Dit is een samenvatting van de hoofdstukken 15 en 18 uit het boek chemie overal. Deze samenvatting is geschreven voor de 6e klas en bevat alle belangrijke informatie uit deze hoofdstukken. Er is veel gebruik gemaakt van plaatjes en voorbeelden. Je kunt hiermee prima leren voor de toets.
15.1; Atoomeconomie:
Groene chemie is het streven naar verduurzaming in de chemische industrie. Groene chemie maakt
processen veiliger, gebruikt duurzame grondstoffen en energie en produceert minder afval. Met de
atoomeconomie wordt aangegeven hoe efficiënt een productieproces is. Hiervoor geldt:
𝑀 𝑔𝑒𝑤𝑒𝑛𝑠𝑡 𝑝𝑟𝑜𝑑𝑢𝑐𝑡
𝐴𝑡𝑜𝑜𝑚𝑒𝑐𝑜𝑛𝑜𝑚𝑖𝑒 = 𝑀 𝑏𝑒𝑔𝑖𝑛𝑠𝑡𝑜𝑓𝑓𝑒𝑛
× 100% . M = Molecuulmassa
Er moet rekening gehouden worden met de massa van alle beginstoffen. Dus ook wanneer een reactie in
oplossing verloopt, moeten de ionen die niet meedoen in de reactie ook worden meegeteld.
Verder kan men ook het rendement berekenen:
𝑝𝑟𝑎𝑘𝑡𝑖𝑠𝑐ℎ𝑒 𝑜𝑝𝑏𝑟𝑒𝑛𝑔𝑠𝑡
𝑅𝑒𝑛𝑑𝑒𝑚𝑒𝑛𝑡 = 𝑡ℎ𝑒𝑜𝑟𝑒𝑡𝑖𝑠𝑐ℎ𝑒 𝑜𝑝𝑏𝑟𝑒𝑛𝑔𝑠𝑡
× 100%
De theoretische opbrengst is de massa van het product die volgens een kloppende reactievergelijking
maximaal kan ontstaan. De praktische opbrengst is hoeveel er echt ontstaat.
Als er meerdere reacties achter elkaar verlopen, moet je de rendementen van de afzonderlijke reacties met
elkaar vermenigvuldigen.
De E-factor (E staat voor Environmental (= milieu)) is een manier om de efficiëntie van verschillende
processen met elkaar te vergelijken. De E-factor kun je berekenen:
𝑀𝑎𝑠𝑠𝑎𝑏𝑒𝑔𝑖𝑛𝑠𝑡𝑜𝑓𝑓𝑒𝑛 − 𝑀𝑎𝑠𝑠𝑎𝑔𝑒𝑤𝑒𝑛𝑠𝑡 𝑝𝑟𝑜𝑑𝑢𝑐𝑡
𝐸 − 𝑓𝑎𝑐𝑡𝑜𝑟 = 𝑀𝑎𝑠𝑠𝑎𝑔𝑒𝑤𝑒𝑛𝑠𝑡 𝑝𝑟𝑜𝑑𝑢𝑐𝑡
Tenslotte is er ook nog een vervuilingsfactor Q. Hiermee wordt de mate waarin een stof vervuilend is
bedoeld. Water heeft bijvoorbeeld een Q-factor van 0. Terwijl giftige stoffen een Q-factor kunnen hebben
tussen de 100 en 1000.
De grenswaarde is de maximaal toegestane hoeveelheid van een stof in mg per m3 lucht op de werkplek.
Bij het vaststellen van deze waarde wordt erop gelet dat de gezondheid van de werknemers niet wordt
geschaad. Ook al wordt er gebruik gemaakt van grenswaarden, kunnen er toch gevaarlijke situaties ontstaan
door:
- Gebrek aan toxicologische informatie
- Verschil in gevoeligheid van een persoon
- Langere werktijden
- Blootstelling aan een mengsel
- Onjuiste luchtconcentratie meting
In Binas tabel 97A vallen de grenswaarden van een aantal stoffen te zien samen met een TGG (Tijd Gewogen
Gemiddelde) van 8 uur. Binnen deze 8 uur mag de concentratie tijdelijk hoger liggen dan de grenswaarde,
zolang er maar geen gezondheidsschade ontstaat en het 8-uur gemiddelde niet wordt overschreden.
Giftige stoffen hebben vaak erg kleine grenswaarden, uitgedrukt in ppm (parts per million, 106) en ppb (parts
per billion, 109).
, 15.2; Energiebalans:
Bij chemische reacties kunnen verschillende soorten energie ontstaan, maar er geldt altijd dat de totale
hoeveelheid energie constant blijft. Dit wordt de energiebalans genoemd.
De wet van behoud van energie is dus altijd van toepassing. Bij alle processen is er sprake van een
energie-effect, de reactie is exotherm als er energie vrijkomt (∆𝐸 < 0 𝐽) en endotherm als er constant energie
wordt toegevoegd (∆𝐸 > 0 𝐽). De reactie-energie is gelijk aan het verschil in chemische energie van de
reactieproducten en de beginstoffen.
Omdat de reactie-energie meestal vrijwel volledig uit warmte bestaat, wordt het ook wel reactiewarmte
genoemd.
De reactiewarmte van een chemische reactie kun je bepalen met behulp van de vormingswarmte van de
deelnemende stoffen. In de Binas tabellen 57A en B vind je de vormingswarmten van een aantal stoffen.
Zie het voorbeeld hiernaast over hoe je de
reactiewarmte kunt berekenen. Dit kun je
uiteindelijk ook weergeven in een
energiediagram. Zie hieronder.
15.3; Reactiesnelheid:
In de industrie wil men een reactie zo snel mogelijk laten verlopen. Door een grote reactiesnelheid is de
reactietijd klein en wordt de productiecapaciteit hoger, met mogelijk lagere kosten. De volgende vijf factoren
hebben invloed op de reactiesnelheid van een stof:
1. Soort stof
2. Concentratie
3. Verdelingsgraad
4. Reactietemperatuur
5. Katalysator
De reactiesnelheid, s, is gedefinieerd als het aantal mol stof of het aantal mol deeltjes dat per seconde
ontstaat of verdwijnt in een volume van één liter. De eenheid is mol L-1 s-1. Zie het voorbeeld hieronder.
Als je bij een experiment de reactiesnelheid wilt meten, moet
je kiezen voor een reactie waarbij je de concentratie-
verandering goed kunt meten. Een neerslagreactie zal hier
bijvoorbeeld te snel voor verlopen.
Een reactie verloopt in meerdere stappen. De langzaamste
stap bepaalt dan de reactiesnelheid van de totale reactie. De
snelheidsbepalende stap kun je met behulp van
experimenten bepalen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller joopie11. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.78. You're not tied to anything after your purchase.