisseling is eenzijdig van de clinicus naar de cliënt
o De cliënt neemt uiteindelijk de beslissing
 Overlegmodel
o Voorkeursmodel
o Clinicus en client bespreken en onderzoeken gezamenlijk de verschillende
behandelopties, waarbij rekening wordt gehouden met de individuele context van de
cliënt (collaborative care/ shared decision making)
o In gezamenlijk overleg met de cliënt wordt consensus bereikt over welke
behandeloptie het meest passend is

Basis-ggz kent 4 behandelproducten
1. Kort: 5 contacten + eHealth
2. Middel: 8 contacten + eHealth
3. Intensief: 12 contacten + eHealth
4. Chronisch: max 12 contacten per jaar

Inclusiecriteria behandeling basis ggz
 Er is sprake van een stoornis volgens DSM-5 criteria
 Er is sprake van lichte tot matig-ernstige problematiek
 Het risico (op suïcide, geweld of psychotische decompensatie) is laag tot matig
 Er is sprake van een enkelvoudig beeld met lage complexiteit
 De klachten zijn aanhoudend en persisterend

Indicatiecriteria specialistische ggz
 Acute, ernstige tot zeer ernstige klachten
 Hoog complex beeld
 Hoog risico




4

,Transdiagnostische benadering
 Richt zich op aspecten van problematiek die stoornis overstijgend zijn of die stoornissen
gemeenschappelijk hebben, in plaats van op DSM-diagnose
 Psychoanalyse en cliëntgerichte therapie zijn traditioneel grotendeels transdiagnostisch

Kritiekpunten DSM
 Geen diagnose systeem maar een classificatiesysteem waardoor comorbiditeit eerder regel
dan uitzondering is
 Gaat uit van een categoriale indeling i.p.v. dimensionale indeling
 DSM-systeem heeft geleid tot een wildgroei in emotionele stoornissen (100 diagnosen in
DMS-I naar bijna 300 in DSM-IV)

Transdiagnostische elementen in CGT
 Therapeutisch aangrijpingspunt
o Welke aspecten in het denken, doen en laten van de patiënt veroorzaken de
problemen en houden deze in stand
o Met welke interventies kunnen deze disfunctionele manieren van denken en gedragen
het beste worden behandeld
 Therapeutische context
o Motivering van de patiënt, het structureren en bewaken van het therapeutische proces
en meer organisatorische aspecten (financiën, keuze voor een of meerdere
behandelaars)
 Therapeutisch systeem
o Als dan niet betrekken van de omgeving van de patiënt in de behandeling

Common factors-benadering
Stelt dat therapieën werkzaam zodra aan de volgende criteria is voldaan:
 Er is een intense en vertrouwelijke relatie tussen patiënt en behandelaar
 Er is een context waarbinnen genezing wordt verwacht
 De behandeling verloopt volgens een voor de patiënt geloofwaardige rationale
 De behandeling kent een procedure of ritueel die op deze rationale voortborduurt en die bij
zowel de patiënt als de therapeut om actie vraagt

Collaborative empiricism / socratische dialoog
De therapeut stelt zich nieuwsgierig op en probeert door ‘leidende vragen’ de patiënt zelf op het spoor
te brengen van diens disfunctionele opvattingen en gedragingen

Transdiagnostische factoren bij psychopathologie
 Gelijke symptomen bij verschillende stoornissen
 Gelijke gedragingen bij verschillende stoornissen
 Gelijke copingstrategieën bij verschillende stoornissen
 Gelijke cognitieve, emotionele en motivationele factoren
 Informatieverwerkingsprocessen (aandachtsbias, interpretatiebias en geheugenbias)
 Onderliggende overeenkomstige neurobiologische factoren, zoals een verminderd
functioneren van de prefrontale cortex of een verhoogde activiteit van de amygdala
 Universele beschermende factoren, zoals resilience (mentale veerkracht) en welbevinden

Unified protocol
 Samenvoeging van verschillende protocollen voor angst- en stemmingsstoornissen
 Wordt doorlopen in 12 tot 18 sessies bestaande uit 8 modules:
o Motivatieversterking
o Informatieverstrekking
o Terugvalpreventie
o Bewustwording van emotionele ervaringen
o Cognitieve flexibiliteit en vermogen om te herinterpreteren
o Tegengaan van gedragsmatige en emotionele vermijding
o Identificering van lichamelijke sensaties en deze leren verdragen
o Introceptieve en situationele exposure aan emotionele triggers



5

, Enhanced CBT
 Gericht op behandeling van eetstoornissen
 Patiënten met extreem laag BMI (<17,5) worden langer behandeld (40 sessies i.p.v. 20)
 CBT-ef richt zich op kernpathologie: overwaardering lichaamsvorm en gewicht
 CBT-EB richt zich ook op bijkomende problemen zoals lage zelfwaardering, perfectionisme en
interpersoonlijke problemen

Netwerkmodel
 Sterk gepersonifieerd: ieder individu wordt gekenmerkt door zijn eigen netwerk van
symptomen, klachten en krachten.
 In een netwerk georganiseerde symptomen sturen zowel zichzelf als elkaar onderling aan
 Sommige symptomen, kenmerken en emoties werken excitatoir op elkaar in (ze stimuleren
elkaar), andere juist inhibitor (ze remmen elkaar)
 Ee netwerkanalyse maakt een inventarisatie van specifieke individuele klachten, symptomen,
emoties en andere relevante (persoonlijke en omgevings)kenmerken
 Laat gemakkelijk ruimte voor het versterken van positieve, beschermende kenmerken

Experience Sampling Method
 Registratiemethode waarmee op meerdere willekeurige momenten symptomen kort worden
uitgevraagd
 Geeft een individueel beeld van de fluctuatie van symptomen over tijd en plaats




6

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller studybooster. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.46. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

80364 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.46  13x  sold
  • (5)
  Add to cart